Wannes Cappelle verwerkt verlies in nieuwe plaat: “Ik wist niet dat verdriet zo rauw kon zijn”

Wannes: “Elke plaat is moeilijk, maar nu waren sommige dingen te heftig om onder woorden te brengen.” © Joke Couvreur
Bert Vanden Berghe

Het is bitterzoet: een plaat promoten die je liever niet had gemaakt. Maar toch wil frontman Wannes Cappelle (44) het doen, als een soort onbewuste rouwverwerking maar vooral als eerbetoon aan Tom Pintens, de muzikant van Het Zesde Metaal die vorige zomer stierf en nog mee aan ‘Het Langste Jaar’ werkte. Het verhaal van de plaat is er eentje van intens verdriet, maar ook van diepe dankbaarheid. “Ik heb een enorme honger gekregen. In álles. Omdat je weet dat de tijd begint in te korten.”

’t Was nen dag. Geweun nen dag g’lijk al d’andere. Het zijn woorden die zelden een voorbode zijn van goed nieuws. Ook op Het Langste Jaar zijn de woorden even hard als het berichtje dat de groep kreeg van zijn muzikant Tom Pintens vorig jaar. Dat het niet goed was. En met de slag was alles anders. De onderhuidse ontreddering op de plaat snijdt diep bij momenten. Tegelijkertijd is het album zacht zalvend, zoekend naar dat lichtje in de verte, zoals het ook weerklinkt in het titelnummer. Het is Het Zesde Metaal op zijn kwetsbaarst, maar misschien ook wel op zijn mooist. Want hoewel de pijn en het gemis nog nazindert bij frontman Wannes Cappelle en zijn kompanen, overheerst langzaam maar zeker toch de dankbaarheid.

Wanneer wisten jullie dat het niet goed was?

“Ergens in april 2022 waren we aan het repeteren. Ik had net gespeeld op een begrafenis van een maat die aan darmkanker was gestorven. Tom vertelde dat hij naar de dokter moest omdat hij last had. Een maand later kwam het slechte nieuws. Hij kon meteen starten met chemo en klonk ongelooflijk strijdvaardig.”

Hoe viel dat binnen de groep?

“Zwaar natuurlijk. Er was nauwelijks een jaar geweest tussen de diagnose en de sterfdatum van mijn maat, en onze bassist Robin had een jaar eerder ook zijn onderbuurvrouw verloren aan darmkanker. Dus het deed wel alarmbellen afgaan, zeker bij Robin. Exact een jaar geleden hoorden we dat er uitzaaiingen waren en wisten we dat het echt slecht nieuws was. Dat heeft de plannen veranderd. Ik had al een paar liedjes geschreven, eerder vrijblijvend. Er was geen druk om een nieuwe plaat te maken. Tot dan. We voelden dat de tijd echt aan het tikken was. We hebben toen beslist om elke twee weken te repeteren en dan te werken in zijn goeie dagen.”

De teksten voor Het Zesde Metaal hebben vaak tijd nodig om te rijpen. Plots zit je, cru gesteld, met een deadline. Hoe ging dat?

“Er was wel al wat materiaal. In de tweede helft van 2022 zaten we in een emotioneel zware periode. Mijn schoonbroer was net overleden en voor mijn vrouw was dat veel. Bijna te veel. Waar zijn de woorden om dat te beschrijven, dacht ik toen vaak. Ik heb in dat half jaar veel stukjes geschreven, maar vooral geploeterd.”

Voor de band kwam het nieuws als een mokerslaag. Toch is de plaat ook opvallend hoopvol.
Voor de band kwam het nieuws als een mokerslaag. Toch is de plaat ook opvallend hoopvol. © Charlie De Keersmaecker

Ik hoef allicht niet te vragen of dit de moeilijkste plaat in jullie carrière was…

“Elke plaat is moeilijk, omdat je je telkens weer moet heruitvinden, tegelijkertijd moet je vooral dicht bij jezelf blijven. Maar nu waren sommige dingen te heftig om onder woorden te brengen. Tom was er nog toen we schreven en repeteerden, maar we wisten niet zeker of hij het zou halen. Je bent aan het schrijven aan een verhaal waarvan je het einde niet kent, maar je wéét dat de mensen het einde wél zullen kennen als het in de winkel ligt. Niet zeker weten of hij er dan nog is, was een heel rare ervaring tijdens het schrijven.”

Het is verrassend genoeg geen zwaarmoedige plaat geworden. Er straalt haast een zekere hoop uit.

