Nadat op 14 oktober de beslissende slag om Torhout-Tielt begon, was de bevrijding van Ruiselede nakende. Bijna exact vier jaar na de Duitse inval werden Doomkerke en Ruiselede door de Franse troepen bevrijd in de vroege ochtend van 19 oktober 1918, vanuit Wingene. De bevolking reageerde opgelucht en euforisch op de komst van 12.000 Franse soldaten.
We reconstrueren de feiten met info van het erfgoedproject Herinneringseducatie van de dienst cultuur van de gemeente, diverse artikels van heemkring Oud Ruysselede, Joseph Depredomme, Marnix Braet en Yvan Slock.
Midden 1918 waren er in Ruiselede, deel van het bezet gebied, tekenen van het achteruit trekken van de Duitse troepen. Steeds meer zwaargewonden werden van de tram afgeladen en naar het veldhospitaal van ‘t klooster, het lazaret, overgebracht. In oktober en november van 1918 overleden er 47 Franse soldaten in het klooster en het pensionaat, als hospitaal ingericht. In 1973 werden de lijken opgegraven voor een definitieve rustplaats in Chastre in Waals-Brabant, op een Frans kerkhof. Op 1 november was er hier een laatste Duitse luchtaanval met schade en inslagen op de Markt en omliggende velden en weiden.
Op 11 november werd uitbundig gefeest met een fakkeltocht en vuurwerk door de Franse soldaten. Maar een vuurpijl belandde door een openstaand venster van de kerktoren en het hout binnen vatte vuur. Na het blussen ontdekte men er dynamietstaven, onschadelijk gemaakt door een Duitse katholieke soldaat. De kerken bleven nagenoeg intact.
Explosies
In het ‘Parochieboek van Ruysselede’ beschrijft de toenmalige pastoor Gustaaf D’Hoore de bevrijding: “Op diverse plaatsen zoals kruisstraten, bruggen, de Markt, aan de pastorij en bij de kerk en in de Kwakkelstraat (de huidige Poekestraat, red.) vulden de Duitse barbaren putten met dynamiet om zo de wegen voor de vijand onbruikbaar te maken. Op 19 oktober om 5.30 uur deden ze de mijnen springen. Op de Markt stortten twee hoekhuizen in. De toren en het dak van de kerk en de ramen raakten ook zwaar beschadigd. De kerkmeubelen bleven intact, dus konden de ‘godsdienstige oefeningen’ wel plaatsvinden.”
“Heel wat huizen in het centrum liepen zware schade op” – Toenmalige pastoor Gustaaf D’Hoore
“Rond 9 uur kwamen de eerste Franse soldaten uit de richting van de Knok door de Bruggestraat. Bij de oversteek van de Poekebeek liepen ze vertraging op: de bruggen nabij Bruyneels hof en aan café Sebastopol waren gedynamiteerd. Enkele attente burgers hadden de oversteek met bussels hout opgevuld, zodat de wagens toch konden passeren. Heel wat huizen in het centrum liepen zware schade op. In de Aalterstraat werden springladingen met elkaar verbonden tussen de pastorij en café De Reisduif. De leidingen liepen door tot de fabriek van Emiel Billiet. De Duitsers vluchtten meteen weg na de explosies. Een enkele bleef nabij de brouwerij en gaf zich over aan de Franse ruiters.”
Ook de kerktorens stonden op de dynamietlijst en toch bleef die van Ruiselede gespaard, door een succesvolle tussenkomst van de pastoor bij de plaatselijke officieren. Godelieve Deroose gaf daarvoor een verklaring in Oud Ruysselede: “Een paar dagen voor het vertrek van de Duitsers was ik in de kerk. Ik moest er achter het doksaal op de luizolder het orgel blazen. Plots kwam er een soldaat bij mij. Hij wilde hoger in de kerktoren. De deur naar de wenteltrap was gesloten en ik gebood hem de sleutel bij de pastoor te halen. Drie weken later – op 8 december – werd een grote dankommegang gehouden en pastoor D’Hoore zei me toen dat die Duitser een seminarist was. Als toekomstig priester kon hij het niet over zijn hart krijgen de kerk te vernielen en zorgde hij ervoor dat niets kon ontploffen.”
Ossen naar Gent
De mijnexplosies op 19 oktober veroorzaakten veel stoffelijke schade, maar gelukkig geen gewonden. Die waren er wel in Ruiselede in die dagen. Na de bevrijding werd het veldhospitaal in het klooster verder gebruikt door de Fransen. Op 19 oktober viel burgerslachtoffer Cyriel Wyckhuys. “We woonden in café Axpoele en een paar dagen voor de komst van de Fransen moest Cyriel onze os inleveren. Ze kregen het bevel te voet met de ossen naar Gent te gaan. In Gent weigerden ze de ossen”, vertelt zijn broer Gerard. “Terug huiswaarts dus, maar in Zomergem pakten vluchtende Duitsers de ossen af. Via binnenbaantjes gingen ze terug via Lotenhulle naar Axpoele. Daar kwamen ze aan Van Dorens bos in mitrailleurvuur terecht. Cyriel kon nog om hulp roepen naar kompaan Henri Braet, maar stierf. Het lijk werd de dag erna op een hondenkar naar huis gebracht.”
Feiten p>
– Eind september 1918: begin bevrijdingsoffensief, strijd om Houthulst. In Ruiselede is wending oorlogsgebeuren merkbaar. p>
– Jaar 1918: zware opdoffer voor bevolking: de Spaanse Griep (70 slachtoffers in okt-nov). p>
– Vanaf 2 oktober 1918: militair hospitaal ingericht in klooster en lokalen pensionaat. p>
– Mistige zaterdagmorgen 19 oktober: Franse troepen vanuit Wingene door centrum van Ruiselede. p>
– 1 november 1918: laatste Duitse luchtaanval: schade aan velden en weiden. p>
– 11 november 1918: feest om bevrijding met fakkeltocht. p>
(Roland Van De Steene)
100 jaar bevrijding
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier