Overlegcomité kijkt naar de klok: als terrassen open mogen, wanneer moeten we dan naar huis?

© Sierakowski©Isopix
© Sierakowski©Isopix
Olaf Verhaeghe

Het geplande digitaal Overlegcomité van komende vrijdag buigt zich over alles wat straks buiten moet kunnen. De focus ligt op de heropening van de terrassen – als alles goed gaat vanaf 8 mei – en de komende maanden voor cultuur, sport en andere evenementen. Nu al is duidelijk dat het sluitingsuur voor de terrassen een punt van discussie wordt: experten verkiezen 20 uur, de horecasector mikt resoluut op 23 uur.

We moeten beginnen met het noodzakelijke voorbehoud. De heropening van de horecaterrassen vanaf 8 mei en de rest van het buitenplan werd op het vorige Overlegcomité vastgeklikt aan twee doelstellingen. De eerste – minstens 70 procent van de 65-plussers tegen dan één dosis van het coronavaccin geven – is geen probleem. De tweede – een ‘duurzame verbetering’ van de situatie op de diensten intensieve zorgen – ligt een pak moeilijker. Omdat er geen concrete cijfers aan die ‘duurzame verbetering’ werden gekoppeld, is het ook moeilijk in te schatten hoever we daar vandaag vanaf staan. Op het moment van het vorige Overlegcomité op woensdag 14 april lagen 945 coronapatienten op intensieve zorgen, een week later zijn dat er 925.

Intussen wordt achter de schermen wel alles zo goed mogelijk voorbereid. De bezorgdheden en opmerkingen van de horecasector en de input van de corona-experten werden door coronacommissaris Pedro Facon en zijn team de voorbije dagen tegenover elkaar geplaatst. Dat werk moet leiden tot nieuwe protocollen waarmee de horecazaken zelf vanaf 8 mei aan de slag kunnen.

20 uur? 23 uur? Of toch 21.30 uur?

Het belangrijkste punt van discussie wordt ongetwijfeld het vastleggen van een sluitingsuur. De experten van de GEMS pleiten ervoor om overal tegen 20 uur af te ruimen. Niet alleen leeft bij hen de vrees dat een later sluitingsuur feestjes en te losse contacten op de terrassen tot gevolg hebben, maar er is ook de link met het verbod op het verkopen van alcohol na 20 uur.

De horecasector maakt van 23 uur, een uurtje voor het samenscholingsverbod van kracht zal zijn, een te nemen of te laten . Ofwel wordt het tot 23 uur, ofwel wordt het helemaal niets. Matthias de Caluwé, ceo van Horeca Vlaanderen, vindt 20 uur onacceptabel en ziet iedereen van de terrassen toch opnieuw naar de parken en pleinen verhuizen. Daar is de controle helemaal verloren en mist het heropenen van de horecaterrassen als handhavingsmaatregel het doel compleet. Het alcoholverbod moet voor Horeca Vlaanderen ook mee opschuiven: openen met als voorwaarde dat er na 20 uur geen pintje of glas wijn meer mag worden geserveerd, heeft geen zin.

Het coronacommissariaat komt tussen beide posities in met een compromisvoorstel: openen tot 21.30 uur. Het is aan de federale topministers en vertegenwoordigers van de deelstaten om vrijdag de knoop door te hakken.

Maximaal met zes

Andere voorwaarden voor de heropening van de terrassen liggen al wel zo goed als vast. Zo komt er wellicht een beperking op het aantal mensen met wie we aan een tafeltje mogen zitten. Daarvoor wordt gekeken naar de eigen gezinsbubbel die eventueel met de nauwe knuffelcontacten mag worden uitgebreid. Wel lijkt er een maximum van zes mensen te worden vastgelegd.

Verder moet de afstand tussen de tafeltjes – minstens anderhalve meter – gewaarborgd zijn, zullen overkapte terrassen, veranda’s of partytenten nog tot juni moeten wachten en moeten horecabazen ook werk maken van ventilatie- en ontsmettingsplannen. Personeel draagt vanzelfsprekend een mondmasker, net als klanten die rondlopen. Betalen zal zo veel als mogelijk contactloos moeten gebeuren en de kans is groot dat je ook je contactgegevens zal moeten achterlaten in functie van de contactopsporing.

Testevenementen

Nog op het Overlegcomité worden de definitieve afspraken voor culturele, sportieve en jeugdevenementen voor de komende maanden verder doorgesproken. Woensdag al buigen de ministers van Volksgezondheid zich over de voorwaarden voor een dertigtal testevenementen, naar het voorbeeld van de Nederlandse fieldlabs . Die zouden in principe vanaf volgende week en zeker in de loop van mei georganiseerd kunnen worden. Zeker is dat het afleggen van een coronatest voor én na zo’n evenement belangrijke informatie in verband met de virusverspreiding moet opleveren.

De evenementensector hoopt echter dat het niet bij die testevents blijft, maar dat er ook duidelijke stappenplannen voor verdere versoepelingen voor sport, cultuur en jeugd worden verduidelijkt. Zij komen daarom zelf met een exitstrategie, bouwende op het buitenplan dat vanaf 8 mei events in de open lucht voor maximaal 50 mensen zou toelaten. De volgende fasen – uitbreidingen van het aantal aanwezigen buiten én binnen in juni en de rest van de zomer – zou telkens aan ziekenhuis- en vaccinatiecijfers worden gekoppeld. Het coronacommissariaat en de experten blijven echter voorzichtig en wagen zich niet aan een concrete kalender.