“Dat was bij Tom ook zo. Hij was ongeneeslijk ziek maar toch enorm optimistisch, soms vrolijker dan ik hem ooit gezien had. Zeker die laatste zomer dat we tourden. Hij genoot zo van zijn allerlaatste concert in april vorig jaar in het Concertgebouw in Brugge. We moesten hem met de rolstoel tot aan de coulissen rijden, maar op het podium flakkerde hij weer op. De sfeer tijdens de repetities van deze plaat was ook licht in zekere zin. We wilden allemaal zo graag dat het nog zou lukken.”

Welk gevoel gaf dat toen de plaat af was?

“In de muzikale kleur van de plaat hoor ik zijn levenslust. Tom wilde tot het laatste moment léven. En leven was voor hem muziek maken. De speelsheid van de lijnen die hij erin stak… Begin juni vorig jaar zaten we in een gammel studiootje in de Ardennen om alles op te nemen. Dat was zo tof en mooi om te zien. We zijn na die opname in een opblaasbare jacuzzi geëindigd met ons vijven. We wisten: we hebben de eindmeet gehaald. Dat moment was onbeschrijflijk mooi. Voor zo’n momenten ben ik ook enorm dankbaar. Dat is een mooie kant aan het immens triestige verhaal.”

Heb je dan een weerbots gekregen nadat die plaat ingeblikt was?

“Het komt in kleine momenten. Het leven is een specialist om elke keer te zorgen voor afleiding. Toen ik hoorde dat Tom gestorven was, zat ik op IJsland, in de middle of nowhere. Een dag eerder had ik nog gezegd tegen mijn vrouw dat ik meteen na die vakantie op bezoek zou gaan. (stil) Zelfs al ben je erop voorbereid, dan is dat nog alsof ze een ketel water over je heen kappen. Een uur later is er de vraag voor een persbericht, wat later de begrafenis… Je bent die hele tijd bezig met concrete zaken. Het is op onverwachte momenten dat het je overvalt. Dat je aan een piano zit, een lijn van Tom speelt en hij plots in de kamer lijkt te zijn. En dan meteen dat idee van: fuck, hij gaat nóóit meer terugkomen. Dat eerste moment met ons vieren in het repetitiekot, of iemand tegenkomen en in een flits denken dat hij het is, om dan meteen weer… (blaast) Je krijgt het nu en dan binnen, maar het is vaak te groot, te absoluut om het te bevatten.”

Het wordt niet simpel om die nummers te brengen. Toen je speelde op De Warmste Week zag ik je serieus slikken.

“Je staat daar voor die menigte, je kijkt rechts en hij staat er niet. Dat is… (stil) Het is heel dubbel. Het mooiste dat we kunnen doen, is die nummers spelen. Het heeft geen zin om ze in een doos onder de grond te steken. Die muziek brengen is voor mij een manier om er lucht aan te geven. Je voelt dat mensen daar iets aan hebben, als ze vertellen dat ze zaken herkennen in je muziek. Daarvoor alleen is het goed om dat te doen. Maar je stelt je ook de vraag of dat het einde is van Het Zesde Metaal.”

Heb je dat overwogen?

“Die gedachte is gepasseerd, maar je hebt niet alleen de band, maar ook het oeuvre. Die liedjes blijven bestaan. Het is alsof je een arm of voet kwijtraakt en je je afvraagt of het nog zin heeft. Maar dat mag geen reden zijn om ermee te stoppen. Deze plaat is een einde en een nieuw begin tegelijkertijd.”

Sta je als mens nu anders in het leven?

“Je apprecieert nog meer dan vroeger wat je hebt, zegt tegen de mensen die je graag hebt dat je ze graag ziet…”

Iets zegt me dat je dat wel al kon.

“Ik ben me daar ook redelijk vroeg bewust van geweest. Maar ik denk dat je er niet genoeg mee geconfronteerd kan worden. We worden zo snel opgeslorpt door de dagelijkse dingen, zo snel afgeleid ook, dat zo’n momenten een kleine wake-upcall zijn. (denkt na) Wat mij misschien wel veranderd heeft, is het verlies van mijn schoonbroer, die zo plots gestorven is. Tom was een goeie maat en collega, maar voor mijn vrouw is dat haar broer, de mens die ze het liefst zag op de hele wereld. Dat van dichtbij meemaken … Ik wist eigenlijk niet dat verdriet zo rauw kon zijn. Ik was vroeger veel meer geneigd om te zeggen: kop op, we gaan weer verder, het leven doet dat ook. Maar soms gaat dat niet. Soms is het zo klote en is het verdriet te groot, dat het een jaar, twee jaar of een heel mensenleven nodig heeft. Dat begrijp ik nu wel beter dan vroeger.”

Als zoiets gebeurt in je omgeving, maak je je dan geen zorgen over je eigen gezondheid?

“Ik weet niet of ik er banger door ben geworden. (denkt na) Het is misschien een rare anekdote, maar ik speelde ooit mee in een ridderserie (De zoon van Artan, red.) waar Geert Van Rampelberg mij zogezegd de kop moest inslaan met een zwaard. Maar bij de laatste take schiet dat uit zijn handen en valt dat hard neer op mijn hoofd. Ik viel zoals ik moest vallen, had ook verschrikkelijk veel pijn, maar ik kon nog roepen: speel door!. En nadien zie je plots al die geschrokken gezichten rond je. Het lijkt altijd veel erger dan dat je het zelf meemaakt. Als je het zelf meemaakt, schiet je in actie. Dan ben je vooral bezig met een oplossing te zoeken om pakweg de pijn te minderen.”

Het is ook een mooie metafoor voor wat jullie nu doen. Misschien had Tom ook zoiets: ‘speel door!’

(knikt) “Zijn specifieke touch zal er niet meer zijn, maar ik merk dat hij me heeft beïnvloed. Soms denk ik: ah, Tom zou misschien dit of dat opmerken. Ik heb veel van hem geleerd.”

Onlangs raakte bekend dat jullie deze plaat zullen spelen met gitarist Kasper Cornelus.

“Met de groep zijn we duidelijk geweest dat we iemand zoeken om de plaat live te spelen. Hij moet niet de nieuwe Tom Pintens zijn. Je kan dat ook niet zijn, en hij wil dat ook niet zijn. Naar een volgende plaat toe zien we wel. Dat kan met Kasper zijn, maar evengoed beslissen we om er een viool of fagot bij te pakken. Ik vind dat naar Kasper toe ook de meest relaxte gedachte. Ik ga ook nooit zeggen dat hij de plaats van Tom inneemt. We hebben een nieuw bandlid, en we zijn er ook een kwijt.”

Welk nummer van de plaat doet jou het meest?

“Ik was het meest betoverd door Moeder Aarde. Omdat het een mantra is dat ik kon blijven zingen en waar ik niet genoeg kan van krijgen. Jo Francken (producer, red.) merkte op dat zinnen als Bloemen zijn onze zusters ervoor zorgden dat hij het niet meteen twee keer na elkaar zou opzetten en daar heb ik lang mee geworsteld. Want als er één strofe is van heel de plaat die ik het liefst zing, is het deze. Net omdat het een soort ongemakkelijkheid teweegbrengt. Wat ik zelf het meest verrassend vond, was Nog maar begonnen. Ik vond dat fris voor mezelf, ook al omdat het redelijk positief is. Ook qua zanglijn is het erg uitdagend, maar ik ben er heel blij mee.”

Is dat ook het gevoel dat overheerst na deze plaat? We zijn nog maar begonnen?

“Eigenlijk wel, maar dan op alle vlakken. Ik weet niet of het de leeftijd is, maar ik heb een enorme honger gekregen. Om beter te leren gitaar spelen, zingen… Ik wil over alles iets lezen, geen enkel onderwerp uit de weg gaan. Omdat je voelt dat die tijd begint te korten en dat er zoveel mogelijkheden zijn. Ik vind dat boeiend. Werken aan jezelf, ook binnen je relaties met je maten, kinderen en partner. Ik ben enorm met mijn gat in de boter gevallen met het leven dat ik tot nu toe heb gehad, echt waar. Ik heb alles gekregen wat ik wilde. Het enige wat ik nog wil, is mijn kinders groot zien worden en verder muziek spelen. In die zin heb ik geen schrik om dood te gaan. Ik las onlangs dat het leven eigenlijk vooral een aaneenschakeling van obstakels is. Maar ik heb ook geleerd dat elk obstakel weer een kans biedt om er voorbij te raken. We moeten dat omarmen, want dat is het leven. (glimlacht) Dus ja, ik durf geloven dat we nog maar begonnen zijn.”

‘Het Langste Jaar’ van Het Zesde Metaal is nu beschikbaar. Vanaf volgende maand trekt de groep op tournee. Tickets en info: www.hetzesdemetaal.be.