Tuinieren is heilzaam voor je mentale gezondheid: hoofd leeg hart vol
Al wie ooit al eens met de handen in de aarde heeft gewroet, voelt het haast instinctief aan: tuinieren is niet alleen goed voor je lichaam, maar ook voor je geest. Terwijl je zaait, oogst, je planten verzorgt, kom je tot rust. Hoofd leeg en hart vol na een dag in de tuin.
Trots als je eigen gezaaide plantjes kiemen, verwondering om al die schoonheid, teleurstelling als slakken alles oppeuzelen. In de tuin hebben alle emoties een plaats. Maar vooral: dit is een plek waar je de dagelijkse beslommeringen achter je kan laten. Dat tuinieren goed is voor je lichaam – want je bent buiten en beweegt – staat al langer vast. Maar dat het ook heel heilzaam is voor je mentale gezondheid, is iets wat pas de laatste jaren aan belang wint.
“En dat terwijl het iets is wat we instinctief aanvoelen”, zegt Stephanie Pierre. De Oostendse worstelde een tijdje met haar mentale gezondheid en vond een toevluchtsoord in haar tuin. “Het is de plek waar mijn gedachten stilvallen. Ik ben bezig met mijn handen en focus me enkel daarop. Of er gewoon zijn is al voldoende: het geluid van kabbelend water, de wind. En de tuin moet helemaal niet perfect of proper zijn. De voldoening die je krijgt als je iets hebt gezaaid en het komt effectief uit… Die verwondering, verbazing en trots. Dat blijft echt bijzonder. Het is een heel helende plaats. Veel mensen beseffen niet dat het groen is dat ze missen in hun leven. Je voelt dat er iets niet klopt. Het is de natuur die we nodig hebben. Wij als mens maken daar tenslotte nog altijd deel van uit.”
Gewoon kijken
Karen Van der Perre uit Gent is tuinarchitecte. Toen ze een burn-out kreeg, kon ze even helemaal niet meer werken in de tuin. “Ik had er geen energie voor”, vertelt ze. “Toen ik langzaamaan begon te herstellen, kreeg de tuin ook weer een plek in mijn leven. Door corona was er tijd om gewoon te observeren. Ik had niet het gevoel dat ik iets móést doen. Ik liet alles wat meer op z’n beloop. Mijn tuin is in die periode echt een ‘kijktuin’ geworden. Vanuit het raam in de woonkamer keek ik constant naar buiten. Ik begon ook meer plukbloemen te zetten. Ze zorgden in een moeilijke periode voor ontmoetingen, want ik deelde ze uit aan vrienden.”
Vandaag ontwerpt Karen tuinen met een natuurlijke beplanting. “Dat observeren trek ik ook door: ik geniet heel erg van de cyclus van de seizoenen. Het is trouwens ook belangrijk om een tuin te maken die past op die plek. Een Ibizatuin met palmbomen, dat is een anomalie in onze omgeving. Instinctief voel je aan dat er iets niet klopt.” Karen wijst meteen ook op het belang van kamerplanten. Ze maakte er zelfs haar afstudeerproject rond. Ook wie geen tuin heeft, kan dus zo het helende effect van tuinieren ondervinden.
Therapeutische tuin
De Engelse psychiater Sue Stuart-Smith ging in haar boek Tuinieren voor de geest: hoe we gelukkiger worden van zaaien, wieden en snoeien op onderzoek. Ze sprak onder meer met mensen met trauma’s, verslaafden, gedetineerden, oorlogsveteranen en bewoners in een achterstandswijk die allen aan het tuinieren gingen. Het positieve effect valt niet te ontkennen.
Velen beseffen niet dat het groen is dat ze missen in hun leven
Ook in ons land worden er stappen ondernomen om tuinieren te integreren in de gezondheidszorg. De vzw Terra Therapeutica werd opgericht in 2014 en wil tuintherapie en therapeutische tuinen in Vlaanderen op de kaart zetten. “Klopt”, zegt coördinator Herman Vereycken. “Tuintherapie heeft enorm veel potentieel. Denk bijvoorbeeld aan de behandeling van burn-out. In Zweden is het al een erkende therapie, die voorgeschreven wordt door de dokter. Ook in landen als het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, de Verenigde Staten… staan ze op dit vlak al heel wat verder.”
De vzw is vandaag op heel wat vlakken actief: “We hebben projecten lopen in tal van gevangenissen in Vlaanderen. Dat is doorgaans een heel harde omgeving, waar er veel rumoer is. We merken dan ook dat de gedetineerden echt rust kunnen vinden in het groen. Het zorgt er ook voor dat ze weer goesting hebben in het leven, weer betekenis vinden. Ze zijn ook rustiger, minder agressief. Daar hebben we echt heel mooie resultaten gehaald.”
Nog een voorbeeld: “Kinderen en jongeren in een psychiatrische instelling die een crisis doormaken, hoeven niet meer in een isolatiekamer. Ze kunnen naar een safe garden, een plek buiten waar ze tot rust kunnen komen. Ook in woonzorgcentra zijn we actief. Vooral bij mensen met dementie is zo’n tuin erg waardevol. Ze zijn veel minder onrustig als ze buiten konden werken.”
Voor iedere doelgroep wordt er trouwens een andere tuin ontworpen. “Gedetineerden werken graag naar een doel toe; die willen hun eigen tomaten kunnen oogsten. Voor mensen met dementie bijvoorbeeld, maken we tuinen waar het zintuiglijke centraal staat. Planten die uitnodigen tot aanraking, die lekker ruiken. Het gaat ook niet om het doel. Als we honderd tomatenplanten klaar hebben gezet en op het einde van de dag zitten er maar tien goed in de grond, dan is dat oké.”
In de kinderschoenen
Volgens Herman staat het onderzoek naar het effect van een tuin op de mentale gezondheid nog in de kinderschoenen. “Stress, depressie, burn-outs of aandachtsproblemen bij kinderen…”, somt hij op. “Voor tal van problematieken kan tuintherapie een oplossing zijn. Jammer genoeg wil het beleid hier harde cijfers rond en dat is moeilijk als het gaat over mentale gezondheid. Bovendien dateren de eerste studies over dit onderwerp nog maar van twintig, dertig jaar geleden en moeten er nog veel herhaald worden. Toch is het iets wat iedereen beseft. De coronacrisis heeft dat nog eens extra duidelijk gemaakt, denk ik. We gingen met z’n allen wandelen en het groen, dat deed goed. Maar ooit komt het wel, hoor. Daar ben ik van overtuigd.”
Trouwens: in de tuin werken doet je geest ook écht goed. Want in de aarde wroeten wakkert namelijk Mycobacterium vaccae aan, een bacterie die de productie van serotonine stimuleert en je dus ontspannen en gelukkig doet voelen. Gestresseerd? Tijd om te wieden!
Psycho
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier