Yves Vanderhaeghe en Sven Vanthourenhout klinken op het West-Vlaamse sportjaar: “Lampie is onze Sportman van het Jaar”

Yves Vanderhaeghe en Sven Vanthourenhout klinken op wat een fantastisch West-Vlaams sportjaar was. © JOKE COUVREUR
Frank Buyse
Frank Buyse Senior writer

Of Sven Vanthourenhout (bondscoach wielrennen) en Yves Vanderhaeghe (ex-trainer van KV Kortrijk, Cercle Brugge en KV Oostende) tijdens een chique lunch in de Villa van Roularta Media Group samen hún terugblik op het West-Vlaamse sportjaar op tafel wilden gooien? Met veel plezier, zo bleek, en met veel kennis van zaken. En zonder rem op: Lampaert ziet Segaert al komen, Oostende en Kortrijk zijn de grootste kandidaat-zakkers. Een smakelijk jaaroverzicht werd het, vaak uitwaaierend. Hun passie voor sport is aanstekelijk. Schuif maar aan voor een wel heel interessante sportmaaltijd.

Sportmannen… Al in de inkomhal van de Villa zijn de wieler- en voetbalcoach in de koers gedoken – de champagne, foie gras en het torentje van kreeft met tomatenpudding zijn duidelijk voor straks. Het lichtgewicht Evenepoel en de Spartaanse controle op het vetgehalte van coureurs, Vanderhaeghe wil er meteen alles over weten.

Yves: “In het voetbal kan je met een kilootje meer al eens een manneke wegzetten, hé. Maar Sven, wat ik je ook wilde vragen: over die ijscross in Val di Sole. Die gasten zeiden achteraf: we hebben een paar foutjes gemaakt! Maar neen! Je kan daar toch niet op fietsen? Dezelfde avond gleden er bij mij in de buurt 50 auto’s in de vangrails. Ik heb ze allemaal gezien!”

Sven: “Een moeilijke. Zo’n cross moet misschien wel kunnen. Vroeger had je hier vaker veldritten in de sneeuw en op het ijs. De klimaatopwarming, zeker?”

En, we zitten nog steeds niet aan tafel, weg met die nieuwe trend in het voetbal. Ze overdrijven, met al die cijfertjes en data.

Yves: (misprijzend) “Wat ben je ermee als je 400 passen na elkaar hebt gegeven, maar geen kans hebt afgedwongen?”

Sven: (knikt instemmend) “Dan ben je beter af met maar vijf passen en twee goals, maar wel winnen. Toch?”

En dan moesten we dus nog beginnen.

Yves: “We gaan eerst even tikken, zeker?”

Absoluut! Yves, je was al onze WK-analist en lijkt nu ook stilaan een cross- en koerskenner?

Yves: (grinnikend) “Ik heb er sinds mijn ontslag in Oostende ook meer tijd voor. Maar de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix zijn al veel langer topdagen voor mij. Ik herinner me vooral een Ronde die we met vrienden thuis volgden bij mijn coiffeur, een wijnliefhebber, en zijn vrouw die fantastisch kan koken. Laat me zeggen dat we goed gelanceerd waren toen de renners arriveerden… Nog een mooie anekdote: zo’n jaar of vijftien geleden – ik voetbalde toen nog bij Anderlecht – reed ik met mijn Volkswagen Touareg langs het parcours van Parijs-Roubaix tot mijn maat Laurenzo Lapage (toenmalig ploegleider bij Discovery Channel, red.) mij vanuit de volgwagen belde en zei dat ik hem maar moest volgen! We reden toen kilometerslang gewoon tussen de koplopers. Dat kon toen nog, zeker in Frankrijk. Tom Boonen won dat jaar.”

Vindt Sven het voetbal even plezant als Yves de koers?

Sven: “Ik ben wel een liefhebber. En een beetje supporter van Club Brugge, maar niet zo fanatiek als Michael en Dieter, mijn neven.”

Goed. We openen met het wielrennen: Yves Lampaert, Alec Segaert, Gianni Vermeersch, Michael Vanthourenhout… het is een goed West-Vlaams wielerjaar geweest, niet? Maar tegelijk ook een pechjaar voor veel renners: Tim Declercq, Jonas Volkaert, Timothy Dupont, Stijn Steels…

Sven: “Jens Debusschere, Jordi Warlop… Door de successen wordt dat snel vergeten. Voor sommigen zal het niet evident zijn om hun carrière als profrenner verder te zetten. Maar het blijft een uitzonderlijk wielerjaar, ook voor West-Vlaanderen. En dan denk ik in eerste instantie aan Alec Segaert, die enorm aan het groeien is. Binnen twee jaar draait hij mee op het allerhoogste niveau, denk ik. Een ander type dan dat andere grote talent Cian Uijtdebroeks die de Ronde van de Toekomst heeft gewonnen. Dan krijg je al meteen het etiket van wint ooit de Tour de France. Categorie Pogacar, Bernal… Maar Cian weegt nauwelijks 62 kilo, Alec heeft dan weer met zijn 76 à 77 kilo meer een profiel voor de klassiekers. Ik leerde Alec kennen als tweedejaarsnieuweling op de Jeugdolympiade in Baku. Hij was toen nog geen 17 jaar. Hij was eigenlijk nog triatleet en koerste in zijn vrije tijd. Ik wist het meteen: dat wordt een hele goeie coureur. Talent, karakter, heel stipt, hoe hij over alles meedacht…”

Yves: (met gebalde vuist) “Werkethiek, daar gaat het altijd om!”

Maar Segaert heeft niet de potentie van Evenepoel?

Sven: “Evenepoel is in alles buiten categorie. Voor het WK zei ik hem: Remco, iederéén weet waar je wil wegrijden, je kiest beter een ander moment. Waarop hij tóch bij zijn eerste gedacht bleef. Ik riep: wat doet hij nu? (lacht)

Yves: “Er wordt dan snel de vergelijking gemaakt met Merckx. Merckx was meer allround, denk ik. Hij was vooral een betere sprinter dan Remco, niet?”

Sven: “Dat denk ik ook. Maar ik doe liever niet mee aan die vergelijkingen met Eddy Merckx. Alles is zó veranderd: de begeleiding, het materiaal, de voeding…”

Mogen we Segaert wél vergelijken met Yves Lampaert? We bedoelen: in de huidige generatie West-Vlaamse profrenners hebben we met Lampaert eigenlijk maar één echte winnaar. Wordt Segaert de volgende?

Sven: “Ik heb het er toevallig laatst nog met Yves over gehad, toen we met het oog op de Spelen in Parijs in 2024 al eens het programma van onze tijdrijders bekeken. Yves is normaal na Evenepoel en Van Aert onze derde man. Maar Yves zei zelf: Segaert komt er ook aan! Ik denk zelfs dat Alec nog een betere tijdrijder kan worden dan Yves. Het zijn ook allebei dezelfde types, ze hebben beiden dat flandrien-gehalte. Niet teveel neuten en rijden als er moet gereden worden. Ik ben blij dat ik met zo’n talenten kan werken.”

Yves: “Met talenten die willen werken en niet denken dat ze er al zijn. Ik heb bij mijn clubs al véél meelopers meegemaakt die zich vedetten wanen.”

José De Cauwer ergert zich dan weer aan miljonairs genre Batshuayi: ‘in zijn broek van drie meter breed, met zijn gepimpte Lamborghini’s…’

Sven: “Ik ken Batshuayi niet, misschien is dat een lieve jongen, maar die dingen ga je niet zien van wielrenners, neen. Van Aert, Evenepoel, Segaert… zijn daarin anders, ja. Veel nuchterder. Dat heeft ook te maken met de lonen, denk ik. Ik zie ook wel eens cijfers in de krant verschijnen. Zelfs de best betaalde wielrenners verdienen minder dan de gemiddelde voetbaltoppers.”

Ons bruggetje naar het voetbal! Het was, met uitzondering van Club Brugge, voor de West-Vlaamse eersteklassers niet bepaald een succesjaar, Yves?

Yves: “Cercle Brugge, Oostende, Zulte Waregem en Kortrijk…: het enige waar ze nog mee bezig zijn, is overleven. Ze hebben het allemaal financieel – ook door de coronacrisis – enorm lastig.”

Ook sportief zaten die vier clubs heel het jaar in de miserie. Raad eens hoeveel hoofdtrainers er bij die vier clubs samen tussen 1 januari en vandaag hebben gewerkt?

Yves: “Een stuk of acht?”

Tien. Thalhammer en Muslic bij Cercle, Blessin, Vanderhaeghe en Thalhammer bij Oostende, Belhocine, Custovic en Storck bij Kortrijk en Simons-De fauw en Leye bij Zulte Waregem. Geen grotere risicojob dan voetbalcoach in West-Vlaanderen.

Yves: “Dat zegt alles. Frustrerend ook, want elke coach wil iets kunnen opbouwen. Maar continuïteit is van geen enkel belang meer, alleen de resultaten tellen nog. Alleen Zulte Waregem durft vasthouden aan zijn trainer, heb ik de indruk. Maar wat doen we eraan?”

Sven, is de job van voetbalcoach niet alleen risicovoller maar misschien ook moeilijker dan die van wielercoach?

Sven: “Uiteraard is het als wielercoach gemakkelijk met een renner als Evenepoel naar het WK te trekken. Maar al wil ik hier niet mijn eigen winkel verdedigen, de impact op de ontwikkeling van talenten is ook belangrijk. Ook al heeft een coach geen invloed op de puur fysieke kwaliteiten van zijn renners, op de ploegdynamiek heeft hij dat wel. Ik ben nu ook al naar Spanje gevlogen om te praten met Remco, over zijn programma, over wat misschien nog moet veranderen in de begeleiding enzovoort. Net zoals ik daarover overleg met zijn ploegleider Patrick Lefevere die hem uiteindelijk betaalt en beslist.”

Was je eigenlijk niet liever zelf ploegleider geweest? Elke dag kunnen werken met en aan je renners?

Sven: “Patrick heeft… (houdt zich in) Ik heb het afgelopen jaar wel al een viertal aanbiedingen gekregen. Maar ik ben nog steeds blij dat ik de kans heb gekregen Belgisch bondscoach wielrennen en veldrijden te worden. Ik heb altijd gezegd dat ik blijf tot 2024, tot na de Spelen. Daar wil ik mij aan houden. Daarna zien we wel. Als ploegleider moet je elke dag met dezelfde renners bezig zijn, nu heb ik een hele waaier renners waarmee ik bezig kan zijn. Werken aan de ontwikkeling van jongens als Arnaud De Lie, Tim Merlier… en van jongens van 16, 17, 18 jaar, dat is ook leuk. Maar om terug te keren naar al die trainers ontslagen in het voetbal: toen Yves werd ontslagen, ergerde ik mij echt. Hoe is dat in godsnaam mogelijk? Gaan ze nu plots met 6-0 winnen omdat er iemand anders op de bank zit? Voetbaltrainers moeten beter beschermd worden. Tenzij ik echt fouten had gemaakt – geen goede voorbereiding, geen goede afspraken… -, zou ík niet zijn ontslagen als we geen enkele medaille op het WK hadden gepakt. Het gebeurt in de koers vaak dat de beste niet wint, moet je daarom de ploegleider ontslaan?”

Onze gasten in gesprek met journalisten Frank Buyse en Tjorven Messiaen.
Onze gasten in gesprek met journalisten Frank Buyse en Tjorven Messiaen. © JOKE COUVREUR

Yves: “Ik ben als trainer nooit gedegradeerd. Ik heb al een paar ploegen gered uit een onmogelijke situatie en het volgende seizoen word je dan na tien speeldagen ontslagen. Ook al had ik bij KVO een contract van twee jaar getekend, ook al zaten we nog in een veilige zone. Dan word je ontslagen na een verlies op Club Brugge waarin we van 2-0 naar 2-2 gingen en dan toch door een penalty verliezen. Dat is elke keer weer een duwtje, ja. De West-Vlaamse clubs, op mijn leest zeg maar, hebben mij al ferm ontgoocheld. Al kan ik het steeds beter plaatsen.”

Je hebt ongetwijfeld al aanbiedingen gekregen. Yves Vanderhaeghe zal volgend jaar wel weer aan de slag kunnen, zeker?

Yves: “Er waren al een viertal kleine contacten maar nog niets concreet. Het ziet er wel naar uit dat het nu toch het buitenland zal worden, dat is al doorgenomen met Catherine. Zij heeft veel schoolvakanties, hé. (lacht) En mijn dochter Fien zit in haar laatste jaar opticien, het is misschien wel het moment. Belgen worden in eigen land toch ondergewaardeerd, ondanks al onze trainersdiploma’s. Hetzelfde geldt voor spelers ook. Een buitenlander van pakweg een Sloveense of Bulgaarse middenmoter die internationaal nog niets bewezen heeft, wordt hier onthaald als een ster. In mijn tijd bij Anderlecht werden meteen het meest truitjes verkocht van Jestrovic, niet van Lorenzo Staelens of Yves Vanderhaeghe die wel altijd speelden. En van een Belg die hier blijft, ook al is het bij een topclub, wordt gezegd: niet goed genoeg voor het buitenland.”

Charles De Ketelaere zette wel de stap naar het buitenland.

Sven: “De Ketelaere is voor mij de opmerkelijkste West-Vlaamse naam van het jaar. Ik ben heel benieuwd naar zijn verdere ontwikkeling bij AC Milan.”

Yves: “Ik ben fan van De Ketelaere. Tenminste een jongen zonder veel tralala. Een ontzettend talent, ik weet zeker dat hij het ginder zal maken. Chapeau ook voor de jonge gasten die nu veel sneller naar het buitenland durven trekken. Toen ik 20 jaar was, had ik nog rode wangetjes en durfde ik met moeite mijn mond opendoen.”

Welke opmerkelijke namen zagen jullie afgelopen jaar nog? Jullie mogen overleggen.

Yves: “Eli Iserbyt, Sven? Die is mij in elk geval bijgebleven. Een vechtertje, heel overtuigd van zichzelf, vind ik. Wat mogen we nog van hem verwachten, Sven?”

Sven: “Eli sukkelde de afgelopen weken met blessuurkes, hij was niet optimaal. Hij is een vechter, ja. Maar, ik zal hem hiermee niet tegen de borst stoten, hij heeft voor de weg niet de fysieke capaciteiten van een Van Aert of Van der Poel. Eli is een pure crosser. Maar de allerbeste Eli kan volgens mij in het veld wel concurreren met de zogenaamde grote drie. Alleen heb ik die allerbeste Eli nog nooit gezien in een cross tégen hen. Alsof hij liever zijn momenten elders legt en dan veel wint en intussen goed voor zijn boterham zorgt. Om dan weer een paar procentjes terug te zakken. Maar ik herinner me dat ik tijdens de Koppenbergcross van vorig jaar dacht: dié Yserbyt had ik wel eens willen zien tegen die grote mannen.”

Met het oog op het komende BK ook, alvast zonder Van Aert: waar plaats je Michael Vanthourenhout tussen de toppers?

Sven: “Uiteraard ken ik mijn neef heel goed. Een toptalent. Maar ik ken ook al zijn fysieke waarden en die liggen ver onder die van bijvoorbeeld Van Aert. Zijn motor is minder, maar Michael compenseert heel veel met zijn techniek, voor mij is hij zelfs technisch de beste van allemaal. Beter dan Van der Poel zelfs. Hij werd ook Europees kampioen op een moeilijk parcours, in Namen. Maar hij zal er de komende weken een paar keer dicht bij zijn.”

We hebben het nog niet over het vrouwenwielrennen gehad. Dan springt Shari Bossuyt, met Lotte Kopecky wereldkampioene ploegkoers dit jaar, er in onze provincie ver bovenuit.

Sven: “Jong, talentvol en groeiend. Waar Shari zal uitkomen, valt moeilijk te voorspellen. Daar moet nog een jaar of drie over gaan. (denkt na) Ik bekijk het vrouwenwielrennen een beetje als het crosspeloton. Week na week dezelfde namen, dezelfde winnaars… Bij het vrouwenwielrennen is dat dan Van Vleuten, Wiebes, Kopecky… En ik zie niet meteen jonge talenten die zich daar gaan tussen wringen.”

Kan Bossuyt dat wel?

Sven: “Ik denk dat ze daar nét iets tekort voor zal komen, voor de grote klassiekers dan. Maar ze kan – ook dankzij haar sprint – wel koersen als Gent-Wevelgem winnen.”

We hebben met Lindsay De Vylder ook een winnaar van de Zesdaagse van Gent.

Sven: “De piste wordt heel vaak onderschat. Heel knap dus. Yves, we moeten ook denken aan namen buiten het wielrennen en het voetbal.”

Het werd een geanimeerd en feestelijk gesprek.
Het werd een geanimeerd en feestelijk gesprek. © JOKE COUVREUR

Yves: “Oshin Derieuw. Wereldkampioene boksen. Maar in welke categorie was dat weer?”

(Snel gegoogeld) WBF, super lichtgewichten! Vergeten jullie ook niet onze West-Vlaamse wereldkampioen in de autosport?

Yves: “Stoffel Vandoorne! Bij de elektrische… Formule E, ja! En ik ken nog een West-Vlaamse wereldkampioen. Atletiek: Alexander Doom, op de 4x400m!”

Doom is met de Belgian Tornados ook genomineerd voor Sportteam van het Jaar op het nationale Sportgala op vrijdag 6 januari. Sven trouwens ook. Wordt hij straks Coach van het Jaar, Yves?

Yves: “Wie zijn de andere genomineerden? Roger Lespagnard en papa Borlée? Sven zou toch maar logisch zijn? Wereldkampioen, dat is het hoogste.”

Sven: “Oké, ik kan daar misschien wel winnen maar, eerlijk, ik sta daar maar weinig bij stil. Ik ben er mij van bewust dat ik mijn nominatie in eerste instantie te danken heb aan de wereldtitel van Remco Evenepoel, de kers op de taart van de achttien medailles die ik dit jaar heb gewonnen. Maar net als Messi een ploeg nodig heeft om wereldkampioen te worden, had ook Evenepoel een ploeg nodig. En daar heb ik wel mijn verdienste in. Net zoals in het ontwikkelen van jonge talenten, zoals eerder gesteld.”

Zo’n prijs zorgt wel voor grote erkenning in het buitenland.

Sven: “Bij de vier aanbiedingen van WorldTourploegen die ik kreeg, zaten er drie buitenlandse tussen. Dat charmeert wel. Maar nogmaals, ik blijf tot 2024 bondscoach.”

Yves: “Dat heeft te maken met onze West-Vlaamse nuchterheid. Het is ook allemaal zo vergankelijk. Ik was al tweede, derde en vierde in de Gouden Schoen en tweede in de verkiezing van Trainer van het Jaar en in mijn eerste vier jaren als coach heb ik vier keer play-off 1 gehaald. Maar wie weet dat nog?”

Wie zou van jullie na Sven de West-Vlaamse coach van het jaar mogen worden?

Yves: “Dario Gjerja, de coach van Oostende, ook de coach van de Belgian Lions. Of Steven Vanmedegael van Knack Roeselare, ook al bondscoach volleybal van Slovenië. Of Carl Hoefkens? Bijna een vlekkeloos parcours en achtste finales in de Champions League. Maar wel 13 punten achter Genk in de competitie. Ik hoorde trouwens al vóór die 1-4 tegen STVV dat zijn positie op de helling stond. Tja…” (Dit interview werd afgenomen voor de competitiematch Club-OHL die eindigde op 1-1, red.)

Sven: “Laten niet veel ploegen die het Europees uitstekend doen in de eigen competitie steken vallen tegen kleinere ploegen?”

Als Club dit seizoen naast de Champions League grijpt, kost hen dat miljoenen, zo rekenen Mannaert en Verhaeghe. Dat heb je niet in het wielrennen.

Sven: “Om sponsors aan te trekken, rijd je ook best prijzen. Maar het is inderdaad een heel ander businessmodel.”

We gaan door met ons West-Vlaams Sportgala: wie mag van jullie de West-Vlaamse Sportman, -vrouw, -coach, -team en -belofte van het Jaar worden?

Sven: “Yves Lampaert Sportman van het Jaar? Wat hij heeft gepresteerd in de Tour met dat deelnemersveld – Ganna, Pogacar, Van Aert, Thomas – was fenomenaal. I’m a farmers’ son. (lacht) Eerlijk: ik heb veel mooie wielermomenten meegemaakt in 2022, maar dat was echt een kippenvelmoment.”

Yves: (lachend)Mo vint toh, wa heb ik gedoan! Ja! Lampie op nummer 1!”

Sven: “Ik stuurde hem meteen felicitaties. En ’s avonds wandelde ik met mijn vriendin op het strand van Zeebrugge toen hij terugbelde. Rond half tien. Hij begon meteen: Sven, Sven… jong toch, dat is toch niet te geloven! Dat vergeet ik nooit meer.”

Yves: “Sportvrouw?”

Sven: “Shari. Toch wereldkampioene geworden.”

Yves: “Akkoord. Sportteam van het jaar: Filou Oostende of Knack Roeselare, toch? Filou al voor de achtste opeenvolgende keer kampioen. De élfde keer al? Maar ook Knack speelde weer kampioen. Ik zag Knack-Benfica: ze speelden ze van het veld, hé. 3-bros! Maar Club Brugge werd ook voor de derde keer op rij kampioen en presteerde Europees uitzonderlijk. Het is moeilijk te vergelijken…”

De West-Vlaamse belofte van het Jaar?

Yves: “Segaert, zeker? Of Sylla van Club Brugge? Een hele goeie, maar de beste jonge voetballer in West-Vlaanderen? Een jongen met een enorm potentieel, met heel veel flair, maar jullie maken er altijd zo snel de beste van.”

Sven: “Of Joran Wyseure, wereldkampioen bij de beloften cross?”

Yves: “Akkoord!”

Nu jullie vooruitblik op 2023. Met meteen dé hamvraag: zakken er dit seizoen drie van de vijf West-Vlaamse eersteklassers in het voetbal?

Yves: “Er zakken drie clubs en dan denk ik dat twee van de drie West-Vlaamse clubs die vechten voor het behoud, Oostende, Zulte Waregem en Kortrijk, gaan sneuvelen. Of Eupen én Seraing zouden moeten zakken. Natuurlijk willen we als West-Vlamingen geen twee West-Vlaamse zakkers, maar gebeurt het dit jaar niet, dan is het volgend jaar, met dat play-down-systeem tussen de laatste vier clubs. (alleen de winnaar redt zich zeker. Het nummer twee moet een barrageduel met de eindrondewinnaar van het nummer drie tot zes uit 1B spelen. De voorlaatste en laatste van de play-downs degraderen, red.)

Dat klinkt niet erg hoopvol voor de toekomst.

Yves: “Cercle heeft financieel meer marge, dat is een ander verhaal. Monaco investeert nog wel in de ploeg. Hun verdediging (Popovic, Utkus…) is samengesteld dankzij het kapitaal van Monaco. Ze moeten er wel voor waken dat ze zoveel mogelijk Belgische jongens houden of Cercle verliest zijn authenticiteit. En er is al veel protest geweest van de supporters tegen Monaco. Maar de Maleisiërs en Amerikanen investeren niét in Kortrijk en Oostende.”

Zonder die buitenlandse investeerders waren beide clubs wel failliet.

Yves: “Het zijn wel een advocaat uit het Rijselse en Thorsten Theys die KVO nu leiden. En die ook nog parttime in Nancy zitten. (zucht) Ik zou veel kunnen zeggen, maar doe dat liever niet. En in Kortrijk probeert Matthias Leterme wel met eigen middelen te overleven maar het is vechten tegen de bierkaai. Als Matthias nu zegt dat bij degradatie de hele club zal moeten worden gereset, dan zeg ik: had hij al veel vroeger moeten doen. Hij moet nu alles zelf doen. Ik hoorde al dat ze uitkijken naar Belgische overnemers.”

Sven: “Indien er twee West-Vlaamse clubs zakken, dan zie ik eerder Oostende en Kortrijk dan Zulte Waregem.”

Yves: “Ik pronostikeer niet graag, speel ook niet graag op Unibet, maar ik kijk wel naar hun kernen, naar hoe ze spelen… En dan kruipt in mijn achterhoofd ook dat Zulte Waregem zich zal redden. Louter en alleen dankzij het groter scorend vermogen. Kijk maar hoeveel ze al scoorden.”

Ha, soms zijn de cijfertjes dus toch belangrijk? Je bent er vet mee vijf goals te maken tegen Eupen maar er ook vijf tegen te krijgen.

Yves: “Maar ze keerden wel terug uit een onmogelijke situatie. Mentaliteit is misschien wel het belangrijkste. Maar laten we hopen dat naast Seraing ook Eupen zakt, dan hebben we maar één West-Vlaamse zakker.”

Wordt Club Brugge kampioen?

Yves: “Neen.”

Sven schudt instemmend het hoofd.

Halen ze tegen Benfica de kwartfinales van de Champions League?

Beiden schudden het hoofd.

Maar Simon Mignolet pakt wel de Gouden Schoen?

Beiden: “Wie anders?”

Yves: “Hij maakte bijna op zijn eentje Club kampioen. Zonder hem was Union misschien wel de verdiende kampioen geweest. Ik zou in elk geval Teuma ook bij de eerste drie zetten.”

Sven: “Hans Vanaken? Hij is toch weer bij Club gebleven terwijl iedereen ervan uitging dat hij deze zomer zou vertrekken, toch? Ik vond dat raar, alsof een Belgische topper altijd moét vertrekken.”

Yves: “Stabiliteit, hé. En Hans presteert zó constant, haalt àltijd zijn cijfers.”

Tot slot: Sven, wint Lampaert in 2023 eindelijk eens Parijs-Roubaix?

Sven: “Dat leeft elk jaar meer, hé. Maar ik hoorde gisteren Van Aert nog: die wil die kassei ook op zijn schouw, hoor.”

En Van der Poel is zich ook fanatieker dan ooit aan het focussen op het wegseizoen, niet?

Sven: “Ik zie die gretigheid inderdaad ook bij Mathieu. Hij was altijd al minder Spartaans dan Evenepoel en Van Aert, die hebben die strikte structuur dag in dag uit nodig. Zij leven alleen voor de koers. Mathieu heeft dat veel minder, hij leeft flamboyanter. Maar dat is daarom nog niet fout.”

Tuttut… Lampie wint Parijs-Roubaix. En Bossuyt, Segaert… we pakken een tiental West-Vlaamse medailles op het WK wielrennen. En Filou en Knack spelen straks alweer kampioen. En Vandoorne wordt opgevist voor de Formule 1 en verslaat Verstappen. En Club wint naast de titel ook nog de Champions League, tegen Messi en Mbappé nog wel. En Seraing, Eupen en Anderlecht zakken, onze drie West-Vlaamse kandidaten halen nog play-off 1. Zo mooi wordt 2023 voor ons. Hartelijk bedankt, Heren van Stand en een fijn eindejaar.