Exact dertig jaar geleden werd ons land opgeschrikt door een van de meest spectaculaire ontvoeringszaken ooit. De 11-jarige Anthony De Clerck, kleinzoon van Beaulieu-stichter Roger ‘Boer’ De Clerck uit Wielsbeke, werd op 4 februari 1992 uit een auto gesleurd en 32 dagen lang vastgehouden in een chalet in de Ardennen. De woorden van zijn radeloze moeder op een persconferentie – “Anthony’ke, ge zijt een toffe jongen” – behoren sindsdien tot het collectieve geheugen. Een reconstructie.
“Mijn naam is Anthony De Clerck en ik zou graag mijn mama en papa bellen.” Met die woorden belt de 11-jarige Anthony De Clerck op 6 maart 1992 tegen tien uur ‘s avonds aan bij de woning van Marcel Belckx in Massenhoven. De bewoners kunnen het eerst niet geloven, maar laten de bibberende jongen dan toch binnen.
Het ís ook ongelooflijk: het kereltje waarnaar het hele land al 32 dagen aan het zoeken is, staat plots in hun woonkamer. De rijkswacht wordt er meteen bij gehaald. “Het waren lieve boeven”, zegt Anthony De Clerck hen, voor de agenten de jongen herenigen met zijn familie.
Zo rijk als de zee diep is
Anthony is de zoon van Jan De Clerck en Martine Van den Weghe. Vader Jan is op zijn beurt dan weer de zoon van textielondernemer Roger Boer De Clerck die vanuit Wielsbeke het hele Beaulieu-imperium uitbouwde. Zo rijk als de zee diep is, maar al even vaak verwikkeld in een bitse strijd met de fiscus. Martine en Jan hebben samen drie zonen – Gregory, Anthony en Jan junior – en een dochter Nathalie.
Op 4 februari 1992 zitten de drie broertjes in de wagen van Veronique Van Hauter. De vriendin van de familie komt de jongens geregeld halen op domein Schoonhoudt in de gelijknamige straat in Belsele om ze naar school te brengen, samen met haar twee dochters. Wanneer Veronique die ochtend haar Saab om 8 uur de oprijlaan uit stuurt, wordt de auto klemgereden door een zwarte Mercedes.
Twee Franssprekende mannen met bivakmutsen trekken de deuren van de Saab open en sleuren de 11-jarige Anthony eruit. De jongen stribbelt hevig tegen maar wordt in de koffer gelegd, op een bedje van stro, waarop de Mercedes wegscheurt.
Groot alarm
De politie slaat meteen groot alarm. De ontvoering van een telg uit het geslacht De Clerck – invloedrijk en met een enorm netwerk in de politiek en bedrijfswereld – is dan ook geen alledaagse gebeurtenis. Maar liefst 35 topspeurders – het team Santhony – slaan de handen in elkaar om de jongen terug te vinden.
Binnen de 24 uur kennen de speurders al de naam van een van de ontvoerders, dankzij een tip uit het milieu. Daniël – Danny – Vanhamel is er zeker bij. Dat is op zich goed nieuws, want hoewel Vanhamel berucht is vanwege een reeks overvallen op geldtransporten, staat hij niet bekend als grote geweldenaar. De onderzoekers houden het nieuws stil. Bewust, om de ontvoerders een stap voor te zijn.
Die zijn meteen na de brutale kidnapping van auto gewisseld. De Mercedes wordt gedumpt in het Albertkanaal, met een gestolen Audi 80 rijden ze verder richting de Ardennen. In de Kennedytunnel is het even zweten, want ook in de jaren negentig stonden daar toen al lange files. Eenmaal aangekomen in de chalet in Engreux, die ze speciaal voor de ontvoering voorzien hebben, geven ze Anthony De Clerck verse kleren.
De jongen wordt opgesloten in een badkamertje, met één elektrische radiator. De ontvoerders voorzien hem van stripverhalen, een spelcomputer en kilo’s snoepgoed en chocolade. Hun gezicht laten ze niet zien, telkens dragen ze een bivakmuts. Het eten wordt door een gordijn aan hun gijzelaartje gegeven.
Brief van de ontvoerders
De ouders van Anthony De Clerck zijn ondertussen doodongerust. Op een persconferentie in de parochiezaal van Belsele staan Jan De Clerck en Martine Van den Weghe de verzamelde, internationale pers te woord. Ze vragen de ontvoerders om hun zoon zo snel mogelijk terug te brengen. “Als het om geld gaat, weet dat papa klaar staat. Anthony’ke, ge zijt een toffe jongen, iedereen bidt voor u”, spreekt Martine de woorden die iedereen die in 1992 ouder dan tien was zich tot op vandaag kan herinneren.
Een paar dagen later, op 11 februari, krijgt Jans broer Dominiek een brief van de ontvoerders. Opgesteld in armtierig Frans en – zo zal later blijken – gemaakt op dezelfde tekstverwerker als een losgeldbrief die werd gebruikt in een eerdere kidnappingszaak, die van de dochter van de Nederlandse miljonair Leon Melchior.
Bij de brief zit ook een cassette, met een boodschap die door Anthony ingesproken is. “Jullie hoeven niet ongerust te zijn, ik krijg hier alles wat ik wil”, zegt de jongen. Een paar dagen later ontvangt Dominiek De Clerck een tweede brief, met de vraag om losgeld. Een kwart miljard Belgische frank (een dikke 6 miljoen euro, red.) in diverse valuta willen de ontvoerders.
Op 27 februari wordt een eerste poging gedaan. Het geld moet naar een snelwegparking in Maarheeze in Nederland gebracht worden, maar wanneer de ontvoerders een auto van de rijkswacht zien staan, slaan ze op de vlucht. Van dan af wantrouwen ze Dominiek De Clerck en leggen ze contact met de familie via pastoor Emiel Oelbrandt van Belsele.
De priester krijgt telefoontjes, brieven en cassettes. In de pastorie zit echter een rijkswachter, die alles mee volgt. Op 4 maart wordt een nieuwe poging gedaan om het losgeld te betalen. Opnieuw in Maarheeze. Opnieuw is de rijkswacht er incognito bij, maar nadat de zakken met het losgeld werden afgeleverd en de daders ervandoor scheuren, kan de rijkswacht die niet bijhouden.
Handigheidje
Geen arrestaties dus, maar dat hoeft ook niet. De speurders weten immers wie de daders zijn. Danny Vanhamel kennen ze al en voor de anderen hebben ze een handigheidje gebruikt. Op het traject naar Maarheeze stond de rijkswacht namelijk overal met flitscamera’s. Iedereen die passeerde, werd geflitst en wie ook maar enige link had met Vanhamel werd eruit gepikt.
Zo komen de speurders bij Jozef – Jefke – Peeters en Isidro Sanchez-Carrasco. Het duo zat samen met Vanhamel in de cel in Lantin in de zaak van de geldtransportovervallen. De speurders zijn ervan overtuigd dat ze de kidnappers makkelijk zullen kunnen arresteren maar doen voorlopig niets, tot de kleine Anthony veilig en wel terug bij zijn familie is.
De kidnappers zitten ondertussen met een probleem. Of twee eigenlijk. Eén: ze hebben nu wel het losgeld, maar dat blijkt behandeld met een product. Zo veel product, dat de biljetten aan elkaar klitten. De vrouw van Danny Vanhamel gooit het geld dan maar in de wasmachine en gaat er nadien over met het strijkijzer.
Tweede probleem: waar verstop je zoveel geld? De drie tenoren – Vanhamel, Peeters en Sanchez-Carrasco – hebben zichzelf elk 50 miljoen Belgische frank (1,25 miljoen euro, red.) loon uitgekeerd, de rest is te verdelen onder kleine garnalen, zoals de bewaker van Anthony of de leverancier van wapens en gestolen voertuigen. Vanhamel brengt het geld naar zijn neef – een paracommando – maar die slaat in paniek en rijdt met het geld naar de kazerne.
Vandaar ging het naar een vriend, maar ook die wou er niet van weten. Nog voor de vriend een nieuwe locatie had gevonden, was zijn schoonvader er al op uit gekomen en die had de rijkswacht gebeld. Een ander deel wordt gerecupereerd nadat een stroman er recht mee in de handen van een Nederlandse undercoveragent loopt. Een derde deeltje blijkt verstopt achter het kippenhok van de ouders van een van de bendeleden. Wég losgeld.
Opluchting
Wanneer de ontvoerders zich op 6 maart 1992 klaarmaken om Anthony vrij te laten, laat de jongen dat niet zomaar gebeuren. “Ik wil thuis afgezet worden”, gebiedt hij zijn ontvoerders. Die sturen hem met een kluitje in het riet, blinddoeken hem en droppen hem uiteindelijk aan de parochiezaal van Massenhoven. Ze racen terug naar de chalet in Engreux, ruimen die op en steken hem vervolgens in brand.
Nog geen dag later valt de rijkswacht al met de grote middelen binnen bij Vanhamel. De codenaam van de operatie – Safari – wijst erop dat de speurders goed weten wie ze moeten hebben. Ook Peeters, Sanchez-Carrasco e tutti quanti verdwijnen achter tralies.
Bij de familie De Clerck is de opluchting – vanzelfsprekend – groot. Op een druk bijgewoonde persconferentie schuiven ze een licht gegeneerde Anthony naar voren en danken ze de speurders voor het geleverde werk. “Anthony is een beetje verdikt, want hij kreeg maar liefst tien snoepen per dag”, laat moeder Martine weten.
Tijdens zijn verhoren werkt Anthony goed mee. BOB-commissaris Guido Bracke laat hem tijdens een spelletje de rol van commissaris spelen en komt zo heel wat details te weten over de 32 dagen dat de jongen opgesloten zat. Tijdens een handproef – waarbij de verdachten hun handen door een gordijn moesten steken, net zoals ze dat deden toen ze Anthony eten gaven – haalt de jongen er feilloos de handen van Jefke Peeters uit. Ze waren vuil, behaard en ze stonken naar tabak.
Assisenproces
Uit het onderzoek blijkt dat Anthony De Clerck als slachtoffer eigenlijk derde of zelfs vierde keus was voor de kidnappers. Eerst hadden ze geprobeerd de dochter van de steenrijke miljonair Leon Melchior te ontvoeren, maar de vrouw die ze meesleurden naar dezelfde chalet in Engreux bleek achteraf zijn secretaresse te zijn. Daarop richtten ze hun pijlen op de Knokse burgemeester Leopold Lippens, maar een lid van de bende werd betrapt tijdens een verkenning. Finaal wilden ze Jan De Clerck zelf ontvoeren maar omdat kinderen minder weerstand bieden, viel de keuze uiteindelijk op zoon Anthony.
In het najaar van 1994 start het assisenproces tegen de in totaal elf beschuldigden. Omdat Danny Vanhamel in de aanloop naar het proces een ontsnappingspoging deed, verandert het Gentse gerechtsgebouw in een versterkte burcht. Er worden 88 getuigen verwacht. Anthony zelf zal niet komen. Zes weken lang zorgen de debatten voor vuurwerk tussen voorzitter Dirk Debruyne en de advocaten van de verdediging.
Dat zijn niet van de minsten. Onder andere de gecontesteerde Pol Vandemeulebroucke staat Danny Vanhamel bij, maar ook Jef Vermassen, Johan Platteau, Hans Rieder, Walter Van Steenbrugge en de betreurde Piet Van Eeckhaut treden op voor de verdediging. Uitgerekend op de veertiende verjaardag van Anthony De Clerck, 22 december 1994, valt het verdict: drie keer levenslange dwangarbeid voor de drie hoofdrolspelers, mildere straffen voor twee kleine garnalen en zes vrijspraken.
Hongerstaking
Danny Vanhamel is woedend. “Wij zijn toch geen moordenaars?”, roept hij uit. Om vervolgens de jury naar huis te sturen met een cynische Prettige Kerst!. Twee dagen later gaan hij en Jefke Peeters samen in hongerstaking. Het haalt niks uit. Ook het Hof van Cassatie ziet geen reden om hem een nieuw proces te geven.
Tien jaar later, in 2004, komt Vanhamel al vervroegd vrij. In interviews betuigt hij zijn spijt over de ontvoering, maar schroom heeft hij niet. In 2018 brengt tv-zender Vier zelfs een realityreeks over de doorwinterde crimineel uit. Jefke Peeters vergaat het minder goed. De man komt een jaar na Vanhamel ook vrij uit de gevangenis maar kan de draad van het leven niet meer vinden. Een torenhoge schadeclaim van Securitas hangt hem als een zwaard van Damocles boven het hoofd. In 2010 pleegt Jefke Peeters zelfmoord.
Van Isidro Sanchez-Carrasco is nooit meer iets vernomen. Anthony De Clerck is ondertussen getrouwd en bouwde een succesvolle carrière uit als zakenman. De toffe jongen van toen beschouwt zijn ontvoering als een afgesloten hoofdstuk en wil er niet meer over praten.
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier