Carlo Lannoo viert kwarteeuw als friturist: “Het vuur blijft branden”
Vandaag, 1 mei is het precies vijfentwintig jaar geleden dat Frituur Carlo uit de startblokken schoot in Blankenberge. Toen nog aan het Leopoldpark, later op de Grote Markt en ondertussen ook alweer vier jaar in de Kerkstraat: het waren vijfentwintig bewogen jaren. “Maar frietjes blijven populair”, aldus Carlo.
Hoewel afkomstig van Zeebrugge, bracht Carlo Lannoo (55) zijn jeugd grotendeels in Blankenberge door. Maar het was in Vosseslag, De Haan dat hij zijn eerste horecazaak opendeed. “Dat was de Mispelburg van wijlen Norbert Brysse. Zeven jaar heb ik dat gedaan, toen ben ik naar Blankenberge teruggekeerd. Ik had daar mijn oog laten vallen op een piepklein advertentietje in De Streekkrant: ‘topfrituur over te nemen’, stond er, en ik had in mijn tienerjaren nog als jobstudent in de frituur van mijn tante gewerkt op de zeedijk van Zeebrugge. Ik had daar leuke herinneringen aan en dacht, ‘misschien is die frituur wel iets voor mij’. Zo ben ik er ingerold”, vertelt Carlo.
Hij maakte van zijn frituur ‘aan de tennis’ een groot succes. “Ooit gestart als Frituur Pascal, dé frituur van Blankenberge en omstreken, was het toen nog een zuivere seizoenszaak. Ik ben daar meteen van afgestapt en koos ervoor om 365 dagen per jaar open te zijn. Dat bleek de juiste beslissing, want het waren de gouden jaren”, klinkt het. De ‘Tien Om Te Zien-jaren’”, noemt Carlo ze. “Nu loont dat niet meer, maar in die tijd bleven we dikwijls tot een gat in de nacht open. Op een gegeven moment had ik wel tien frituren, waaronder ook een in Brugge. Het klassieke babbeltje dat je toen had met de wachtende klant, da’s spijtig genoeg voor een groot deel verdwenen: ze staan nu allemaal op hun telefoons te tokkelen. En de takeaway trend van corona is gebleven. De tijden zijn dus inderdaad wel fel veranderd – de pizza’s en de pita’s zijn er ook bijgekomen. Maar frietjes blijven gelukkig ook populair.”
Door het euvel met de vervallen concessies zag hij zich genoodzaakt om naar de Kerkstraat te verhuizen, een moeilijke periode maar ondertussen bakt Carlo ze daar ook alweer vier jaar goudgeel. Na al die jaren is hij nog altijd even trots op zijn product. “Vlaamser dan friet kan het niet, en ook die goeie ouwe frikandel zal altijd wel een bestseller blijven”, glimlacht hij. “Vergis je niet: een frituur uitbaten, da’s elke dag keihard werken. Een fulltime commitment. Maar ’t is ook een mooie stiel als je ’t graag doet zoals ik. Ik heb vroeger van alles gedaan, maar dit is wat ik het liefste doe. En ‘tutteren’ staat niet in mijn woordenboek.” Al denkt hij ook wel eens aan stoppen. “Soms denk ik zo van ‘waar blijft die oliesjeik met het grote geld’”, grijnst Carlo. “Maar ondertussen blijft het vuur toch gewoon verder branden, en doe ik met plezier voort met mijn stiel.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier