Maak kennis met Willy Organ, de meest bizarre (West-)Vlaamse artiest

Ook de promotionele beelden van Willy Organ zijn op z'n zachtst gezegd 'bijzonder'. © gf
Wouter Verheecke
Wouter Verheecke Medewerker KW

Er staan tegenwoordig nogal wat straffe, Nederlandstalige acts in de hitlijsten, maar Willy Organ steekt er met zijn kale kop en brede schouders bovenuit. “Geef toe, veel spannende muziek zit daar toch niet tussen, hé? Voor mij mag het gerust wat gewaagder zijn. Dat ik daardoor niet bij iedereen in de smaak val, kan mij echt niet schelen.” Maak kennis met het ‘enfant terrible’ van de huidige Vlaamse popscene.

Er weerklinkt hiphop uit de boxen van zijn homestudio, wanneer we bij Simon Platteau langsgaan. Verrassend, want als Willy Organ maakt de gewezen West-Vlaming vooral eighties-achtige synthpop. Vorig jaar zwierde hij meer dan tien tracks met zelfgemaakte clips op YouTube en na elke show dikte zijn Kerk van Willy-fanbase in sneltempo aan. Zo liet hij zich ook opmerken bij platenlabel NEWS, dat in juni zijn eerste plaat uitbracht. Jonge Plant was na twee weken uitverkocht en ondertussen blijft Willy zijn productieve zelve.

Vorige week kwam je met een halloweensong op de proppen: ‘Kom Je Ontvoeren Vannacht’. Die is in meerdere opzichten anders dan je eerdere nummers.

“Klopt. Het is wel degelijk 100 procent Willy Organ – want wie anders zou een rappende hond in zijn clip stoppen? – maar nu werkte ik voor het eerst samen met een professionele filmcrew. Regisseur Jonas Govaerts (Welp, Tabula rasa, red.) stelde voor om eens samen te werken. Na wat aarzelen, ben ik daar uiteindelijk toch op ingegaan. Voorheen maakte ik alle videoclips zelf, voor mijn greenscreen. Ik zag mijn beperkingen daarbij als de grote meerwaarde, want ik hou wel van dat onbedoeld geklungel. Maar nu ik een platendeal heb, was ik klaar voor de volgende stap in mijn carrière. Het je-m’en-foutisme mocht er wat uit. Ook de song zelf is qua productie veel rijker, met voor het eerst echte drums en strijkers. Daarvoor kon ik zelfs iemand van het Brussels Philharmonic strikken.”

https://www.youtube.com/watch?v=FwJ4-vZmxuE

Die rappende hond is de West-Vlaamse rapper Steven H. Hoe kwam je bij hem terecht?

“Wij kennen elkaar al lang en we zien elkaar geregeld, want we zitten in dezelfde muziekquizgroep. Een van mijn eerste optredens met dit project was zelfs op Stevens verjaardagfeest, bij hem thuis. Dat was heel raar, voor vijftien man met taart en koffie, maar hij was meteen fan. Hij is zeker niet de beste rapper, maar hij doet wel keihard zijn best. Net daardoor past hij wel bij wat ik doe. Daar zit namelijk iets tragisch in, wat ik dan weer hilarisch vind.”

Met wie wil jij nog wel eens samenwerken?

“Dankzij diezelfde regisseur heb ik nu een cameo te pakken in de nieuwe serie #FYVVM (Fuck you very very much, red.),die binnenkort te zien is op Vier. Daarbij speel ik mezelf die Paul Severs covert, bijgestaan door twee jonge danseressen op keytars. Ik vroeg dj-producer Yves Deruyter om een remix van die cover te maken, maar hij snapte het idee duidelijk niet.” (lacht) “Mathieu Terryn van Bazart heeft mij gevraagd om samen werken, waar ik graag op inga. Zelf wil ik wel eens met Jessy De Smet van The Mackenzie ft. Jessy in de studio duiken. Is dat verrassend? Ik wil niet echt een vaste stijl, want ik ben alles snel beu, maar ik wil in ieder geval wel in mijn moedertaal blijven schrijven. Dat vind ik wel fris. Bovendien is mijn sound sterk geïnspireerd door de Vlaamse volksmuziek en de Hollandse smartlappen. Daar kun je geen Engelstalige tekst op zetten.”

Dat vertel je allemaal heel serieus, terwijl je toch veel humor in je werk stopt?

(denkt na) “Er zit zeker een serieuze grond in mijn teksten, wat ik weliswaar meteen teniet doe door de geflipte videoclips. Net die tweestrijd maakt het echter interessant, vind ik. Ik wil niet alleen maar grappig of serieus zijn. De clips helpen me om die extra dimensie mee te geven. De song en de video hoeven dus niet per se dezelfde boodschap uit te dragen. Zo creëer ik een bevreemdend contrast, maar het mag natuurlijk niet té willekeurig zijn.”

Je choqueert daarbij wel graag. In tijden waarin iedereen de mond vol heeft van ‘selfcare’ en kwetsbaarheid, heb jij het over faalangst. “Een ziekte van de tijd, maar niet van mij”, zing je daarover.

“Dat is natuurlijk heel ironisch, want net over dat ene nummer twijfelde ik heel hard. Ik zoek graag de grenzen van het fatsoen op, maar ik stel mezelf dus ook wel eens in vraag. Ik wil geen muziek maken die zelfs uw tante Josianne kan pruimen, maar hier ga ik er misschien toch wat over. Nu ja, you love it or you hate it. Ik merk dat ik vooral een jong publiek aanspreek. Ik word nu namelijk wel eens achterna geroepen in de Overpoortstraat, door studenten die een selfie willen. De twintigers die nu staan mee te zingen op mijn optredens, zaten nog op de lagere school toen ik hun leeftijd had. Hoe gek is dat? Zij beschouwen me wellicht als die oude zak met zijn coole muziek die plots op hun feestje opduikt.”

Dat vertaalt zich dan in bizarre bio’s op Instagram, waar je jezelf onder meer omschrijft als ‘hip dad’?

“Ja! Tegenwoordig geven jongeren die zich niet identificeren met het geslacht waarin ze geboren zijn, daar ook aan hoe je hen mag aanspreken. Maar bij mij is dat dus he/him/his. Ik ben geboren als man en ik voel mij ook man. Bij wie dat zo uitgesproken is, zie je dat normaal niet verschijnen, maar ik doe het dus wel. Stating the obvious!” (lacht)

Willy Organ:
Willy Organ: “Ik wil niet alleen maar grappig of serieus zijn.”© gf

Minder voor de hand liggend was ‘Niet Om Te Zien’: je eigen coronashow waarbij je het levenslied de 21ste eeuw binnen sleurde. Hoe kwam dat tot stand?

“De Vooruit vroeg me om die persiflage op Tien Om Te Zien te cureren, waarop ik Belgische en Nederlandse acts als Stippenlift, Goldband en Borokov Borokov uitnodigde. Operazanger Benjamin Meirhaeghe bracht zijn versie van Chérie en Sophie Straat zong klassieke smartlappen over actuele thema’s als gentrificatie. Ikzelf praatte de boel aaneen door de artiesten voor te stellen of te interviewen, en ik heb er natuurlijk ook zelf opgetreden. De avond is voor mij geëindigd aan een kabel, in de nok van de concertzaal. Dat was dus vrij heftig, zeker in dit coronatijdperk, maar als entertainer moet je je kunnen aanpassen.”

Wat mogen we nog meer verwachten van jou?

“Ik bouw voort aan het Willy Organ-universum en blijf creatief op verscheidene domeinen. Zo werk ik nu aan mijn merchandising, met schreeuwerige T-shirts en baby rompers. Wie weet, maak ik wel eens een eigen horrorfilm. Op muzikaal vlak blijf ik sowieso evolueren. Ik wil niet zoals AC/DC zijn, die op hun nieuwe single nog steeds hetzelfde klinkt als vijftig jaar geleden. Op mijn 85ste wil ik orkestrale filmmuziek maken!” (lacht)


Wie is Willy Organ?

Simon Platteau (35) werd geboren in Ieper en groeide op in Poperinge. Hij zat op internaat in Brugge en trok daarna naar Gent, waar hij schilderkunst en orthopedagogie studeerde.

Nu woont hij in Lovendegem en werkt hij als creatief therapeut in het Psychiatrisch Centrum Gent – Sleidinge.

Voorheen speelde hij in de rockband The Tubs. Sinds vorig jaar heeft hij dit soloproject, waarbij hij Nederlandstalige pop maakt.