Wat staat 13-jarige te wachten na schokkend vechtfilmpje? “Vraag is of een instelling de beste optie is”
Hoe moet het verder met de 13-jarige jongen uit Wielsbeke na de bijzonder zware vechtpartij van afgelopen weekend? De piepjonge tiener werd dinsdag voorgeleid bij de jeugdrechter, maar het parket communiceert niet verder over wat volgt. Els Dumortier, professor Jeugdrecht aan de Vrije Universiteit Brussel, geeft aan dat een plaatsing in een (gesloten) instelling een mogelijkheid is. “Al is de vraag of je daarmee de problemen die er zijn ook effectief weet op te lossen.”
Twee jongens van 13 jaar en één van 15. Alle drie werden ze opgepakt voor hun aandeel in de zware vechtpartij van afgelopen weekend op het skatepark in Waregem. Op beelden die circuleerden via sociale media is te zien hoe het drietal een jongen van 17 uit Waregem bijzonder hardhandig aanpakt, met vooral slagen en schoppen op het hoofd. Het slachtoffer liep bij het geweld meerdere kneuzingen, bloeduitstortingen en een hersenschudding op.
Het parket van Kortrijk omschrijf het filmpje als ‘bijzonder grof’ en kon één 13-jarige, afkomstig uit Wielsbeke, intussen ook linken aan eerdere gelijkaardige feiten. Dinsdag werd de tiener voorgeleid bij de jeugdrechter in Kortrijk, zijn twee kompanen moesten voor de jeugdrechter in Gent verschijnen. Wat de piepjonge Wielsbekenaar precies te wachten staat, is niet bekend. Parketwoordvoerder Tom Janssens communiceert door de jonge leeftijd van de betrokkenen niet meer.
Heel wat mogelijkheden
“Er zijn heel wat mogelijkheden”, stelt Els Dumortier. Zij is professor Jeugdrecht aan de Vrije Universiteit Brussel en gespecialiseerd in de materie. “Het feit dat de jongere in kwestie is voorgeleid voor de jeugdrechter betekent dat er in eerste instantie een onderzoek naar de jongere en zijn context zal worden gevoerd. Gaat het hier om een eenmalig accident de parcours of zijn er al langer problemen? Loopt er iets structureel verkeerd, hetzij thuis, hetzij op school, hetzij elders in zijn omgeving? Wat is er mogelijk in het verleden al geprobeerd als tussenkomst? De ouders van de jongere zullen daarin sowieso betrokken worden. Het kan ook zijn dat er herstelbemiddeling wordt georganiseerd om dader en slachtoffer bij elkaar te brengen.”
De jeugdrechter kan daarnaast ook beslissen om de jongere in kwestie maatregelen op te leggen, gaande van ambulante thuisbegeleiding over agressietherapie tot voorwaarden zoals een plaatsverbod, contactverbod of huisarrest. “Is de jeugdrechter echter van oordeel dat een tijdelijke plaatsing in een gemeenschappingsinstelling noodzakelijk is, dan is ook dat een mogelijkheid”, aldus professor Dumortier. “In principe is dat voor minderjarigen vanaf 14 jaar, al zijn er ook uitzonderingen voor jongeren vanaf 12 jaar. Die plaatsing kan alleen maar als de feiten zo zwaar zijn dat er als volwassene celstraffen van vijf jaar of meer op staan.” Er moeten ook dringende, ernstige en uitzonderlijke omstandigheden zijn met betrekking tot de openbare veiligheid.
Serieus label
Een plaatsing in een instelling op zo’n jonge leeftijd is dus eerder uitzonderlijk, een bewuste keuze van de wetgever. “In het jeugdrecht is voorzien om heel specifiek op maat te werken”, stelt de professor. “Veel meer dan bij volwassenen het geval is bijvoorbeeld. Het behouden van de jongere in kwestie in zijn omgeving draagt in die optiek de voorkeur weg. De publieke opinie heeft vaak, zeker in geval van zware gewelddadige feiten, snel de reflex om heel repressief te reageren en strenge sancties te eisen.”
Een plaatsing heeft heel verregaande gevolgen, op korte en op langere termijn. Het is lang niet altijd de beste optie, noch voor de jongere zelf, noch voor de maatschappij
“Maar een plaatsing heeft heel verregaande gevolgen, op korte en op langere termijn. Nu uit je school worden weggehaald, betekent dat je je jaar sowieso niet kan halen. Bovendien ben je dan meteen ook gekend als ‘iemand die in een gemeenschapsinstelling’ zat, toch meteen een serieus label. Onderzoek toont ook aan dat de kans op recidive na de gesloten instelling groter is. De vraag die men zich dan ook moet stellen, is of de problemen die er zijn met een plaats in een instelling effectief worden opgelost. Het is lang niet altijd de beste optie, noch voor de jongere zelf, noch voor de maatschappij.”
Professor Dumortier ziet dan ook – zonder zich te willen uitspreken over de feiten en het concrete geval – meer heil in begeleiding en therapie. “Je moet op zoek gaan naar de basis en de oorzaak van dit soort agressieproblemen”, klinkt het. “Hoe komt het dat zulke jonge mensen dit soort feiten plegen? Is er sprake van een problematisch parcours of problematische thuissituatie? Gaat het om een stuk foute profileringsdrang of statusverwerving binnen een bepaalde groep? Ik heb begrip voor de behoefte aan sancties, maar het jeugdrecht voorziet heel bewust een brede waaier aan maatregelen. Net omdat een residentiële sanctie, een plaatsing in een instelling, niet altijd de best passende optie is. We moeten daar dus heel zorgvuldig mee omspringen en goed over nadenken.”
“Rechter moet nu in alle rust het volledige plaat bekijken”
“Het is evident dat zulke feiten veel verontwaardig losmaken, bij iedereen”, stelt Niels Heselmans, woordvoerder van het agentschap Opgroeien (het vroegere Jeugdhulp, red.). “Zinloos geweld kan nooit, dat signaal moet heel duidelijk zijn. de belangrijkste focus moet gaan naar zorg voor en herstel van het slachtoffer.”
Ook bij Opgroeien benadrukt men dat het nu aan de jeugdrechter is om over de nodige maatregelen te beslissen. “Het is de jeugdrechter die de inschatting moet maken en álle elementen die worden aangereikt mee in overweging neemt. Hoewel het eerder uitzonderlijk is, is het niet de eerste keer dat een jongere op die leeftijd zulke feiten pleegt. Na de beslissing van de jeugdrechter is het aan de hulpverlening om herstelgericht aan de slag te gaan. Zo moeten we de kans zo groot mogelijk maken dat deze jongeren niet meer overgaan tot het plegen van zulke feiten. Bovendien wordt er ook ingezet op een traject waarbij ze tegenover het slachtoffer hun verantwoordelijkheid moeten opnemen.”
Dat veel mensen nu naar de ouders van de drie daders kijken, is niet verrassend, erkent ook Niels Heselmans van Opgroeien. “Onze samenleving kijkt natuurlijk naar ouders als verantwoordelijk voor hun kinderen”, zegt hij. “Maar het is moeilijk om vanaf de zijlijn te oordelen zonder dat je alle elementen van een verhaal kent. Het is nu vooral belangrijk dat een rechter in alle rust het volledige plaatje bekijkt en dan beslist water nodig is.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier