Of het nu op tv, online of achter andermans potten en pannen is, het maakt Sofie Dumont weinig uit. Als ze maar haar ding kan doen in de keuken, de enige plek waar deze creatieve en ondernemende wervelwind rust vindt.
Het is met een zekere je ne sais quoi dat Sofie Dumont de befaamde patisserie Wittamer op de Brusselse Zavel komt binnengestapt. Met een zelfverzekerde flair en présence lijkt ze meteen de ruimte te vullen. De begroeting met ‘monsieur Paul’ is hartelijk. Het was met een leugentje om bestwil dat ze hier ooit een stageplek versierde. Hij kon haar stoutmoedigheid best appreciëren en ook na haar studies kon ze er aan de slag. Haar leven ziet er – in tegenstelling tot het atelier van de zaak – helemaal anders uit dan toen, maar het is met dezelfde verbetenheid en gedrevenheid dat ze vandaag doet wat ze doet. Iets dat haar duidelijk in het bloed zit. West-Vlaams bloed, overigens. Ze is dan wel in Brussel geboren, maar haar hele familie is van het Roeselaarse afkomstig.
Kom je er nog vaak?
“Te weinig, maar ik geniet er altijd wel heel hard van. Je bent daar zo welkom… Heel vaak is het dan van: ‘ewel, we peisden daj dood lag!’. (lacht) Mijn West-Vlaams is nog altijd in orde, ja. Mijn vader verkaste indertijd naar Jette, waar hij werkte als ingenieur in het Brugmannshospitaal (het huidige Universitair Verplegingscentrum Brugmann, red.). Officieel heb ik dus nooit in West-Vlaanderen gewoond, maar ik heb er wel vaak gelogeerd toen ik schoolliep aan Ter Groene Poorte. En elk weekend gingen we wel naar Roeselare, waar mijn beide grootouders woonden. En mijn grootvader had roots in Rijsel. Zo komt het dus dat ik perfect West-Vlaams en Frans kan. En AN leer je sowieso als je voor een grote zender werkt en je naar de logopedist mag, euh… terten.” (lacht)
Wie is Sofie Dumont? p>
Sofie Dumont werd geboren op 7 maart 1974 in Brussel. Vandaag woont ze in het Pajottenland met haar man Chris en hun dochter Grace (6). p>
Sofie volgde een koksopleiding in Anderlecht en studeerde ook aan de hotelschool Ter Duinen in Koksijde en Ter Groene Poorte in Brugge. Ze nam in 2007 een restaurant over en werd twee jaar later verkozen tot Lady Chef of the Year. Ze kreeg een kookprogramma op Vier en verkaste later naar VTM, waar ze naast een bakprogramma ook een tijdlang een dagelijks kookprogramma had. Vandaag maakt ze tv-programma’s op maat, zoals De Feestkeuken van Sofie, dat tijdens de feestdagen te zien was op VTM. p>
Vandaag heeft Sofie haar eigen online-inspiratiekanaal en werkt ze voor alle mogelijke platformen. Ze geeft ook workshops en verzorgt fine dining events, waarbij ze naar eigen zeggen gezelligheid centraal zet. p>
Je wist al vrij snel dat je kok wilde worden. Vanwaar kwam die ambitie?
“Geen idee. Mijn vader was heel creatief en een echte bon vivant. Dat typisch West-Vlaamse trekje: veel eten en altijd volk over de vloer. Hij maakte toen al veel klassiekers zoals gelakte eend klaar in een smal keukentje. Wat daar gebeurde… die geuren, die texturen, dat enthousiasme, die joie de vivre… dat was fantastisch. Zeker op het moment dat alles klaar was en hij uit de keuken kwam met al dat eten. Toen zei ik: dát wil ik doen.”
Dus als kind was het vaak feest?
“Ik hield van heel gewone dingen. Mijn ouders zijn gescheiden toen ik een jaar of drie was. We hadden het soms krap, echt heel krap. Voor mijn communie heb ik twee Snickers en een Bic gekregen, dat was het. Je moest het doen met wat je had. Mijn moeder had geen bal, moest altijd heel creatief zijn en ze sprak ook geen woord Frans. Ze was van Bachten de Kupe en kwam dan opeens terecht in Brussel. Ze heeft het niet gemakkelijk gehad, denk ik, zeker niet toen haar man haar liet zitten met haar twee kadees, mijn zus en ik. Maar daar hebben we nooit onder geleden. Ik heb niets anders gekend, het was ook niet dat mijn ouders ruzie maakten of zo. We hadden een leven bij onze vader en een leven bij onze moeder. Bij onze vader was het altijd feest: hij was altijd bezig, niet bepaald het type dat in de zetel zat te zappen of zijn gazet las. Ik heb trouwens nooit het gevoel gehad dat ik iets gemist heb.”
Het zijn ook maar materiële zaken.
“Precies. Maar kinderen kunnen stout zijn. Ik droeg de kleren van mijn zus en mijn ma naaide soms dingen, die euh… niet altijd in de mode waren. Ik was bovendien ook nog eens laat ‘volgroeid’, zeg maar. Ik was tot mijn zeventiende een strijkplank. (lacht) Kinderen noemden mij Olijfje of Tante Sidonie. Toen begon ik te werken om kleren te kunnen kopen voor mezelf, om zelfstandig te kunnen zijn. Echt knokken om mijn eigen pad te kunnen volgen.”
Bij veel mensen loopt hun zelfvertrouwen dan een stevige deuk op.
“Voor alles wat ik vandaag heb bereikt, heb ik zelf gewerkt en daar ben ik wel trots op. Ik heb geen bal gehad van mijn vader of moeder om het zo te zeggen. Niet dat ze dat niet wilden, maar eerder omdat ze het niet konden. Maar nog eens: ik heb niet het gevoel dat ik iets gemist heb daardoor.”
“Ik raak vlug meegesleept” p>
Sofie Dumont mag zich dan wel profileren als een soort merknaam, ze is ook de eerste om aan te geven dat ze er niet alleen voor staat. “En maar goed ook. Als iemand iets komt voorstellen, dan kan ik heel vlug meegesleept zijn. En dan hoor ik al eens van het team achter mij: ‘het is heel tof en inspirerend, maar…’ Dan weet ik hoe laat het is, hé. (lacht) Als ze genoeg argumenten hebben, dan deel ik wel hun visie. Maar evengoed zeg ik ook: mannekes, dit gaat gebeuren, dit wil ik echt.” p>
Leven je ouders nog?
“Mijn mama wel, mijn papa niet meer, tot mijn grote spijt. Hij is gestorven in 2007. Ik breng nog af en toe een bezoekje aan zijn graf. Ik herinner me dat ik op een gegeven moment dacht dat de datum er verkeerd op stond, omdat die veel recenter leek, terwijl er toch al drie jaar voorbij waren gegaan.”
Dus hij heeft niet meer meegemaakt dat je Lady Chef van het Jaar bent geworden?
“Nee. En die titel draag ik ook op aan hem. Het is een zot parcours geweest de afgelopen tien jaar.”
“Superzot eigenlijk. Ik was tot dan de jongste die de titel kreeg en daar was ik heel dankbaar voor. Want daarna is het heel snel gegaan eigenlijk.”
Heb je nooit het gevoel dat het te snel is gegaan?
“Als je een restaurant hebt met 20 man personeel… tja, dat is toch nog iets anders, hoor. Ik herinner mij dat we opnames hadden voor Goe Gebakken en dat de crew al pufte bij de start van de volgende aflevering die we moesten inblikken. Voor mij begon gewoon de tweede service. Ik was vrij gretig, ja.”
“Maar ik ben niet iemand die veel achteromkijkt en spijt heeft van zaken. Want alles wat je doet, doe je met heel je geweten en heel je hart, dus… En nee, er zijn geen zaken die ik anders gedaan zou hebben.”
Mensen gelukkig zien, daar word ik zelf heel gelukkig van
Is er een zeker masterplan wat je carrière betreft?
(denkt na) “Ik wil eigenlijk 360 graden aanwezig zijn: in de print, op televisie of online met partners. Ik word gelukkig goed omringd. Door mijn man bijvoorbeeld, die als manager altijd de focus en balans houdt. Ik heb veel geluk dat ik vandaag mag doen wat ik graag doe. Zeker die afwisseling maakt het de moeite. Altijd hetzelfde doen is moordend. Maar er is niet zozeer een streefdoel. Mensen gelukkig zien, dat misschien wel, daar word ik ook echt gelukkig van. Ik wil vooral gezelligheid en authenticiteit uitstralen, en misschien meer nog mensen inspireren. Dat is misschien wel mijn grootste doel. Inspireren met gezellige en gezonde recepten. Gezond koken is voor mij overigens zoveel mogelijk koken vanuit een ingrediënt zelf, en onbewerkt. Ik wil gewoon genieten, me geen schuldgevoel laten aanpraten.”
Het is ook duidelijk voor wie je volgt op sociale media: je houdt van feesten.
“Ja! Het is belangrijk ook, omdat we veel werken en voor feesten dus tijd moeten maken. Want als het feest is, dan moet het ook echt feest zijn. Dan wil ik me niet afvragen: is het gezond, mag het, is het verantwoord? Give me a break. Dan moet je ook alles eens durven los te laten. Gewoon genieten. Relax! Ik hoor veel mensen zeggen dat ze rustig worden als ze mij zien koken.”
Wat een beetje ironisch is voor zo’n wervelwind…
“In koken vind ik mijn rust, heel veel zelfs. Dat is echt mijn ding, mijn habitat. Daar kan ik echt mezelf zijn.”
Was dat altijd zo?
“Er kwam al eens de opmerking: wie is die trezebees? Het is mij ook wel overkomen dat iemand me zei: ‘je bent precies veel toffer in het echt dan op tv. Je komt vanuit een keuken op een televisieset en je denkt: ja, ze weten het wel. Dat is geen goeie mindset: je moet het zelf in handen nemen. En daar heb ik misschien wat te weinig op vertrouwd, op mezelf.”
Maar zelfvertrouwen wordt vaak ook al snel aangezien als arrogantie.
“Dat is juist. Uiteindelijk moet je eens durven te zeggen: mannekes, dit ben ik niet. Het moet zó. Je wil niet dat ze je authenticiteit afzwakken. Ik ben altijd mezelf en wil dat ook zo houden.”
“Meegeholpen aan de koninklijke bruidstaart” p>
Er zijn maar weinig uitdagingen die Sofie uit de weg gaat. Dat was al zo bij haar eerste werkgever Wittamer. “Dat was een intense periode. Ik gaf demonstraties op beurzen in Parijs en Düsseldorf, en ik mocht ook mee naar het andere hoofdfiliaal in het Japanse Osaka. Ik mocht ook meehelpen aan de bruidstaart van de toenmalige prins Filip en prinses Mathilde. Onder de indruk? Bwa, het was part of the job. En die job wil je zo goed mogelijk doen. We hebben ongelooflijke dingen gedaan, exclusieve zaken ook, voor de meest rijke mensen ter wereld. Maar uiteindelijk telde voor mij maar één iets: wat ik kon voorleggen. Nog altijd. Ik doe nog veel events en feesten een tijdje geleden nog het huwelijk van Willy Naessens. Er is een Sofie die dagelijks inspireert en een Sofie die zeker nog mee kan draaien in het fine dining-gebeuren.” p>
Je kan geen belangrijkere les meegeven aan je dochter.
“Als ze soms kijkt naar van die stomme trienen op YouTube die te veel bazaar verkopen, dan zeg ik wel eens: Grace, stop it, please. We houden haar wel chill. Niet te veel gezever, gewoon normaal doen.”
Over tv en YouTube gesproken: vorig najaar was je weer even te zien op VTM. Mis je het niet? Of keer je nog terug?
“Ik wil zeker nog iets betekenen voor VTM. Ik werk ook nog voor VTM Koken.be, hé. De reeks van De Feestkeuken vorig najaar was een volledig eigen productie en ik sluit niet uit dat we nog zoiets doen. Ik hou wel van die duidelijk afgelijnde formats. Die zijn zelfs leuker dan elke dag een programma, dat is uiteindelijk te veel hetzelfde. Ik wil te veel andere dingen doen. En ik heb geen schrik om vergeten te worden, nee. Ik wil me niet krampachtig vastklampen aan televisie, daar word je alleen maar ongelukkig van. Als je iets doet dat je goed en graag doet, dan komt het wel goed, hoor. Achteraf gezien was het ( bij het einde van ‘De Keuken van Sofie’, red.) ook goed om eens afstand te nemen en te kijken wat ik écht wilde.”
De zon schijnt voor iedereen, zelf voor mijn grootste concurrenten
Sofie rolt haar mouw op en toont een tattoo die verwijst naar de periode waarin ze gestopt is met haar dagelijkse programma. “Dat hoefijzer verwijst naar het geluk, net als ‘lucky’. Die zwaluw staat dan weer voor het altijd weer naar huis komen, terug naar de basis. Ik vind dat je dankbaar moet zijn voor wat je wél hebt, niet voor wat er weggevallen is. Wees gewoon eens dankbaar. Jeroen (Meus, red.) belde mij toen op. ‘Ça va?’, vroeg hij. ‘Maar ja, ça va!’, antwoordde ik.”
“Ik heb ook een tattoo, een ster, die verwijst naar mijn vader die we verloren aan kanker. Net als eentje voor Grace. Eigenlijk konden wij geen kinderen krijgen en toen kwam zij. Kijk, dát zijn zaken die belangrijk zijn, niet dagelijks op tv komen. Dat is mooi meegenomen natuurlijk, maar geen kers op de taart. Dat mag geen hopeloze drijfveer worden. (denkt na) Weet je, het grote voordeel is: ik ben niet jaloers, op niemand, zeker niet op iemands succes. Mijn vader heeft ons zo opgevoed. Je gaat mij geen uitspraken horen doen over Sandra (Bekkari, red.) of Piet (Huysentruyt, red.), omdat ik zo niet ben. De zon schijnt voor iedereen, zelfs voor mijn grootste concurrenten. Iedereen heeft zijn eigen publiek. En als je dat niet kan aanvaarden, dan maak je jezelf daar ziek in en zeg je soms fouten dingen. Maar mij ga je daar echt niet op betrappen, want ik ben zo níét.”
Is dat een mindset die je altijd hebt gehad?
“Ik bén zo. Ik heb geen zin in die negatieve energie of competitiviteit. Als iemand het goed heeft, chapeau. Dat betekent dat hij er hard voor gewerkt heeft.”
Je werkt zelf ook hard, maar kan je ook makkelijk op de rem staan?
“Oh, maar ik ben heel snel gedeconnecteerd, hoor. Echt heel snel. Dat kan ik gelukkig goed. Als ik denk: dit is te veel van hetzelfde, of er zijn te veel vergaderingen, dan moet ik iets volledig anders doen, al is het wat kleuren of een kruiswoordraadsel invullen. Afspreken met vriendinnen, wat tuinieren en mijn batterijen zijn zo weer opgeladen.”
Waar mogen ze je wakker voor maken?
“Als het op eten aan komt, ben ik heel nostalgisch ingesteld en dan mag het absoluut konijn met rapen zijn, dat mijn memé zo fantastisch kon klaarmaken. Zalig! En voor de rest: om te zeggen dat we een reis gaan maken. Reizen is een grote inspiratiebron: andere culturen, andere smaken, andere mensen. Dat is toch iets wat een mens verrijkt.”
Veel mensen in je vak geven de indruk dat ze er af en toe uit willen met al die prikkels, terwijl jij ze haast gaat opzoeken.
“Ik ben in zekere zin een gever op dat vlak, dus ik heb er ook veel nodig. Ik hou wel van veel prikkels. Misschien is het ook maar goed dat we op het platteland wonen. Als ik hier in Brussel zou wonen, dan zou ik geen dag thuis zijn, denk ik. Of ik nog wel slaap? Ja, zeer goed, zelfs. Ik leg mij neer en ben vertrokken en ik word altijd rustig wakker. Ik heb een gerust geweten.” (grijnst)
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier