Een plas bloed in een kasteel. Een excentrieke vader van vier kinderen die spoorloos verdwenen lijkt. Geruchten van incest. Een populaire dorpsdokter met een gekrenkt eergevoel én connecties in de onderwereld. Met die elementen is het niet verwonderlijk dat West-Vlaanderen tien jaar geleden in de ban was van de Kasteelmoord. Onze misdaadjournalist Laurens Kindt reconstrueert het spraakmakend verhaal in een exclusieve reeks. Vandaag aflevering 1: hoe ‘Stijntje’ botst met ‘Dokter Dictator’.
De Kasteelmoord in het kort
Op 31 januari 2012 verdwijnt kasteelheer Stijn Saelens spoorloos uit kasteel Carpentier in Wingene. Zeventien dagen later vindt de politie hem dood in een put bij de chalet van Pierre Serry in Maria-Aalter. Serry is een boezemvriend van dokter André Gyselbrecht uit Ruiselede, de schoonvader van Stijn Saelens. Gyselbrecht gaf de opdracht om zijn schoonzoon te vermoorden omdat hij vreesde dat die met zijn vrouw en vier kinderen naar Australië zou emigreren én omdat er sprake zou geweest zijn van incest door Stijn Saelens. Om de moord uit te voeren, deed Serry een beroep op een Nederlandse go-between – Evert de Clercq – die vervolgens twee huurmoordenaars vond: Ronnie Van Bommel en Roy Larmit. Na een proces dat in totaal twee jaar duurde, kreeg dokter Gyselbrecht in mei 2019 21 jaar celstraf opgelegd. Serry, De Clercq en Larmit kregen respectievelijk 19, 20 en 15 jaar. Van Bommel overleed kort nadat hij de moord pleegde aan kanker.
Wanneer Elisabeth Gyselbrecht en Stijn Saelens elkaar in het najaar van 2001 leren kennen, worden ze beiden getroffen door een welgemikte pijl van Cupido. Ze zijn allebei 23 jaar oud. Het is een onvervalste coup de foudre tussen de twee. Elisabeth studeert op dat moment nog geneeskunde in Leuven en heeft een vriend. Meer zelfs: ze is verloofd en de huwelijksplannen zijn al vrij concreet. Ook Stijn heeft een vriendin.
De aantrekkingskracht tussen de twee is echter zo groot dat hun beide relaties sneuvelen. Vanaf februari 2002 vormen ze een onafscheidelijk koppel. Niets doet vermoeden dat Stijn exact tien jaar later dood teruggevonden zal worden in een put in een bos, koelbloedig vermoord in opdracht van zijn schoonvader André.
Tegenpolen trekken elkaar aan en dat is in het geval van Stijn en Elisabeth niet anders. Hoewel ze beiden uit de hogere klasse komen, ligt de opvoedingsstijl waarin ze grootgebracht werden mijlenver uit elkaar. Elisabeth groeit samen met haar twee broers Peter en Hannes op in het gezin van dorpsdokter André Gyselbrecht en Monique Van Poucke.
André is afkomstig uit een groot landbouwersgezin, werkte zich op tot dé dokter van Ruiselede met een mooie praktijk in een hagelwit herenhuis in het centrum van de gemeente. Een fiere, ietwat hautaine man die in Ruiselede iemand is. Naast dokter is hij ook een tijd lang voorzitter van voetbalclub Groene Leeuwen Ruiselede en Ruiselede kent hem ook als een van de meest fervente – en succesvolle – duivenmelkers. Een man waar je – zeker als dochter – geen neen tegen zegt.
Deal van 150 miljoen euro
Helemaal anders ging het eraan toe in het gezin Saelens in Kortrijk. De kinderen Neel, Dieder, Harald en Stijn werden er vrij opgevoed. Tegen hun ouders zegden ze geen papa of mama, maar Werner en Anne-Marie. Schatrijk werden de Saelensen met de verkoop van hun bedrijf Sanac, gespecialiseerd in gewasbeschermingsmiddelen, aan wat toen nog de Boerenbond heette, nu gekend als Aveve. Naar verluidt werd de deal beklonken voor ruim zes miljard Belgische frank, of zo’n slordige 150 miljoen euro.
De kinderen Saelens komen dus aan de start met een flink kapitaal en dat is dokter André Gyselbrecht niet ontgaan. Wanneer zijn dochter in het huwelijksbootje stapt met Stijn, is de dokter in de wolken. Het hele dorp mag horen wat voor een succesvolle zakenman Stijntje is en welke grote projecten hij in binnen- en buitenland onderneemt. Met een praalhuwelijk op een poepchic domein in de Franse Beaujolaisstreek wordt het huwelijk bezegeld.
Eerste barsten
Het lijkt een sprookje, maar al snel komen de eerste barsten in het huwelijk. En vooral in de verstandhouding tussen André Gyselbrecht en zijn schoonzoon. Die laatste blijkt dan toch niet de briljante zakenman te zijn die hij pretendeerde te zijn. Zowat al zijn bedrijven in projectontwikkeling maken verlies, terwijl het koppel in 2007 voor net geen twee miljoen euro kasteel Carpentier in Wingene koopt.
Stijn stort zich op short selling, een lucratieve handel op de beurs waarbij handelaren speculeren op kleine schommelingen in de aandelenkoers. Hij richt er een hele vleugel van het kasteel voor in, houdt er zich heelder dagen mee bezig, maar verliest fortuin na fortuin. Ondertussen werkt Elisabeth zich uit de naad in de dokterspraktijk van haar vader. André Gyselbrecht ziet het met lede ogen aan. Wanneer hij verneemt dat Stijn de vrije opvoeding die hij thuis kreeg nogal radicaal doortrekt naar de opvoeding van zijn vier kinderen, gaan de strenge wenkbrauwen van de dorpsdokter nog meer fronsen.
De kinderen moeten blootsvoets lopen, krijgen te horen dat school voor niets deugt en moeten op een dag hun eigen avondeten uit de tuin gaan plukken. De dokter maakt zich zorgen, spreekt er zijn dochter over aan, maar die bedekt alles met de mantel der liefde. Ondertussen houdt Delphine, de nanny van Stijn en Elisabeth, de dokter op de hoogte van het reilen en zeilen in kasteel Carpentier.
De breuk tussen dokter Gyselbrecht en zijn schoonzoon Stijn Saelens wordt alleen maar dieper wanneer de dokter in mei 2011 een telefoontje krijgt van een huilende, wanhopige Elisabeth. “Papa, ge moet komen. Nu!”, gebiedt ze haar vader. In horten en stoten vertelt ze hem hoe het kindermeisje Stijn in 2010 al betrapte op onzedelijke handelingen met een van de kinderen. Ook het kind zelf vertelde daarover verhalen aan moeder Elisabeth.
André Gyselbrecht schiet in een kramp, belt met dokters en psychologen en brengt het kind zelf naar een psychologe in Aalter, die het misbruik vaststelt en bevestigt. Dat Stijn Saelens – daarin gesteund door zijn eigen familie – de incestueuze feiten weglacht, doet de wanhoop en woede bij dokter Gyselbrecht alleen maar toenemen.
Wanneer een maand later, in juni 2011, blijkt dat Stijn Saelens plannen heeft om met het hele gezin naar Australië te verhuizen om daar in een zelfvoorzienende hippiegemeenschap te gaan wonen, schiet André Gyselbrecht helemaal in paniek. “Als het zo is dat je naar Australië gaat met de kinderen, schiet ik je nog liever dood. Ik weet wat ik moet doen”, laat hij zich ontvallen.
Politie in burger
Advocaat Jef Vermassen wordt ingeschakeld en Elisabeth krijgt te horen dat ze zich mogelijk schuldig maakt aan schuldig verzuim als ze de kinderen laat vertrekken. André houdt de paspoorten van de kinderen bij zich, wat de toorn van Stijn Saelens opwekt. In oktober stormt hij het dokterskabinet binnen, bedreigt André Gyselbrecht en moet door de politie ontzet worden. Stijn koelt zijn woede op de dokter door een boek te schrijven over zijn persoonlijke wereldbeeld en levensvisie.
In het pseudowetenschappelijke, wereldvreemde en bijwijlen compleet onbegrijpbare The Purpose of Our Soul wijdt hij ook een hoofdstuk aan zijn schoonvader. In A Thought: Doctor Dictator? schetst hij André Gyselbrecht als een dominant en bemoeizuchtig man. De spanningen tussen de twee lopen meermaals hoog op. Op de begrafenis van Andrés vader Remi in oktober is de politie zelfs in burger aanwezig. Elisabeth, in de tang tussen de trouw aan haar vader en de liefde voor haar man, bougeert niet. Een explosieve situatie.
Alarmbellen
Stijn vertrekt ondertussen alleen naar Australië. Bij zijn terugkeer dreigt hij ermee de twee jongste kinderen mee te nemen. Elisabeth duikt met de kinderen onder, eerst in een hotel in Brugge, later op een appartement in Knokke. Ze dient samen met haar vader ook klacht in tegen Stijn, die ondertussen alweer op reis is. Vreemd genoeg sturen Elisabeth en Stijn in die periode liefdevolle mails naar elkaar en verzoenen ze zich zelfs. Op kerstavond, bij Stijns terugkeer, stelt hij voor om hun huwelijksreis opnieuw te doen.
De bestemming houdt hij nog even geheim. Wanneer later blijkt dat de bestemming Australië is, gaan bij André Gyselbrecht alle alarmbellen af. Het vertrek staat gepland op 3 februari, maar eerst vertrekken Stijn, Elisabeth en de kinderen in januari nog voor een weekendje naar Disneyland in Parijs. Alles lijkt koek en ei en Elisabeth verzekert haar vader dat het niet de bedoeling is om te emigreren naar Australië.
Bloedsporen
Op 31 januari rijdt Elisabeth na haar drukke spreekuur nog naar de bank om de vliegtickets naar Australië te betalen. Stijn is die dag thuisgebleven om aan zijn boek verder te werken. Dat doet hij, zoals gewoonlijk, met de laptop in bad. Rond 13 uur draait Elisabeth de oprijlaan van het kasteel op. Op de trappen ziet ze bloed, maar slaat er geen acht op. Binnen, in de inkomhal, ligt echter een hele plas bloed. En een vreemde kartonnen doos.
Het badwater van Stijn is nog warm, zijn laptop staat op de radiator. De ontbijttafel staat er nog, niet afgeruimd. Zijn gsm neemt Stijn niet op. Plots ziet Elisabeth buiten, op de trappen, Stijns bril liggen. Bij nader inzien blijkt dat er onder een radiator in de inkomhal een kogelhuls ligt. Elisabeth slaat in paniek, belt eerst met overslaande stem de hulpdiensten en dan haar schoonmoeder. Kasteelheer Stijn Saelens is verdwenen.
Volgende week aflevering twee: Omerta in Ruiselede.
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier