Brugse Beer Johan Baert al hele leven gepassioneerd door judosport: “Ik puur hier enorm veel zelfvertrouwen uit”


Johan Baert mag in de judosport wereldwijd in een katajury zetelen. Hij is nog altijd actief als een van de weinige Belgen met een zesde dangraad. “Een zevende komt eraan. De weg naar de hogere graad is lang en moeilijk. Het vergt veel technische bagage en volharding.”
In deze reeks laten we elke week een ‘Brugse Beer’ aan het woord, een man of vrouw die uitblinkt in wat hij of zij doet.
Johan, hoe klinkt jouw judoverhaal?
Johan Baert: “Ik begon destijds met volleybal, in de cadettenploeg van OLVA. Tijdens een sportnamiddag volgde ik een initiatie judo. Met André Deckers, de bekende pasteibakker uit de Zuidzandstraat in Brugge die toen les gaf. Zo ben ik op mijn 16de als witte gordel gestart. Er bestonden toen twee clubs: Judoclub Brugge en Judo Scouts die voortvloeide uit een jeugdbeweging. Beiden zijn toen onder JC Brugge samengesmolten, onder leiding van Marcel Degroote.”
Privé
Johan (73) woont in Sint-Kruis, is getrouwd en heeft twee zonen en een kleindochter.
Opleiding en loopbaan
OLVA Assebroek en Koninklijke Rijkswachtschool in Brussel. Maakte nadien in Brugge deel uit van de federale politiedienst, werd brigadecommandant en diensthoofd van een speciaal interventieteam. Na 20 jaar in die functie ging hij met pensioen.
Carrière
Viermaal op het podium in het nationaal kampioenschap judo voor de rijkswacht, een selectie voor de nationale militaire ploeg. Is in judo zesde dan, trainer A en onlangs bekroond met 4 IJF kata judge licenties. Nu al tien jaar bij Judoclub Brugge en tweemaal per maand is hij lesgever bij Judoclub Knokke-Heist.
Daarna heb je jezelf in het judo ontplooid?
“Mijn eerste dan kwam er halfweg de jaren zeventig. Bij iedere dangraad die ik nadien wilde verhogen moest ik volop aan competitie doen, met telkens minstens tien overwinningen. Zo ben ik met competitiepunten tot mijn vierde dan geëvolueerd. Op mijn vijfde dan moest ik langer wachten, omdat de competitie er niet meer bij was. Ondertussen ben ik zesde dan.”
Je bent dan overgeschakeld naar het kata gedeelte?
“Dat zijn stijloefeningen die de zuivere technische kant van judo benaderen. Ook de coördinatie, de flexibiliteit, de soepelheid wordt daarin benadrukt. Het is een heel moeilijke discipline. Niet echt man-tegen-mangevechten, zoals in competitie. Maar het is een duo dat samen moet werken om de oefeningen te verwezenlijken.”
Staat de zevende dan al gepland?
“Dat is op uitnodiging, om dat examen af te leggen. Dat wil zeggen dat ik actief moet blijven: trainingen geven, bijscholingen volgen. Die uitnodiging sturen ze overigens vier jaar vooraf, zodat je voldoende tijd hebt om je voor te bereiden. Het examen heeft plaats in Zwijndrecht bij Antwerpen, voor vijf juryleden die een hogere dangraad hebben. En zoveel zijn er niet in Vlaanderen. Met enkele Waalse collega’s erbij lukt dat wel. Daarnaast maak ik deel uit van de Shodan-Shiken jury, die periodiek examens afneemt van de dan-graden (zwarte gordels).”
Onlangs werd je bekroond met een nieuwe licentie?
“Na een nationaal en Europees gedeelte om te kunnen jureren behaalde ik onlangs in Las Vegas vier van de vijf IJF-kata licenties, waarmee ik wereldwijd in een jury kan zetelen. Ik heb nog een te doen. Dat is voor binnenkort, tevens in het buitenland. Dit maakt de cirkel rond. In het begin wilde ik mij in de competitie manifesteren. Vele blessures zorgden ervoor dat ik voor kata koos. Ik heb een heel zwakke knie. Lopen zit er niet meer in. Fitnessen wel. Vooral cardio. Kracht is voor mij minder belangrijk. Op de tatami staan is al een krachttraining op zich.”
Judo is de voorbije decennia geëvolueerd?
“Er wordt op heel jonge leeftijd gestart. In de club is er nu zelfs kleuterjudo. Een progressie voor onze sport. Daarnaast zijn er veteranen, wat in het verleden niet bestond. Judoka’s ouder dan 35 jaar: een veteraan kan je ze op die leeftijd niet echt noemen.”
Er wordt op heel jonge leeftijd gestart, in de club is er nu zelfs kleuterjudo
“Maar er zijn er toch veel die de instap doen. In het verleden was dit minder omdat men dacht te oud te zijn om een gevechtssport te beoefenen. Nu zijn de trainingen aangepast zodat iedereen aan zijn trekken komt. En er zijn weinig blessures.”
Wat heeft er in het judo jouw precies aangetrokken?
“Op mijn 16de was het vooral de technische kant en de enorme discipline die er heerste. Met het oog op mijn verdere beroepscarrière was dit ideaal. Een heel goede conditie was toen ook nodig om het in judo te kunnen waarmaken. De jongste jaren kwam daar enorm veel kracht bij. Maar de techniek en de snelheid blijven een prioriteit. Er zijn er nu nog altijd veel die in die zin winst behalen. Ik was zelf nogal een agressieve judoka. De top heb ik nooit bereikt. Door mijn voltijdse job was dit niet mogelijk.”
Beroepsmatig koos je voor een job in het verlengde van je sport?
“Bij de speciale eenheden van de politie deed ik veelal mee aan gespierde tussenkomsten en het leveren van bijstand aan de interventieploegen. Eens je ergens binnen ging, wist je niet wat er achter de deur stond. Ook buiten West-Vlaanderen kregen we geregeld opdrachten. Judo gaf mij in die zin een enorm zelfvertrouwen. Bij wat ik deed geraakte ik bewust dat het zou lukken. Ook naar stressbestendigheid. Door mijn judo kon ik mij enorm beheersen. Bij het zinken van The Herald of Free Enterprise voor de kust van Zeebrugge moest ik twaalf uur per dag werken. Na een judotraining ’s avonds was mijn hoofd leeg. Ook het Heizeldrama heb ik meegemaakt. Ik zat toen in Brussel. Dat was met betrekking tot de openbare orde, waar ik ook veel ben voor ingezet.”
Zijn er topjudoka’s waarmee je de tatami hebt gedeeld?
“Robert Van de Walle, Gella Vandecaveye, Ulla Werbrouck, Ilse Heylen, kwamen na mij. De gouden jaren, de Olympische Spelen, in de tijd van Jean-Marie Dedecker zie ik niet zo rap terugkeren. Matthias Casse kan misschien nog uitblinken. Eigenlijk is het moeilijk om de jeugd te motiveren om aan een gevechtssport te doen. In het verleden was er minder variatie van sporten. Er was judo en karate. Kijk nu wat de diverse mogelijkheden zijn. De keuze is enorm.”
Brugse Beer
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier