Trompettist Carlos Demey neemt afscheid na meer dan een halve eeuw ambiance op de basket

Carlos Demey kreeg van de club een mooie erkenning nu hij het Telindus fanmuziekje vaarwel zegde en zijn trompet aan de haak hing. © Peter MAENHOUDT
Redactie KW

Meer dan een halve eeuw, exact 52 jaar, zorgde Carlos Demey (75) voor muzikale ambiance tijdens basketmatchen. Hij begon in de jaren 60 bij VGO, werd bekend bij Sunair en het hele basketland. De guitige zeventiger borg begin dit seizoen zijn trompet definitief op. BCO kon zo’n icoon niet zomaar vaarwel zeggen. Een banner in de nok van de Versluys|Dôme en een abonnement voor het leven kreeg hij als geschenk. En natuurlijk van ons een exclusief interview.

Carlos Demey is een echte Oostendenaar van het Hazegras die, eenmaal getrouwd met Marie-Jeanne, snel een huis op de Konterdam vond. Met zijn Marie-Jeanne deelt hij al 80 % van zijn leven lief en leed. “We zijn getrouwd in 1966. Marie Jeanne is vier jaar ouder dan ik. Of ik het groen blaadje was? Ik was een rappe veugel”, glimlacht Carlos Demey. “Ja, we zijn nu 55 jaar getrouwd. Dat is al een term hé. Voordien hebben we vijf jaar gevrijd. We kennen mekaar dus al 60 jaar!”

Carlos Demey heeft nooit lessen aan een muziekschool gevolgd. “De notenleer leerde ik bij Freddy Janssen”, zegt Carlos die vanzelf de voorkeur voor een blaasinstrument voelde. “Ik had aanleg voor trompet en ik vond me daarin. Ik hoorde een liedje en ik kon het meespelen. Aanvankelijk werden de namen van de noten trouwens nog onder de notenbalken geschreven.”

’t Kliekske van ‘t Véégéé

“Via een muziekgroepje van KVGO-voetbal, ’t Kliekske van ‘t Véégéé, met ook Freddy Janssen op Armenonville, kwam ik in het basket terecht, eerst bij KVGO-basket op het Oude Mijnplein en daarna bij Sunair in het stedelijk sportcentrum De Koninklijke Stallingen. We waren met een vijftal muzikanten. Ik begon als tweede trompettist na Freddy, ik ben erin gebleven en ik ben later de man geweest”, vertelt Carlos Demey die zijn band in de beste seizoenen tot tien en zelfs twaalf muzikanten zag toenemen. Bij hen onder meer zoon Alain, dochter Conny en kleinzoon Dave.

Oostendse liedjes

“In de eerste basketseizoenen brachten we vooral potpourri’s en ook kozen we vaak farandole-muziek. Natuurlijk brachten we ook Oostendse liedjes zoals Op de Vismarkt en De Torre van Oostende”, vertelt Carlos.

“Toen ik in de sportarena mister V het orkest leidde, ben ik een beetje overgeschakeld op nog andere muziek zoals Brazil, Samba de Janeiro en ook Tirolermuziek zoals Holzhacker, Heidewitska en Wir kommen alle in den Himmel,… We brachten ook dixie-muziek zoals You are my sunshine; Yes sir, i can boogie; It’s a long way to Tipperary en Eviva Espana.

Ook de klassieker You’ll win stond op ons repertoire. Eveneens speelden we graag songs als Aan het Noordzeestrand en Tandenborstel. In de kersttijd waren we verkleed en speelden we Jingle Bells, We wish you a Merry Christmas en Stille Nacht. Toen liepen we ook rond bij de VIPs en speelden we daar nog rustig enkele liedjes.”

Kwajongensstreken

Carlos Demey stond met zijn orkestleden in voor muzikale ambiance maar hij versterkte soms ook met ondeugende kwajongensstreken de sfeer. Zijn toppers steken in het collectieve Sunair-geheugen. We hebben het dus vooral over de jaren 80 in het sportcentrum en de jaren 90 in de mister V-arena.

“Met Racing Mechelen, onze grote tegenstander, was het altijd de max. Op een bepaald moment had ik een groepje bijeengetrommeld met onder meer taxichauffeur Roger Boone die ook begrafenisondernemer was. Bij een thuismatch tegen Racing Mechelen droegen we een buuzehoed en liepen we met een kist op het terrein. We droegen Racing Mechelen in onze zaal ten grave! Een ander seizoen deelden we aan de Mechelse supporters voor de match pampers uit”, geniet Carlos Demey nu nog na.

“In de Mister V-arena hadden we boven de zitjes van het orkest een mand aan het plafond gehangen. Dat deden we met een systeem met een katrolletje en een touwtje. Op de goede momenten haalden we die mand naar beneden. “In je mande, in je mande”, riepen de supporters naar de coach van de tegenstanders. Lucien Van Kers is vaak figuurlijk daarin gevlogen… maar hij kon ermee lachen”, weet Carlos Demey die ook vele seizoenen een rol vervulde in BCO’s fanclub.

“Ik was op alle thuismatchen en ik heb bijna alle verplaatsingen meegedaan, jaar in, jaar uit. Zelden miste ik een match.”

Geen trompet meer

Sinds begin dit seizoen volgt hij de wedstrijden zonder muziekinstrument in de hand of aan de mond. “Na 52 jaar is er een tijd gekomen om te stoppen”, meent Carlos Demey die ook enkele aanvaardbare redenen opsomt.

“Door corona mochten we anderhalf jaar niet meer naar de zaal komen. Je geraakt eruit. In ons orkest was ik de enige trompettist geworden. We konden ook het geluid van de boxen niet overtreffen. Na mijn fietsongeval in december 2020, waarbij spieren aan mijn bovenarmen scheurden, kan ik niet meer op de grosse caisse spelen. Ik ben trouwens te oud voor een operatie. Ook sukkel ik sinds enige tijd met artrose in mijn handen. Het is genoeg geweest.”

“Aan mijn overgebleven orkestleden heb ik gezegd: kijk, jongens, je mag het me niet kwalijk nemen, ik ga stoppen”, vertelt Carlos die in zijn basketcarrière van meer dan een halve eeuw slechts twee verschillende trompetten gebruikt heeft. “Als je dat een beetje onderhoudt, kan er daar niets aan komen. Thuis heb ik ook nog een splinternieuwe trompet, gekocht als reserve. Daarop heb ik slechts enkele deuntjes gespeeld.”

Met Carlos Demey en zijn band verdwijnt het voorlaatste orkest in het Belgische basketbal. “Bergen heeft nog een mooi bandje, een groepje vanuit het carnavalgebeuren. Elders heb je geen muzikanten meer, behalve soms een trommelaar.”

(Peter Rossel)