“Mannen die op vrouwen en kinderen slaan, zijn stuk voor stuk monsters”, zegt Renzy Tielens (45) uit Avelgem. Als kind zag hij hoe zijn vader zijn moeder jarenlang zwaar mishandelde en uiteindelijk ook vermoordde. Dat het aantal gevallen van partnergeweld tijdens de coronacrisis de lucht in ging, geeft Renzy rillingen. “Daarom wil ik mijn levensverhaal in een boek gieten. Al was het maar voor één gezin dat dit het verschil betekent.”
35 jaar geleden is het intussen dat Renzy Tielens op 10-jarige leeftijd zag hoe zijn vader zijn mama neerschoot. “Het was voor hen allebei hun tweede huwelijk”, vertelt Renzy. “Mijn mama had al een dochter en samen kregen ze nog twee kinderen: mijn vier jaar oudere zus en ik. Er was een leeftijdsverschil van 17 jaar tussen mijn ouders. Ik herinner me nog wel enkele goeie jaren, maar vanaf mijn zesde was er vooral heel veel ruzie en lichamelijk geweld. Ik besef nu dat mijn vader vooral veel narcistische trekken vertoonde.”
Ik zie hem daar nog altijd staan, over het lichaam van mijn mama gebogen. Hij bleef de trekker overhalen
Renzy’s mama Daisy bleef thuis om voor de kinderen te zorgen. “Ze was huismoeder en vervulde die rol met glans. Het huis lag er altijd piekfijn bij, het eten was stipt op tijd klaar, ze kwam ons altijd afhalen van school… Maar mijn vader hield ervan om haar te kleineren. Niets wat ze deed, was goed genoeg. Hij verweet haar dat ze financieel niets bijbracht in het gezin.” Dus besloot Renzy’s mama wél te gaan werken. “Ze startte met café de Dorpeling in Anzegem, en ze deed dat fantastisch goed. Mijn moeder was een prachtige, sympathieke vrouw die goed in de smaak viel bij de klanten. Dat en het feit dat ze dan ook nog eens méér verdiende dan mijn vader, maakte hem nog afgunstiger.”
Boksbeugel
Jarenlang reageerde Renzy’s vader zijn frustratie af op Daisy en de kinderen. “Vooral mijn twee oudere zussen kregen klappen. Voor de simpelste dingen: zo sloeg hij hen met een matrak als ze lippenstift durfden aandoen voor een feestje. Ik heb meermaals gezien hoe hij tekeerging en mijn moeder met zijn vuisten afranselde. Soms had hij zelfs een boksbeugel aan, om nog meer schade aan te richten. Maar de buitenwereld merkte niets: alles gebeurde in het verborgene.” Tot een dag dat het voor Daisy genoeg was geweest. “Ik herinner me nog hoe ik op de rand van mijn bed zat, en ze mij kwam vragen of ik het goed zou vinden dat we bij hem zouden weggaan. Dat maakte mij heel blij, de gedachte dat de terreur zou stoppen.”
Daisy had iemand nieuw leren kennen die voor haar wilde zorgen. “Een internationale vrachtwagenchauffeur. We zijn drie maanden samen met hem op de vlucht geweest. Ze hadden de bedoeling om samen een toekomst op te bouwen. In afwachting tot ze samen een woning konden huren of kopen, zijn we na die drie maanden ingetrokken bij de ouders van mijn mama’s nieuwe vriend.”
Jachtwapen
Dat was Renzy’s vader ter ore gekomen, en op wraak belust trok hij naar hun schuilplaats. “Hij had een jachtwapen bij en eiste om mij te zien. Ik kwam naar buiten. Hij knielde voor me en fluisterde in mijn oor: ‘ik zie je graag, vergeef me voor wat ik nu ga doen’.” Renzy beleeft het even helemaal opnieuw en krijgt het moeilijk. “Hij begon in het wilde weg te schieten. Ik ben samen met de nieuwe vriend van mijn mama, die bij mij was gebleven, weggevlucht. Hij miste gelukkig telkens. Om te vermijden dat wij gewond zouden raken, is mijn mama uiteindelijk naar hem toe gelopen. Hij heeft haar vol in het gezicht geschoten. Ze was op slag dood.”
Het bleek zijn laatste kogel te zijn. “Ik zie hem daar nog altijd staan, over het lichaam van mijn mama gebogen. Hij bleef de trekker overhalen, ook al kwam er geen schot meer. Daarna is hij zich gaan aangeven bij de politie.”
Renzy’s vader werd, verbazingwekkend genoeg, vrijgesproken. “De verdediging heeft mijn moeder afgeschilderd als een hoer, die de mannen in haar café rond haar vinger wond. Mijn vader kon bijna niet anders dan haar vermoorden, als je de verdediging mocht geloven. Ik heb nu nog contact met mensen die destijds klant bij haar waren en die bevestigen me nog altijd hetzelfde: mijn mama was een lieve vrouw, en niet de hoer die ze van haar hebben gemaakt. Mijn vader was ook iemand met twee gezichten. Voor de buitenwereld was het echt een vriendelijke, lieve man. Niemand wist welk monster hij was ten opzichte van zijn vrouw en kinderen.”
Geen berouw
“Het was Piet Van Eeckhaut, op dat moment een van de topadvocaten in ons land, die zijn verdediging op zich had genomen. Tijdens een interview heeft hij ooit eens verteld dat hij één keer iemand vrij had gekregen, die het niet verdiende. Ik ben er altijd van uitgegaan dat hij het over mijn vader had.”
Want berouw kwam er nooit. “Dat hij dan nog eens vrijgesproken is, versterkte zijn overtuiging van onschuld alleen maar. ‘Ik heb gedaan wat ik moest doen, anders waren we ons huis kwijt’, hield hij telkens vol tijdens de weinige keren dat we nog gepraat hebben. Onzin natuurlijk, ik had vooral mijn moeder niet kwijt gewild. Ik snap het ook niet. Ik heb zelf intussen een 19-jarige dochter en ik zou daar echt alles voor doen. Als je als vader de moeder van je kinderen vermoordt, dan denk je toch op geen enkel moment aan het welzijn van je kinderen?”
Renzy werkt momenteel aan een eigen boek, waarin hij zijn levensverhaal vertelt. “Toen ik hoorde dat het aantal gevallen van partnergeweld exponentieel gestegen is tijdens de coronacrisis, kreeg ik echt rillingen. Mannen die op vrouwen en kinderen slaan, zijn stuk voor stuk monsters. Ze moeten echt gestopt worden. Ik kan daar echt géén begrip voor opbrengen. Het maakt niet uit wat ze vroeger hebben meegemaakt in hun jeugd: er is géén excuus. Kijk naar mij, ik ben daar het beste voorbeeld van, toch?”
Voetbalcarrière
Renzy wil dan ook inspireren met zijn boek. “Na het overlijden van mijn mama is mijn halfzus gaan samenwonen met haar toenmalige vriend. Mijn jongste zus en ik zijn bij mijn grootouders gaan wonen. Mijn grootvader is kort na mijn mama al overleden, en mijn grootmoeder stond er daarna alleen voor. Ze heeft goed voor mij gezorgd, maar ik ben op mijn twintigste echt met niets moeten starten. Het is me ook gelukt in het leven, durf ik denken. Mede dankzij mijn nationale voetbalcarrière: ik heb jarenlang in derde klasse kunnen spelen. Ik ben nog steeds samen met de mama van mijn dochter, en geen haar op mijn hoofd dat eraan denkt om ook maar een vinger naar hen uit te steken.”
Renzy’s vader stierf vorig jaar, op 90-jarige leeftijd. “Het is inderdaad geen toeval dat ik pas nu, na zijn dood, naar buiten kom met mijn verhaal. Niet uit respect voor hem, zeker niet. Dat heb ik niet. Maar omdat hij zelfs tot vlak voor zijn dood nog in staat was om mij of mijn gezin iets aan te doen. Ik wilde het ook niet zoeken. Sinds zijn dood heb ik rust gevonden. Ik heb lang geleefd met angsten en verdriet, en ik had nog altijd nachtmerries, maar die zijn nu gelukkig gestopt. Ik hou van het leven en ik hou ervan om mensen blij te maken. Dat ik me nu als trainer kan inzetten voor jonge voetballertjes, maakt me een gelukkig mens.”
Het boek van Renzy komt volgend jaar uit bij uitgever Willems.
(Joyce Mesdag)
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier