Minister Demir over Ventilus: “In februari duidelijkheid over tracé”

Laurens Kindt

In de plenaire vergadering in het Vlaams Parlement heeft bevoegd minister Zuhal Demir woensdag heel wat vragen gekregen over Ventilus. Volgens Demir is ook minister Hilde Crevits bereid om het dossier donderdag in de ministerraad te bespreken. “Ik schat dat we in februari een definitief tracé zullen kunnen kiezen”, klonk het.

Onder meer Carmen Ryheul (Vlaams Belang) uit Kortrijk, Jeremie Vaneeckhout (Groen) uit Anzegem en Bruno Tobback hadden vragen voor minister Demir (N-VA). “West-Vlaanderen wacht met hoogspanning uw beslissing af. Kiest u voor de maatschappelijk onverantwoorde bovengrondse aanleg of beslist u wat voor iedereen goed is, namelijk een ondergrondse lijn?”, vroeg Ryheul aan de minister.

Haar collega’s Vaneeckhout en Tobback drongen ook aan op een snelle beslissing en opteren voor de bovengrondse aanleg. “De speeltijd heeft lang genoeg geduurd. Alle experten die aangesteld werden, komen tot dezelfde conclusie: alleen bovengronds kan. Wie iets anders beweert, is te laf om te durven zeggen wat er aan de hand is”, sprak Vaneeckhout. “Dit is geen moeilijke beslissing: het gaat om een hoogspanningsleiding langs een autostrade, door een dunbevolkt gebied. Is deze regering nog in staat om de voor de hand liggende beslissing te nemen of wordt ze gegijzeld door een CD&V die amper nog iets betekent in Vlaanderen?”, sneerde Bruno Tobback.

Ministerraad

Minister Demir liet, zoals ze ook dinsdag al liet verstaan, weten dat het dossier in ieder geval donderdag ter bespreking voorligt op de ministerraad. “Voor mij is het duidelijk. Mocht het ondergronds gekund hebben: graag, maar dat is niet het geval. Ik heb ook een pakket flankerende maatregelen klaar, maar nu moeten we vooruit”, klonk het.

Ook Bart Dochy (CD&V), die in dit dossier optreedt als woordvoerder voor de vele CD&V-burgemeesters in het plangebied, kwam tussen in het debat. “Het is toch speciaal om vast te stellen dat sommigen die zich plots in de Brusselse politieke cenakels bevinden, lijken vergeten te zijn van waar ze afkomstig zijn”, sneerde hij naar co-voorzitter Jeremie Vaneeckhout van Groen. “Op het ondergrondse alternatief dat wij voorstelden, heeft professor Westermann niet geantwoord. Vanavond (woensdag, red.) krijgen wij uitleg, morgen zitten de burgemeesters samen om een standpunt te bepalen. Hopelijk heeft de Vlaamse regering nog de bereidheid om naar ons te luisteren”, aldus Dochy.

Tracé in februari

Bert Maertens, N-VA-burgemeester van Izegem, liet zich eveneens horen. “Als ik collega Tobback hoor spreken over een dunbevolkt gebied, moet ik hem dringend eens in Izegem uitnodigen. Onze burgers en bedrijven zijn bezorgd, dan moeten wij daar als burgemeesters naar luisteren. Ik hoop dat de Vlaamse regering bij het bepalen van flankerende maatregelen toch ook aan de bedrijven denkt. Ik zie die, vaak hoogtechnologische, bedrijven toch niet graag vertrekken uit mijn stad”, zei hij.

Minister Demir sloot de discussie af. “Het heeft geen zin om nog langer over de technologie te discussiëren. Zowel het kabinet van minister Somers als het kabinet van minister Crevits hebben me bevestigd dat het dossier morgen naar de regering kan. Dan kan er ook een scopingnota komen, waarin we bepaalde tracés aanduiden. Op die tracés komt dan een milieu-effectenrapportage. Ik schat dat we in februari een definitief tracé zullen kunnen vastleggen, waar we zo weinig mogelijk mensen en bedrijven raken. Die duidelijkheid moet er zo snel mogelijk komen”, klonk het.