“In Oostende begon Hugo Claus’ artistiek bestaan”

Curator Marc Didden bij het manuscript van het gedicht 'Oostende' van Hugo Claus © (Foto ML)
Redactie KW

In Bozar loopt de expo Con Amore over Hugo Claus. Terecht belicht curator Marc Didden er onder meer het belang van Claus’ passage in Oostende bij het schrijversdebuut van één van onze grootste auteurs uit de 20ste eeuw die precies 10 jaar geleden overleed.

Beticht van collaboratie belandt het gezin Claus kort na WOII vanuit het Kortrijkse in Oostende. Vader Jozef hervat er zijn druk- en uitgeversactiviteit weer vanuit de Karel Janssenslaan aan het stadspark. De jonge Hugo schrijft er op een hotelkamer ter hoogte van het Zeeliedenmonument zijn eerste roman, de Metsiers. “Het belang van Oostende valt moeilijk te overschatten in de carrière van Claus”, zegt Didden. “Na een paar conflicten met zijn vader was hij ingetrokken bij Roger Hermans de uitbater van Hotel de Londres aan het Klein Strand. De vrouw van de hotelier had zich van het leven benomen en Hermans vond in de jonge Claus een kompaan bij zijn nachtelijke sorties. ‘Daar is mijn bestaan begonnen te vergaan’, is veelzeggend de eerste regel van zijn gedicht ‘Oostende’.”

Volgens Didden beloofde de hotelier de jonge Claus 25.000 frank als hij zijn eerste roman zou voltooien. Hij hield woord en als Claus met De Metsiers ook nog eens 25.000 frank binnenrijft als laureaat van de Leo Krynprijs, trakteert hij zichzelf op een eerste trip naar het Parijs van de existentialisten. In Oostende ontmoet hij ook zijn eerste grote liefde: Elly Overzier: “Zij is de dochter van een Nederlands ondernemer die zakenpartner werd in een Oostendse rederij. Samen trekken ze in 1950 naar Parijs waar Elly de filmwereld verkent en een rol vangt in Olivia.”

Geregeld komt Claus nog terug naar zijn Oostendse hotelkamer o.a. in 1952 om er aan zijn tweede roman ‘De Hondsdagen’ te werken.

Inspiratie

Voorts houdt Claus zich in Oostende onledig met bioscoopbezoek en het volgen van bokslessen bij coach Theo Vanhaverbeke. Hij ontmoet er in 1948 ook de 50 jaar oudere boekhandelaar Henri Vandeputte, ooit directeur van het kursaal, uitgever van ‘Le Carillon’ en bevriend met Ensor en Spilliaert. In zijn boekhandel stelde Claus zijn eerste werken, inkttekeningen, tentoon: het begin van zijn carrière als beeldend kunstenaar.

Om Oostende cultureel te situeren stoffeert Didden zijn tentoonstelling met werk van o.a. ‘James Ensor, Léon Spilliaert, Thierry de Cordier maar ook cineast Henri Storck. “Ik leerde Storcks werk kennen als student aan de filmschool in Brussel en heb er voor het eerst zijn film ‘Images d’Ostende’ gezien. Later heb ik Storck als minzame man beter leren kennen binnen de Raad van Bestuur van het Koninklijk filmarchief. Ik toon ‘Images d’Ostende’ ook in de expo”, aldus Marc Didden die vorig jaar een week kwam bezinnen in Oostende om te beslissen of hij al of niet het curatorschap van de expo zou aannemen. “Ik herinner mij ook dat ik al wandelend ter hoogte van de Rock Strangers – kan dat kunstwerk niet naar de zeebodem verhuizen? – de titel Con Amore bedacht.”

Verdwenen

“Het werd geen bedevaart in het spoor van Claus, maar Oostende- waar Europa eindigt en de wereld begint – is nu eenmaal makkelijk te bereiken voor een autoloze Brusselaar als ik. Daarbij proef je er naast de zee- ook de stadslucht en ik ben een stadsmens. Vroeger maakte ik er in Oostende een ritueel van om boeken te kopen bij Corman, buitenlandse kranten bij de Internationale Boekhandel om mij dan neer te vlijen in het biljartcafé op het Wapenplein. Alle drie de etablissementen zijn helaas ondertussen verdwenen.”

Ooit liet Claus noteren: ‘Ik ben niet van Gent, ik ben van Oostende’, en de cirkel was rond toen zijn weduwe De Wit zijn asse aan de zee toevertrouwde van op het westerstaketsel.

(ML)

‘Hugo Claus Con Amore’ loopt nog tot 27 mei in Bozar Ravensteinstraat 23 Brussel. Meer info www.bozar.be