25 jaar geleden fusioneerden OLV-hospitaal, Kliniek Zwarte Zusters en Mariaziekenhuis tot Jan Yperman Ziekenhuis. Vandaag, vrijdag 1 september, wordt het jubileum gevierd met een groot personeelsfeest. Wij blikkenen met vier anciens die er toen al bij waren terug op die turbulente beginperiode. “Toen definitief beslist werd dat het één campus werd in Sint-Jan, hebben sommige mensen uit Poperinge afgehaakt”, herinnert personeelsverantwoordelijke Christine Creus zich.
“Historische dag voor Ieper en Poperinge: regionaal ziekenhuis Jan Yperman gaat van start”, kopte Het Wekelijks Nieuws van 16 januari 1998. Vier dagen eerder, op 12 januari, werd de overeenkomst ondertekend door de bestuurders van het Onze-Lieve-Vrouwziekenhuis (OLV), de Kliniek Zwarte Zusters (KZZ) en het Poperingse Mariaziekenhuis (MZP). 25 jaar later is de naam Jan Yperman Ziekenhuis goed ingeburgerd in de regio, maar voor de medewerkers die de fusie meemaakten, was het een hele aanpassing.
Zo begon Ieperling Hans De Ruddere (63) zijn carrière in 1986 in de Zwarte Zusters. “Ik werd nog aangeworven door de zusters”, zegt Hans, die kinesist is.
Grote evolutie
“Zuster Anna was toen een van de leidinggevenden van het ziekenhuis, dat nog heel kleinschalig was. Vooral op vlak van techniek maakten we een hele evolutie mee. Toen werkten we nog met vaste tafels. Als de dokter iemand van 100 kilo opereerde aan de knie moesten we haar nog zelf op de tafel heffen. Nu krikken ze de patiënt omhoog.”
Joceline Lauwers (52), nu adjunct-hoofdverpleegkundige op de afdeling cardio-pneumo, begon haar loopbaan eveneens bij de Zwarte Zusters. “In 1998 ben ik bevallen van mijn eerste kindje en aangezien de KZZ geen kraamafdeling had, moest ik daarvoor naar het OLV. Toen kreeg ik te horen van de verpleegkundigen dat we collega’s gingen worden. In 2000 kwam mijn tweede kindje en waren we al gefusioneerd. Dan ben ik meegekomen naar Sint-Jan. Ik heb wel getwijfeld, omdat ik op Sint-Pieters woonde, vlakbij het ziekenhuis.”
“Ik denk dat de coronaperiode moeilijker zou verlopen zijn als we kleinschaliger gebleven waren” – Joceline Lauwers
Ook Christine Creus (56), verantwoordelijke van de personeelsdienst, startte in 1987 niet op de huidige locatie. “Ik ben van Poperinge en begon dus in het MZP, als directieassistente”, vertelt ze. “Er werd wel gevraagd om uitwisselingen te doen met de verschillende campussen, maar toen definitief beslist werd dat het één campus werd in Sint-Jan zijn er toch mensen uit Poperinge afgehaakt en zijn gaan werken in het OLV-rusthuis van Poperinge. Vaak was dat omdat ze maar één wagen hadden, dus veel keuze hadden ze niet. Dat waren vooral de oudere personeelsleden.”
Als verantwoordelijke voor rekrutering was Maria Deweirdt (56) nauw betrokken bij het proces. “Voor 2000 bleven de drie ziekenhuizen grotendeels werken zoals voordien”, vertelt Maria. “Gaandeweg associeerden steeds meer medische diensten zich. Eerst anesthesie, dan gynaecologie, enzovoort. De regeling was dat alles wat spoed was naar Sint-Jan kwam. Alle geplande opnamediensten, bijvoorbeeld geriatrie en orthopedie, ging naar KZZ. Ook de keuken voor de drie ziekenhuizen werd gecentraliseerd in de KZZ.”
“Het was een heel proces”, pikt Hans in. “En vroeger was de mentaliteit: de kliniek was de kliniek en het hospitaal was het hospitaal. Dat kon wel een beetje wringen.”
Lagere verloning
“In 1998 heeft iedereen wel een fusiearbeidsovereenkomst moeten ondertekenen. Daarin stond – in mijn geval – dat ik tewerkgesteld was in het Mariaziekenhuis, maar dat ik ermee akkoord ging om op andere campussen te werken”, zegt Christine. “De personeelsleden van de drie ziekenhuizen werden ook uitgenodigd om een culturenenquête in te vullen, om na te gaan wat de verschillen waren. Een pijnpunt was dat het OLV meer het OCMW was van vroeger en zich moest beredderen met minder middelen dan de KZZ of het Mariaziekenhuis. De lonen waren ook lager. Na de fusie was het mogelijk dat iemand met dezelfde functie op dezelfde afdeling een ander verloning kreeg. Dat moest gelijkgeschakeld worden.”
In 2002 kwam Jan Yperman Ziekenhuis onder meer daardoor in financiële problemen. De directie zag zich genoodzaakt om 70 voltijdse jobs te schrappen, een tiende van het totaal. “Sommige mensen werden pas ’s avonds laat opgebeld met het bericht dat ze ontslagen waren”, zegt Christine. “Er waren ook mensen die het geluk hadden dat ze op 56 of 57 jaar met brugpensioen konden gaan.”
Ook de artsen hebben in die periode bijgepast. “Er heerste op dat moment een angstpsychose binnen het ziekenhuis. Iedereen vroeg zich af of hij of zij erbij ging zijn”, herinnert Hans zich nog.
Slechts 1 op 5 over
Momenteel zijn nog slechts 277 van de personeelsleden van een van de drie vroegere ziekenhuizen actief in het Jan Yperman Ziekenhuis. “Ik vind het confronterend om dat cijfer te horen”, zegt Joceline. “Dat is slechts één vijfde. Er was altijd een soort verbondenheid tussen de mensen die de fusie nog meegemaakt hebben. Als er een jonge equipe is, zeggen ze wel eens: ze is daar weer met de tijd van de Zwarte Zusters. Het doet ook wel deugd als je nog eens kan praten met een ancien.”
“De Nocturnes eindigden dit jaar in de Zwarte Zusters en voor mij was dat echt nostalgie”, zegt Hans. “Iemand vroeg waar het toilet was. Ik kon het meteen tonen. Zelfs de kamernummers hingen er nog.”
Nieuwbouw
Daarna ging het weer beter met het fusieziekenhuis. In dat jaar werd er ook gestart met de nieuwbouw, die pas in 2012 helemaal afgewerkt zou zijn. Er konden ook weer mensen aangeworven worden. “Sommige mensen die bij het collectief ontslag bedankt werden, kwamen solliciteren”, zegt Maria. “Bij anderen zat het diep. Sommigen koesteren tot op vandaag nog wrok. Het kantelpunt voor mij was toen we in 2010 allemaal naar Sint-Jan verhuisd zijn. Iedereen zat op dezelfde locatie op zijn of haar gepaste stek. De teams waren toen ook samengesteld zoals ze bedoeld waren.”
“Ik verhuisde al in 2000, maar wij zaten tien jaar in een modulaire bouw, de containers. Dat had zijn voordelen, maar ook nadelen. Zo was het daar in de zomer altijd enorm warm. Wat ik nooit zal vergeten, is dat de vloer er veerde. Daar hebben we dikwijls op gevloekt. In het begin was het soms moeilijk omdat we de artsen en hun manier van werken niet kenden, maar uiteindelijk ben je daar snel weg mee.”
Parking
“Een voordeel van de verhuizing van de KZZ is dat er een einde kwam aan de parkeerproblemen”, vertelt Hans. “Het hospitaal en Poperinge hadden een goede parking. Wij hadden niets. Dat was een drama voor mensen die op bezoek wilden komen. Het is pas toen we naar Sint-Jan kwamen en die grote parking zagen, dat we beseften hoe groot dat parkeerprobleem was. Het contrast was enorm.”
Voor Poperingenaars was de sluiting van de kraamafdeling van het Mariaziekenhuis in 2007 een bittere pil om slikken. “Ieper en Poperinge wedijveren al eeuwenlang met elkaar en dat kwam ook bij de fusie tot uiting”, zegt Christine. “Na al die jaren is die rivaliteit grotendeels weggeëbd.”
Alle vier de anciens zijn het er wel mee eens dat de fusie op lange termijn een goede zaak was voor de zorg in de regio. “Zo is het aankoopbeleid beter. Ik heb in de Zwarte Zusters nog moeten motiveren om vijf paar krukken aan te kopen voor de revalidatie”, zegt Hans. “Vroeger werd tot op de frank nagekeken wat nodig was en wat niet. Soms moest je je plan trekken met wat je had. Nu is er veel meer luxe, zowel voor het personeel als voor de patiënten.”
Ideale grootte
“Een middelgroot ziekenhuis zoals het Jan Yperman Ziekenhuis nu is, heeft zijn voordelen op het vlak van aantrekkingskracht”, zegt Maria. “Als je te klein bent, dan zijn de specialiteiten onvoldoende aanwezig. Ben je te groot, dan ben je een nummer. In dit formaat kent iedereen elkaar nog min of meer maar is ook alles aanwezig om je te specialiseren.”
“Die specialisatie vind ik als verpleegkundige heel interessant”, vult Joceline aan. “Je ziet regelmatig nog eens speciale pathologiëen. Zo leer je iedere dag nog eens iets bij. Ik denk dat de coronaperiode ook moeilijker zou verlopen zijn als we kleinschaliger gebleven waren.”
“Dat is niet het enige voordeel voor het personeel. Door de schaalgrootte kunnen we een mooie hospitalisatieverzekering aanbieden, er is mogelijkheid tot tijdskrediet, kinderopvang in de buitenschoolse periode… Zonder de fusie 25 jaar geleden zou dat allemaal niet mogelijk geweest zijn”, besluit Christine.
“Wat we nu doen, is enkel mogelijk dankzij de fusie”
Huidig algemeen directeur Frederik Chanterie beschouwt de fusie ondertussen als helemaal afgerond. “De grote meerderheid van de mensen die hier nu werken, hebben de fusie zelfs nooit meegemaakt. Zij hebben nooit in een van die drie entiteiten gewerkt, waardoor ze ook de reflex niet maken om zich daarmee te identificeren. De enkele mensen die het wel meegemaakt hebben, zijn ondertussen echte Jan Ypermanners”, aldus Frederik Chanterie.
“Die fusie was uniek en we merken wel dat er met fierheid naar teruggekeken wordt. Dat was immers nog voor de fusiegolf die nadien volgde in heel wat ziekenhuizen. Iedereen beseft zeer goed dat wat we nu doen enkel mogelijk was dankzij die fusie. De schaalgrootte die de fusie met zich meebracht, maakte mogelijk dat we gespecialiseerde en kwalitatieve zorg konden uitbouwen. Dat was een kantelpunt voor de zorg in de regio.”
Het Jan Yperman Ziekenhuis laat dit zilveren jubileum dan ook niet ongemerkt voorbijgaan. “We gaan dit met onze mensen extra in de verf zetten. We mogen immers nooit vergeten: het gaat over onze mensen. Een van onze leuzen is: met mensen, voor mensen. Goede zorg kan je nooit leveren zonder de dagelijkse inspanningen van het hele team. We vinden dan ook dat we het met onze mensen moeten vieren, vandaar het grote personeelsfeest op 1 september. Daarnaast hebben we ook onze nieuwbouwvleugel die we openen begin oktober. Dat zien we ook als een symbolisch moment na 25 jaar waarin we zullen terugblikken, maar ook een beetje zullen vooruit kijken naar de toekomst”, besluit Frederik Chanterie.
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier