West-Vlaamse seriemoordenaars (3): De slager die ook zijn liefjes de keel oversneed
Willy Deleu heeft iets met het getal 24. ‘De slachter van Menen’ was 24 jaar oud toen hij zijn eerste liefje vermoordde in 1973 in Komen. Exact 24 jaar later, in 1997, sneed hij een tweede verovering de keel over in zijn sociale flat aan de Dam in Kortrijk. De assisenjury gaf hem daarvoor 24 jaar cel. Als het zo was dat Willy Deleu om de 24 jaar een moord pleegde, dan zou hij dit jaar opnieuw toeslaan. Heb geen vrees, beste lezer, dat zal niet gebeuren: de seriemoordenaar pleegde in 2005 zelfmoord in de cel. Op, jawel, 24 april. Bekijk de volledige reeks hier.
Of Willy Deleu een adept van de numerologie was, is nooit onderzocht. Wellicht is het mysterieuze opduiken van het getal 24 in zijn levensloop louter toeval. Een groot rekenwonder is aan Willy Deleu alvast niet verloren gegaan. In de lagere school in Menen is hij steevast de laatste van de klas. Om geen problemen te krijgen met Willy’s vader, de nogal tirannieke ijzermarchand Francois Deleu, zien de leraren de belabberde schoolrapporten van kleine Willy door de vingers en laten ze hem telkens naar het volgende studiejaar overgaan. Op zijn veertiende houdt Willy, derde in een gezin van zeven, het voor bekeken. Hij gooit zijn schoolboeken in de Leie en besluit te gaan werken. In den abattoir, het slachthuis. Willy leert er omgaan met messen in alle formaten en snijdt hele dagen dieren de keel over. Specialiteit: paarden. Na het werk trekken de slagers op café. Vrijwel elke avond komt Willy stiepelzat thuis. Vader Francois vindt het allemaal prima: kleine Willy is een grote vent geworden.
Zwoele lenteavond
Wat Francois niet weet, is dat zijn zonen achter zijn rug Menen onveilig maken met allerlei kattenkwaad. Brandstichting, grafschennis, kleine diefstallen. Wanneer Willy het in zijn hoofd haalt om op het kerkhof een nietsvermoedende bejaarde dame in de rug te steken is het uit met de pret. De politie pakt hem op en Willy verdwijnt voor een paar jaar achter tralies. Omdat zijn uitleg over de steekpartij geen steek houdt – “ik wou eens weten hoe dat voelt” – besluit het gerecht om hem na zijn celstraf te laten opvolgen in een psychiatrisch ziekenhuis. Het is in die periode, de lente van 1973, dat hij Anne-Rose Masure leert kennen. Het 15-jarig meisje uit het nabijgelegen Komen-ten-Brielen woont in de wijk waar veel van Willy’s vrienden wonen. Wanneer Willy op een zwoele lenteavond zijn nieuwe brommer komt tonen, valt ze als een blok voor de charmes van de slager. Het leeftijdsverschil – hij is dan al 24 – is voor de ouders van Anne-Rose eerst een struikelblok maar omdat Willy zich zo keurig gedraagt, laten ze hun dochter doen.
Aardappelmes
Dat verandert wanneer vader Masure, een beroepsmilitair in de kazerne van Ieper, te horen krijgt dat Willy Deleu al in de cel had gezeten en psychiatrische hulp krijgt. Hij dwingt zijn dochter om de relatie af te breken, maar Anne-Rose wil eerst niet luisteren. Met haar Willy vlucht ze op 27 november 1973 naar Nederland. Het koppeltje wil er in het Amsterdamse Vondelpark voor het eerst de liefde bedrijven, maar ze geraken maar tot in Den Haag. De marechaussée plukt hen van de trein en stuurt de tortelduifjes huiswaarts. Na een fikse uitbrander van haar ouders besluit Anne-Rose daags nadien dat het welletjes is geweest met Willy.
Wanneer ze van de bus stapt, staat hij haar op te wachten. “Kom mee, we gaan afscheid nemen”, sommeert ze hem. Maar in de verlaten Schooneveldstraat gaat het mis. Willy Deleu, een aardappelmes verstopt in zijn jaszak, kan de breuk niet verkroppen. Eerst dreigt hij met zelfmoord en loopt hij weg, maar wanneer Anne-Rose hem op de schouder tikt, draait hij zich om en haalt genadeloos uit met het mes. Hij snijdt zijn 15-jarig liefje de keel over en rent weg. Een cafébaas uit de buurt snelt nog ter hulp, ziet hoe Anne-Rose met haar handen de wonde probeert dicht te houden maar in de twintig minuten die de ambulance erover doet om tot in Komen te geraken, bloedt ze dood. Op het wegdek van de ondergesneeuwde Schooneveldstraat getuigt even later alleen nog een enorme plas bloed van het Shakespeariaanse drama.
Buitenwipper
Willy Deleu is ondertussen naar de beenhouwerij op kruispunt ’t Corentje gevlucht. Daar vertelt hij een onsamenhangend verhaal en vraagt hij de rijkswacht te bellen. Twee jaar later krijgt hij een assisenproces, in Gent. De moeder van Anne-Rose getuigt er in tranen hoezeer het gemis van haar enige dochter haar treft. Van Willy krijgt ze geen blik, noch een woord van spijt. De psychiaters, waaronder wijlen Roger Deberdt uit Ieper, zijn duidelijk in hun oordeel. “Deze man is niet in staat om zich in te leven in andermans gevoelens. In deze toestand zal hij nog moorden plegen wanneer hij gekrenkt wordt”, klinkt het. Profetische woorden, helaas. Willy Deleu krijgt van de jury twintig jaar dwangarbeid opgelegd, maar zit er uiteindelijk maar zeven jaar van uit. Na zijn vrijlating duikt hij het Antwerpse nachtleven in, als buitenwipper in bars van twijfelachtig allooi. Wanneer hij een lastige klant neersteekt, belandt hij opnieuw twee jaar achter tralies. Tijdens zijn penitentiair verlof vlucht hij een paar maanden weg naar Denemarken, maar wordt er gearresteerd en zit uiteindelijk zijn straf uit in Leuven-Centraal.
Le Figaro
Deleu is al een veertiger wanneer hij opnieuw in West-Vlaanderen landt. Aan de Dam in Kortrijk betrekt hij een sociaal appartement. Aan al zijn buren vertelt hij dat hij gene gewone is en dat hij jaren in de cel heeft gezeten. Veel last hebben de buren echter niet van hem, tenzij dan na één van zijn dagenlange kroegentochten. Dan durft Willy al eens te roepen of zijn deur in te stampen. Slachter Deleu is vaste klant in de cafés aan, hoe kan het ook anders, de Veemarkt. Ook op vrijdagavond 24 oktober 1997 zit hij er aan de toog, in café Dixie. Hij raakt er aan de praat met de 36-jarige Marie-Pia Warnitz uit Kuurne. “Ik ga niet mee naar huis, ’t is toch maar om slagen te krijgen”, hoort hij haar zeggen tegen haar echtgenoot, waarop Willy haar een stoel toeschuift en een pint trakteert. Even later zitten ze in de taxi. Op weg naar Le Figaro om te dansen, denkt Marie-Pia. Maar Willy Deleu heeft andere plannen. Vrijen wil hij, in zijn smoezelige appartementje. Na veel vijven en zessen kan hij zijn verovering-voor-één-nacht overtuigen. Denkt hij.
Eenmaal in het appartement beginnen de twee te stoeien. “Ze trok haar laarzen en haar bovenkleding uit. Ik was al naakt. Toen ik haar slipje wilde uittrekken, vroeg ze plots om geld. Ik weigerde, waarop ze kwaad werd. Ze sloeg me met een laars en dan ben ik razend geworden”, vertelt Deleu later aan de speurders. In zijn razernij slaat hij Marie-Pia Warnitz, moeder van vier kinderen, eerst op het hoofd met een waterketel en een pot vol goulash. Daarna grijpt hij naar een schaar waarmee hij zijn slachtoffer 72 keren steekt om dan finaal haar keel over te snijden met een keukenmes. Zijn signatuur. Het lichaam bedekt hij met een matras, hij sluit zijn appartement af en vertrekt op kroegentocht. “Hij is hier die nacht om halftwee binnengestapt. Niets op aan te merken, de Willy zoals we hem kennen”, zeggen de klanten van ’t Botaniekske later in hun verklaring bij de politie. Vijf dagen lang boemelt Willy Deleu erop los. Met een kennis fantaseert hij aan de toog over hoe hij het lijk zal doen verdwijnen, maar uiteindelijk besluit hij op dinsdag om naar de politie te stappen. Maar niet om te bekennen. “Er ligt een lijk in mijn appartement! Geen idee hoe dat daar gekomen is”, vertelt hij de rijkswacht. Na één blik op zijn strafblad weten die al hoe laat het is. Drie uur later bekent Willy Deleu zijn tweede moord.
Op het assisenproces – deze keer in Brugge – wordt met scherp geschoten op justitie en het gevangenissysteem. Hoe kon zo’n monster, waarvoor de psychiaters hadden gewaarschuwd, opnieuw toeslaan? Een bevredigend antwoord, als dat er al zou zijn, komt er niet. Willy Deleu zelf interesseert het allemaal niet meer. De man hult zich in stilzwijgen, liegt en fantaseert erop los. “Hoe ik Pia precies gedood heb? Dat weet ik allemaal niet meer. Vraag het maar aan de lijkschouwer, het staat in zijn verslag”, antwoordt hij zonder verpinken op de vragen van voorzitter Paul Boudolf. Dat Marie-Pia in het heetst van de strijd plots om geld vroeg, is volgens Deleu het motief. Handig, want alleen hij en het slachtoffer kennen de waarheid en die laatste is er niet meer om hem tegen te spreken. Op het proces komt echter nog een mogelijk motief bovendrijven. Na zijn vrijlating voor de moord op Anne-Rose Masure had Willy Deleu namelijk een tatoeage met haar naam op zijn borst laten zetten, met daarbij een liefdesgedicht. Toen hij enkele jaren later een openhartoperatie onderging, naaiden de dokters zijn borst dicht zonder naar de tatoeage te kijken. Gevolg: alle zinnen stonden door elkaar. Mogelijk barstte Marie-Pia Warnitz daardoor in lachen uit toen Willy Deleu zich naakt presenteerde, een krenking die narcist Deleu triggerde waarop zijn stoppen doorsloegen.
Rugmassage
Op het proces is Willy Deleu alleen spraakzaam wanneer het over zijn jeugdliefde Nicole gaat. “Toen zij het uitmaakte, is het met mij bergaf beginnen gaan”, vertelt hij. Voorzitter Paul Boudolf laat de vrouw terstond naar de assisenzaal brengen, maar Nicole ontkent. “We waren buren, van een echte relatie was geen sprake”, zegt ze. Dat ze het uiteindelijk met de jonge Deleu had uitgemaakt, bleek bovendien te zijn omdat hij haar met een mes had aangevallen.
Na het proces – waar Deleu 24 jaar cel kreeg voor de doodslag op Marie-Pia Warnitz – neemt ze echter toch de draad weer op. Nicole schrijft brieven naar Willy Deleu, bezoekt hem geregeld en laat uiteindelijk haar gezin in de steek voor de slachter van Menen. Op 28 januari 2001 vraagt het koppeltje ongestoord bezoek aan in de gevangenis. Na de vrijpartij vraagt Willy Deleu aan zijn Nicole of ze zich op haar buik wil draaien zodat hij haar een rugmassage kan geven. Voor ze het goed en wel beseft, zitten de sterke slagershanden van Deleu rond de nek van Nicole. De vrouw probeert nog bij de noodknop te geraken, maar wordt telkens weggetrokken. Met een gebroken colaflesje gaat Deleu daarop zijn partner te lijf, waarna hij uiteindelijk zelf op de noodknop drukt en de cipiers tussenkomen.
Wat haar bezield heeft, zal altijd een raadsel blijven maar na een verblijf in het ziekenhuis laat Nicole haar Willy niet vallen. Integendeel: het koppel trouwt in de gevangenis. Jarenlang gaat Nicole meerdere keren per week van haar appartementje in Menen tot in de gevangenis van Leuven-Centraal op bezoek bij Willy. Ongestoord bezoek wordt hen niet meer toegestaan. Willy is ondertussen geïnterneerd en blijft, onder invloed van medicatie, beheerst en kalm. Hoewel hij eindelijk getrouwd is met zijn jeugdliefde is hij allerminst gelukkig. Op 24 april 2005 krijgt Nicole telefoon: Willy heeft zich verhangen in zijn cel. Op 56-jarige leeftijd stapt de slachter van Menen zelf uit het leven.
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier