De plek waar Vincent Van Quickenborne (titelvoerend burgemeester van Kortrijk, minister van Noordzee (en Justitie) en vicepremier) zijn licht laat schijnen over de West-Vlaamse naarstigheid, is niet zonder betekenis. “De naam van deze cocreatieplek, Hangar K, heb ik op een blauwe maandag bedacht en verwijst naar ‘Hangar 18’, een nummer van de metalband Megadeth. Ondanks het feit dat het moeilijk uit te spreken is voor West-Vlamingen (lacht), staat het symbool voor het broeinest van creatieve werkers dat hier aan de slag is.”
West-Vlamingen heten ‘noeste werkers’ te zijn. Hier zitten we in Hangar K in het hart van het zogenaamde ‘Texas van Vlaanderen’. Hoeveel waarheid zit er in die beeldspraak?
“Je kunt het zien als een hyperbool, maar dat neemt niet weg dat wanneer ik denk aan West-Vlaanderen, daarbij meteen de prachtige uitdrukking alsan deure doen in mijn gedachten schiet. En hoe je het ook draait of keert, onze identiteit ontstaat uit de klei waaruit we voortkomen. Als je kijkt naar ons verleden van vissers, vlassers, landbouwers… gaat het vaak om zware arbeid verricht door mensen die niet te veel spreken. Die doenersmentaliteit zit er wel in.”
“We hebben een sterke geschiedenis, maar we blijven niet stilstaan. Hebben we nooit gedaan: vanuit de vlasindustrie ontstonden grote machinebouwers zoals Vandewiele of Picanol. En zie je dat er opnieuw paaltjes verzet worden, kijk maar naar iemand als Julie Lietaer die gebruikte garen transformeert tot nieuwe stoffen. Of denk aan VEG-i-TEC dat duurzame innovaties ontwikkelt voor groente- een aardappelverwerkende bedrijven – je weet toch dat een op de twee diepvriesgroentezakjes in Europa uit West-Vlaanderen komt, hé?”
“Onze kerktorenmentaliteit speelt in ons voordeel”
“Wat ook bepaalt wie we zijn, zijn onze steden. West-Vlaanderen telt geen metropool, maar wel middelgrote steden. Gevolg is dat we de grootstedelijke problematiek met veel achterstelling zoals in Antwerpen, Brussel of Gent niet hebben en dat draagt bij tot onze economische welvaart. Bovendien hebben we in West-Vlaanderen een heel familiaal ondernemerschap. Je moet er maar eens op letten, bijna alle bedrijven dragen een familienaam: Vyncke, Omer Vander Ghinste, verandabouwer Ostyn, Renson, Termote & Vanhalst… ik kan nog een eind doorgaan. We hebben daarentegen slechts enkele grote multinationals. Die combinatie maakt onze provincie bijzonder crisisbestendig.”
Kerktorenmentaliteit
“Speelt ook in ons voordeel: onze kerktorenmentaliteit. Dat klinkt bekrompen en heeft ook enkele nadelen, maar feit is dat we daardoor ons talent aan boord houden. Vroeger zagen we meer een braindrain door studenten die bleven plakken in Gent of Leuven, maar we merken een kentering. Het aantal studenten in onze provincie (Howest, Vives, Kulak…) stijgt. En straffe ondernemers keerden na een succesvolle omweg langs Italië terug naar de heimat, zoals de bekende ontwerper Lowie Vermeersch met zijn designbureau Granstudio, waar hij in Hangar K onder meer via virtual reality auto’s vormgeeft.”
“In de eerste helft van 2022 is het aantal starters in West-Vlaanderen met 46 procent gestegen ten opzichte van 2019, wijzen cijfers van Voka uit. Je ziet hier veel nieuw ondernemerschap ontstaan. Unizo heeft in februari van dit jaar het Kortrijkse Knuss – een bedrijf dat zetelverwarming installeert in buitenmeubilair, een geniaal idee – verkozen tot nationale starter van het jaar. Ook in de evenementensector laten we van ons horen.
In de backstage van Coldplay wordt er West-Vlaams gesproken, om maar iets te zeggen. De gaming hub komt naar hier, naar Hangar K. Achter ons verrijzen de gebouwen van Flanders Make. Er bougeert van alles langs alle kanten. Ons klassieke, bescheiden alsan deure doen wordt trouwens verrijkt met steeds meer vocaal ondernemerschap – we laten van ons horen.”
(Lees verder onder de foto)
Het gaat goed met ondernemend West-Vlaanderen, maar kan het nog beter?
“Zeker, er zijn om te beginnen missing links op het vlak van mobiliteit. We gaan dit jaar 50 jaar E17 vieren – je moet eens kijken hoeveel ondernemingen zich daarop enten. En ook langs de E403 zie je heel veel bedrijvigheid. Die snelwegen zijn levensaders, maar elders is het soms droef gesteld. Dat de A19 niet is doorgetrokken naar de kust is een gemiste kans vanjewelste. Ik blijf erin geloven.”
“De treinverbindingen zijn niet veel beter. Neem nu de connectie van onze regio met Brussel, die is bedroevend. Met de trein duurt het bijna anderhalf uur. Weet je, ik heb een affiche uit 1925 teruggevonden en toen spoorde je sneller van Kortrijk naar Brussel dan nu. Ook de lijn Brugge-Kortrijk is beschamend traag en dan hebben we het nog niet gehad over de onbereikbaarheid van de Westhoek. We zouden een aantal sneltreinen vanuit onze provincie naar Brussel moeten voorzien. Nu stoppen ze op veel plaatsen en daar heb ik in principe geen probleem mee, maar waarom geen rechtstreekse lijn tussen Ieper en Brussel, bijvoorbeeld?”
“Een ongelofelijk gemiste kans is ook dat we de Waalse werklozen niet tot bij ons krijgen om de vele vacatures in te vullen. In West-Vlaanderen bedraagt de werkloosheid een bespottelijk lage 2,7 procent, terwijl we grenzen aan Henegouwen dat het economisch heel moeilijk heeft met werkloosheidscijfers tot 20 procent.”
Hoe kun je die wel lokken?
“Mensen uit Noord-Frankrijk vinden wel de weg tot in onze bedrijven, maar ja, daar is de werkloosheid in de tijd beperkt tot twee jaar. Bij ons is dat onbeperkt en zadelt ons land op met pyjamawerklozen. We zouden Waalse werklozen moeten verplichten om zich in te schrijven bij de VDAB. Ook het idee dat je eerst de taal moet leren om te komen werken… we zijn hier heel praktische mensen. Een Fransman leert ook geen Nederlands vooraleer hij hier aan de slag gaat, de taal leer je op de vloer.”
Zijn we hard genoeg bezig om de beste van de klas te blijven door onszelf een hele loopbaan lang bij te spijkeren, bij te leren?
“Over het algemeen mogen we in Vlaanderen nog een paar banken vooruit. Europa stipuleert dat tegen 2025 de helft van de mensen tussen 25 en 64 jaar het voorbije jaar een opleiding heeft gevolgd. Momenteel zitten we in Vlaanderen op 20 procent en in West-Vlaanderen op 25 procent. Je ziet wel een aantal initiatieven, zoals het opleidingscentrum The Dive van Unilin, waarbij ze intensief samenwerken met onderwijsinstellingen en daardoor de medewerkers hun hele loopbaan blijven ondersteunen. En ook Howest, Kulak en Vives leveren extra inspanningen via hun academies die zich richten op mensen die al aan het werk zijn.”
“Er zijn niet de gezinnen die zich laten horen over Ventilus maar tot in de directiekamers van grote ondernemingen hoor ik bezorgdheid”
Havens en tal van bedrijven die actief zijn in het havengebied zorgen voor welvaart, maar stoten ook behoorlijk wat CO2 uit. Hoe kijk je als minister van Noordzee naar de toekomst van de havens van Zeebrugge en Oostende?
“Die toekomst kijk ik vol vertrouwen tegemoet. Zeebrugge is de grootste hub om gas in te voeren en stoot inderdaad wel CO2 uit, maar ze zijn volop bezig om de afgevangen CO2 in lege gasvelden in Denemarken te stockeren. Op termijn moet zo de helft van de uitstoot verdwijnen. De federale overheid investeert zo’n 300 miljoen euro om de pijplijn van Fluxys naar het binnenland om te bouwen tot een waterstofpijplijn – en dat is een van de energiebronnen van de toekomst voor transport en bedrijven. Als je waterstof maakt met hernieuwbare energie (zon en wind), is er geen CO2-uitstoot.”
“Met onze windmolens op zee blijven we pionierswerk leveren. Binnenkort zijn die goed voor 6 gigawatt en die groei zal niet snel stoppen. Het belang van de Noordzee als energiecentrale voor de toekomst is niet te onderschatten: deze zomer starten we met drijvende zonnepanelen tussen de windmolens – als eerste land ter wereld. Voor de ontwikkeling van de eerste proof of concept (waarmee de haalbaarheid van het idee getoetst wordt) trekken we 10 miljoen euro uit. Het potentieel is met 1 gigawatt in alle geval niet gering.”
(Lees verder onder de foto)
Al die energie van zee op land krijgen en om daar via hoogspanningslijnen te distribueren, dat is een ander paar mouwen?
“Er zijn niet alleen de betrokkenen bij de bovengrondse hoogspanningslijn Ventilus die van zich laten horen (die gezinnen hadden ze best wel kunnen uitkopen), maar tot in de directiekamers van grote ondernemingen hoor ik bezorgdheid. Nochtans is wetenschappelijk niet bewezen dat leven en werken in de buurt van die pylonen schadelijk zou zijn en we echt wel stappen moeten zetten om te verduurzamen. Soms moet je moeilijke beslissingen nemen en moeten politici die voluit durven te verdedigen.”
Draagt de Noordzee ook op andere vlakken een toekomst in zich?
“Voor de kust van Nieuwpoort is er nu een mosselkwekerij, een zeeboerderij van Colruyt. Om maar te zeggen: onze zee wordt steeds meer onze voedselfabriek. Nu halen we te veel vis uit het buitenland. We zijn ook aan het experimenteren met zeewier…”
Buit West-Vlaanderen, behalve de kust, voldoende zijn toeristische troeven uit? Als je onze provincie naast Limburg zet dat zich profileert als fietsparadijs, liggen daar misschien wel onbenutte kansen?
“Ja, ik kijk soms jaloers naar de Limburgers met hun mooie affiches in de West-Vlaamse straten. Maar gedeputeerde Sabien Lahaye-Battheu benut veel mogelijkheden om een inhaalbeweging te maken. We hebben hier prachtige natuurgebieden met mijn favorieten: de Uitkerkse Polder in Blankenberge en De Blankaart in Diksmuide. En dan zijn er onze waterlopen waarlangs je fietsaders kunt aanleggen. Of we kunnen onze watertorens omtoveren tot panoramische torens. Als ik met ons gezin naar Lo-Reninge ga, dat is zo mooi en zo puur – voor zoveel schoonheid moet je echt niet naar de andere kant van de wereld gaan.” (Dirk Remmerie/foto Thomas De Boever)
Dit interview verschijnt in Bedrijvig West-Vlaanderen, gratis magazine bij De Krant van West-Vlaanderen van komende vrijdag 12 mei 2023. Daar lees je over ondernemen en (levenslang) leren in West-Vlaanderen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier