Gitarist Joost Noyelle zette met zijn groepen Congress en Liar Ieper op de kaart als het mekka van het muziekgenre metalcore, nu breekt hij potten met zijn huidige band King Hiss waarmee hij op 13 augustus op het hoofdpodium van het metalfestival Alcatraz staat. Corona trok echter een serieuze streep door de plannen van King Hiss, maar anderzijds bood de crisis ook inspiratie voor Joosts nieuwste project Dudsekop: blackmetal in het West-Vlaams.
Joost Noyelle (47) was gitarist bij Congress, een legendarische metalcoreband die internationaal hoge ogen gooide. “De straight edge-levensstijl die we hadden, samen met de combinatie van metal en hardcore, was redelijk verfrissend en vernieuwend.
Liar was een zijproject die er toevallig gekomen is nadat de drummer van Congress niet kon optreden op Ieperfest in 1994. Dus had ik met een andere drummer de nummers van Congress ingestudeerd. Hij was veel beter in metal en ik had nog een paar nummers die een beetje extremer waren. Zo is Liar ontstaan, met een andere zanger. Dat waren een beetje de grondleggers van de metalcore in de jaren negentig.”
Je stopte met Congress en Liar rond de eeuwwisseling. Was het meteen met het idee om voort te doen in de muziek?
“Zeker, maar op een gegeven moment moet je prioriteiten stellen. Ik had een bakkerij in Langemark, mijn oudste dochter werd geboren… Ik heb nog het hobbyprojectje Kingpin gehad waarin ik zong. Na één cd gaf ik daar de brui aan omdat ik me geen zanger voelde. Dan volgde Man’s Ruin, dat heeft niet lang bestaan, maar enkele nummers heb ik kunnen houden voor King Hiss, mijn huidige band. Ondertussen zijn mijn kinderen 21 en 19 jaar oud. Het zijn volwassen vrouwen die hun plan trekken waardoor ik nu meer tijd heb om op te treden. Mijn dochters zijn ook vaak samen aan het jammen. Mijn oudste speelt akoestische gitaar en zingt opera. De jongste speelt piano en is nu begonnen met basgitaar. Misschien zullen ze later ook een bandje hebben waar ik dan manager van kan zijn. Samenspelen is voorlopig nog taboe. Dat mag ik niet doen.”
Ondertussen bestaat King Hiss ook al bijna tien jaar.
“We hebben al een redelijke weg afgelegd: een paar keer op Graspop gedaan en in het voorprogramma gestaan van enkele grote bands. We hebben getoerd, onder andere een clubtour met Channel Zero in 2017. Naar aanleiding van ons tienjarig bestaan in 2022 zal onze eerste cd Snakeskin opnieuw uitkomen op vinyl en we zullen daar ook iets speciaals rond doen wat optredens betreft, wellicht een tour in België en misschien een Hissfest als afsluiter.”
Was corona een groot streep door de rekening van King Hiss?
“We hadden net de cd Earthquaker gereleaset. Het was de bedoeling om weer te toeren, maar na drie concerten was het boeken toe. Alcatraz op 13 augustus is het eerste optreden in heel lang en dan volgt weer een reeks tot en met het najaar. Het zijn wel redelijke kleine zaaltjes dus het voelt ook een beetje als herbeginnen van nul. In de covidperiode heb ik al mijn duistere inspiratie in een nieuw project gestoken: Dudsekop. De bedoeling was om alles zelf te doen. Ik kan veel, maar niet drummen. Gelukkig kon ik Bert Gillemont – uit Ieper – strikken. Met Dudsekop maak ik extreme blackmetal, waarin ik zelf zing in het West-Vlaams.”
In het West-Vlaams?
De plaat zal Liksems heten, lidtekens in het West-Vlaams. Ik denk dat ons dialect in de lift zit. Het wordt ook populairder bij de jeugd en als je luistert naar Noorse blackmetal dan verschilt dat niet zoveel van het West-Vlaams. Ik gebruik veel van die oudere termen en zinsneden. We repeteerden in de kelder van de drummer. Het was ijskoud en het sneeuwde, dus dat paste goed in het plaatje.”
Wanneer krijgen we het te horen?
“Sowieso gaan we de plaat niet uitbrengen in de zomer want het is zeker geen zomerse muziek. Het moet passen in de sfeer van de winter, dus ik denk omstreeks oktober/november als het weer begint te vriezen. Ik zal eerst een clip releasen, waarschijnlijk in september. Dan is de vraag of we ook zullen optreden. We zijn maar met z’n tweeën, maar ik zou een band kunnen samenstellen als de interesse er is.”
We staan aan de Menenpoort. Welke betekenis heeft dit gebouw voor jou?
“Ik heb niet echt veel binding met de Menenpoort, maar wel met Ieper en het erfgoed van de hardcore in deze stad. Ieper is altijd een centrale plaats geweest, onder andere door Ieperfest en de Vort’n Vis. Als puber kende ik ook alle goeie skatespots in Ieper. Nu heb je een skatepark, maar vroeger moest je naar de muurtjes bij de RTT.”
De muziek van Dudsekop is donker en doet me soms denken aan de gruwel van WO I.
“In een nummer van Dudsekop wordt de oorlog vermeld. Dat onze grootouders streden tegen de Duits. Het zou kunnen dat ik eens iets doe rond de oorlog. Voorlopig staan er negen nummers op de plaat, maar ondertussen heb ik al veel andere ideeën. Als het goed loopt, wil ik er zeker een vervolg aan breien en dan kan het wel zijn dat ik de geschiedenis en het erfgoed van de streek meer zal uitdiepen.”
(TG)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier