De fans van ‘Familie’ zijn bijzonder opgetogen met de terugkeer van Marie-Rose, het personage dat Martine Jonckheere al sinds het prille begin vertolkt op VTM. De Roeselaarse actrice maakt daarmee haar derde comeback en is blij met de richting die haar personage uitgaat. “Ik wens Marie-Rose wel nog een goeie minnaar toe.”
Eind dit jaar is het dertig jaar geleden dat de televisieserie Familie voor het eerst op antenne ging, over het wel en wee van de familie Van den Bossche. Doorheen de jaren werd de familie veel groter en werd het een komen en gaan van personages. Sommige acteurs werden vervangen, maar aan bepaalde personages werd niet geraakt. Dat geldt ook voor Martine Jonckheere, samen met Jef Desmedt (nonkel Jan) en Annie Geeraerts (de bomma), de enige uit de allereerste aflevering die vandaag nog te zien is op antenne.
Heb je getwijfeld toen ze je opnieuw vroegen?
“Eigenlijk niet. De mensen die nu aan het bewind zijn, hebben altijd vertrouwen in mij gehad. En daar ben ik heel blij en dankbaar voor. Ik ben ook blij dat mijn rol nooit werd overgedragen aan iemand anders. Ik herinner me nog de gevleugelde woorden van Mike Verdrengh: Of je nu een koe of een actrice voor de televisie zet… niemand is onvervangbaar . Dat is ergens ook altijd mijn uitgangspunt geweest. Toen ik de laatste keer terugkeerde, stond ik er ook wel op dat ze op zijn minst een opening zouden laten om terug te keren. Die kans is er nu voor mijn personage, omdat ze kan vrijkomen.”
Technisch gezien lijkt me dat niet te onderschatten. Draaien in volle coronatijden…
“Nee, maar ik ben ook heel dankbaar dat we kunnen draaien. Bij Familie zijn ze heel streng. En terecht ook natuurlijk. Van zodra we binnenkomen handen ontsmetten, mondmaskers op… Twee tot drie keer per week worden we getest. Ik heb al verschrikkelijk veel sneltesten achter de rug. (lacht) Maar ik kan er over het algemeen wel goed tegen, merk ik. Het is ook niet zo dat we dan meteen iedereen kunnen knuffelen. Scènes waar we elkaar moeten vastpakken, worden zorgvuldig gepland. Dat heeft wel een heel vreemd effect. Als ik pakweg Günther (Levi, red.) moet vastpakken, dan voelt dat raar aan, simpelweg omdat we dat niet meer gewoon zijn. Alsof het niet oké is als je elkaar vastpakt, waar dat vroeger de normaalste zaak ter wereld was.”
Sinds de vorige keer zijn er ook nieuwe personages bij gekomen. Hoe is dat?
Welke raad zou je een jonge acteur willen geven?
Kan je ermee leven dat je wellicht voorgoed zal gelinkt worden aan Marie-Rose?
“Ja. Marie-Rose is mijn tweede leven geworden, mijn tweede naam haast. Ze zit onder mijn vel. (denkt na) In het begin had ik daar wel wat moeite mee. Ik had jarenlang theater gedaan, wat mij veel appreciatie opleverde en opeens leek ik verbrand en kreeg ik een soort negatief aanvoelende stempel op mij: soapactrice. Daar heb ik het lang moeilijk mee gehad. Dus toen mensen mij aanspraken als Marie-Rose, had ik altijd de neiging om te zeggen: Het is Martine, hoor!. Nu nog trouwens. Ik heb lang het gevoel gehad dat ik mij moest verdedigen. Maar ik kan er nu na al die jaren wel mee lachen als iemand zich verspreekt en mij zo aanspreekt.”
Hoe gaat het met de Marie-Rose 3.0?
Heb je inspraak in de verhaallijnen?
“Ik heb wel de indruk dat er naar mij geluisterd wordt. Dat merk je aan kleine dingen in de scripts, maar er zijn zoveel mensen die inspraak hebben op die verhaallijnen… Ik voel wel dat er heel hard gewerkt wordt om de hartslag van de reeks goed onder de knie te krijgen.”
Had je geen schrik dat ze van Marie-Rose nu de ultieme slechterik zouden maken, die kwaad en gefrustreerd op wraak zint?
(blaast) “Als ze je echt door en door slecht maken, dan is de kans heel groot dat het vroeg of laat ook het einde van je personage betekent. Nee, dan ben ik heel tevreden hoe het nu verloopt.”
Wat was het moeilijkste aan terugkomen? Had je het gevoel dat je je trots aan de kant moest schuiven?
“Ik heb dat niet zo ervaren, nee, omdat ik wist dat de vraag kwam vanuit een vorm van respect. Mijn ontslag kwam er omdat ik gevraagd had om minder te werken, omdat ik voelde dat ik voor mezelf moest kiezen. Het werd me allemaal even te veel en ik wilde vermijden dat ik uitgeblust raakte.”
Een ontslag is al niet makkelijk, laat staan dat iedereen er dan opeens een mening over heeft.
“Ik zit niet op sociale media, maar toen hoorde ik bij mijn kapper dat er mensen schreven dat ze blij waren dat ik ontslagen was. Ik kan daar niet bij. Dat je iemand anders ongeluk toewenst. Het lijkt alsof het steeds moeilijker wordt om iets positiefs te zeggen over een ander. Terwijl dat niet zo moeilijk is. Zelfs toen ik niet meer bij Familie speelde, stuurde ik af en toe nog iemand een berichtje om hen proficiat te wensen voor hun acteerprestatie. Wij zijn ook maar mensen van vlees en bloed.”
“Ik kan er niet bij dat je iemand anders ongeluk toewenst”
“Ik krijg soms ook rare reacties. Op straat sprak iemand mij aan die zelfs begon te wenen omdat ik ontslagen was, maar die ook blij was dat ik nu kon rentenieren . Dan moest ik mij toch ook efkes omdraaien… (lacht) Ja, dat is nog altijd een groot misverstand. Het is niet gemakkelijk geweest, nee. De afgelopen zes jaar hebben wij op ons spaargeld geleefd, maar ik ben iemand die dat niet laat zien. Die trots heb ik geërfd van mijn mama. Maar ik ben ook niet te beroerd om eerlijk te antwoorden als ze mij iets vragen. Ben ik rijk? Nee. Maakt het gebrek aan werk mij soms ongelukkig? Ja. Maar je moet vertrouwen blijven hebben dat het goed komt. Al wordt dat er met het ouder worden niet altijd makkelijker op.”
Iets zegt me dat je man in dit hele verhaal een grote steunpilaar is.
“Absoluut. Filip en ik zijn al bijna 41 jaar samen. Hij is zelfstandig muzikant en heeft het ook niet altijd makkelijk gehad. Hij heeft met verschillende groepen de wereld afgereisd, onder meer met Arno, maar rijk is hij daar zeker niet van geworden. Hij is heel goed in alles relativeren. En natuurlijk vallen er ook wel eens woorden tussen ons, maar meestal wordt dat opgelost met een lach. Hij gaat ook nooit iets kwaads zeggen over iemand. Hij is er altijd voor mij. Toen ik ontslagen werd, was dat een heel raar gevoel. Je zit jarenlang in die machinerie, die opeens stopt. Plots heb je tijd om ’s morgens op je gemak koffie te drinken. En toen zag ik Filip naar de vogeltjes kijken met zijn verrekijker. Hij toonde mij waar de vinken zaten, meesjes, roodborstjes… Opeens zag ik weer de jaargetijden veranderen, wat een openbaring was na zo lang in een studio te werken. Hij herinnert mij vaak aan het feit dat de eenvoudigste dingen in het leven ook de mooiste zijn.”
Staat er nog iets op je verlanglijstje?
“Ik droom ervan om eens met Wout van Aert de Hotond (helling tussen Kluisbergen en Ronse, red.) op te fietsen, die achter onze deur ligt. Weliswaar met mijn elektrische fiets. (lacht) Ik vind dat hij heel mooi in het leven staat. Hij doet mij aan Filip denken toen hij jong was. Hij kan ook goed relativeren, en weet geen kwaad woord over zijn tegenstander… een voorbeeld voor de jeugd. Of eens meerijden in een volgwagen in de koers. Dat lijkt me ook geweldig. Daarvoor mogen ze mij altijd vragen. Topsporters in het algemeen vind ik prachtige mensen. Ik heb zelf nog aan keurturnen en ballet gedaan en weet dat daar de nodige opofferingen bij komen kijken. Maar hoe die topsporters zich inzetten en buitenaardse prestaties afleveren, daar kan ik alleen maar respect voor hebben.”
Zijn er nog rollen die je ambieert?
“Ik zou echt héél graag eens een rol in een film spelen. En ik droom van een rol in het West-Vlaams. Wel grappig, vroeger deed ik vaak auditie over de grens, en daar had ik altijd sneller een rol beet dan hier in Vlaanderen. Dat is ook zo aan de Franse kant. Onlangs kreeg ik nog het aanbod om een commercial voor lingerie te draaien. Binnenkort werk ik mee aan een documentaire over oorlogsbommen in de zee, gemaakt door een groep Waalse jongeren. Ik vind het altijd fijn om samen te werken met jonge, beloftevolle mensen.”
‘Familie’, elke weekdag om 20 uur bij VTM.
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier