Kunsthistoricus Till-Holger Borchert heeft deze week Musea Brugge verlaten en ingeruild voor het directeurschap van het Suermondt-Ludwig museum in Aken. Op zijn laatste werkdag, terwijl hij zijn kantoor aan het ontruimen was, gaf de Duitse Bruggeling ons een afscheidsinterview.
“Ik blik met trots terug op meer dan twintig jaar bij Musea Brugge”, zegt Till Holger-Borchert (55). Niets liet uitschijnen dat deze Hamburger baanbrekend kunstwetenschappelijk onderzoek voor Brugge zou realiseren. “Ik studeerde eerst Japanologie aan de universiteit van Bonn, maar hield het amper een semester vol en schakelde over naar kunstgeschiedenis. Dat was veel interessanter”, bekent hij.
Brugge 2002
Na zijn master werkte Till-Holger Borchert als cultuurjournalist en als wetenschappelijk medewerker bij tentoonstellingen van oude meesters. Hij legde zich toe op de reflectografie: materiaaltechnisch onderzoek naar de ondertekening van laatmiddeleeuwse schilderijen. “Ik deed dat onder meer voor schilderijen van Hans Memling. Dirk De Vos, toen conservator van het Groeningemuseum, refereerde hier genereus naar in zijn grote Memling-monografie.”
“In 2000 vroeg conservator Hilde Lobelle mij om mee te werken aan Brugge 2002 Europese Culturele Hoofdstad. Ik werd curator van de expo Jan van Eyck en de Mediterrane Wereld. Dat was a once in a lifetime experience: nooit meer zouden zovele Vlaamse en Franse Primitieven voor één expo verzameld worden.”
“De verzekeringswaarde van de kunstwerken bedroeg meer dan een half miljard euro! Ondanks Nine Eleven (de aanslag op de Twin Towers in New York op 11 september 2001, red.) gaven Amerikaanse musea onverwacht snel groen licht voor bruiklenen en viel de verzekeringspremie toen nog mee.”
Directeur
Deze expo lokte meer dan 300.000 bezoekers. Brugge 2002 legde Till-Holger Borchert geen windeieren: hij werd in 2002 adjunct-conservator en een jaar later conservator van het Groeningemuseum, waar hij verantwoordelijk was voor expo’s alsMemling en het Portret, Van Eyck tot Bosch en Karel de Stoute. In 2014 werd hij, na het vertrek van Manfred Sellink, algemeen directeur. Een duobaan met Hubert De Witte die resulteerde in de Triënnales en expo’s met William Kentridge en Kehinde Wileyn.
“Burgemeester Patrick Moenaert was zeer ambitieus op cultureel vlak, hij zorgde altijd voor voldoende budgetten. Voor de verkiezingen van 2012 vertrouwde hij mij en Manfred toe:als ik hier weg ben, zullen jullie problemen krijgen… Manfred begreep de hint en solliciteerde met succes bij het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen.”
“Ik had een meer romantische kijk op het leven, wou Musea Brugge continuïteit bieden en bleef op post. Aanvankelijk met succes, te meer omdat burgemeester Renaat Landuyt met de Triënnales de artistieke uitstraling van de stad wou moderniseren. Ik ben blij dat ik mijn steentje mocht bijdragen.”
Kritiek
Till-Holger Borchert kreeg felle kritiek wegens het moderne onthaalpaviljoen op het Gruuthuseplein: “De bushalte voor het paradijsportaal van de Onze-Lieve-Vrouwekerk stoort veel meer!”, zegt hij daarover. Hij nam Renaat Landuyt, schepen Boudewijn Laloo en de Vrienden van de Musea mee naar de nieuwe vleugel van het Prado in Madrid: “Dat was een eye opener voor Bruusk. Als Brugge op cultureel vlak in de Premier League wil blijven spelen, moest het investeren in een expohal.”
Reorganisatie
In maart 2020 werd Till-Holger Borchert het slachtoffer van de reorganisatie van Musea Brugge, ondanks een mooi palmares met twintig tentoonstellingen. Hij werd vrijgesteld van de taken van algemeen directeur om zich ten volle te kunnen wijden aan het versterken van de internationale relaties met musea, galerieën, verzamelaars en kunstenaars. “Het verraste mij niet, dit is de logica van het Machiavellisme: er moest iemand opgeofferd worden. Ik aanzag dit niet als een degradatie, ik was fier op mijn werk. Maar corona maakte het onmogelijk om veel te realiseren.”
Brusk
“Toen ik vernam dat het Suermondt-Ludwig museum in Aken op zoek was naar een nieuwe directeur, heb ik toegehapt. Ik ben 55 jaar, een mooie kans op een nieuwe uitdaging. Het was dat of meewerken aan een zoveelste expo over een Vlaamse Primitief. Universiteitsstad Aken is groter dan Brugge, zijn museum heeft een bredere collectie.”
“Mijn afscheidsboodschap? Nu het internationaal toerisme herleeft, moet Brugge ambitieuzer zijn. Brugge telt 7 miljoen toeristen per jaar, de Musea loken amper 800.000 bezoekers, onder wie veel Bruggelingen. Hoe zal Brusk gerund worden? Het ontgoochelde mij dat een Brugse collega zei: Hasselt zal jaloers zijn! Hasselt? De lat moet veel hoger gelegd worden!”
Triënnale
“Om een internationaal publiek te lokken, moeten Musea Brugge opteren voor een publiek-private samenwerking en een ervaren internationale partner laten mee programmeren in Brusk. Hetzelfde geldt voor de Triënnale: die heeft extra middelen en personeel nodig, als een vierde editie nog betekenisvol wil zijn. Met de huidige structuur van Brugge Plus zal het niet lukken.”
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier