Yves Lampaert en Mauri Vansevenant: “Mauri, luister goed naar Patrick en Tom Steels”
Twee boerenzonen, zonder kapsones en recht uit het hart. Yves Lampaert (28) en Mauri Vansevenant (20) samen aan één tafel en je krijgt een interview uit de oude doos. De eerste kroonde zich voor de derde keer op rij tot IJzeren Briek, de andere won dit jaar de Giro della Valle d’Aosta. In juli 2020 worden ze ploegmaats. Zegt Lampaert: “Mauri moet geen angst hebben, maar stelen met zijn ogen.”
Het regent pijpenstelen in Ingelmunster. De video-opnames met de laureaten van WestSprint op de ouderlijke hoeve van Yves Lampaert zijn net afgelopen als we met Yves en Mauri Vansevenant in de knusse living plaatsnemen. Vader Jean is buiten nog aan het werk, mama Carine heeft taart gebakken en pralines op tafel gezet. “Neem ook maar eentje, Mauri”, grijnst Yves. “Zeker nu we nog mogen, want volgende week krijg je gegarandeerd onder je voeten van Yvan (Vanmol, ploegdokter bij Deceuninck-Quick.Step, red.).”
Is dat voedingsaspect iets waar je in de loop der jaren als prof in geëvolueerd bent?
Lampaert: (knikt) “Ik weet intussen wat je beter wel en niet eet.”
Vansevenant: “Ik ben daar nog niet zo mee bezig. Ik eet voldoende en gevarieerd. Af en toe een crème of iets sneukelen is geen probleem, denk ik.”
Yves, wat weet jij over Mauri?
Lampaert: “Dat hij als junior eens heel zwaar gevallen is (tijdens de Alpenklassieker, red.), maar dit jaar is hij helemaal op de voorgrond getreden. Die eindzege in Aosta, de leiderstrui in de Toekomstronde… Serieuze adelbrieven. Natuurlijk gaat zoiets rond bij de profs. Ook in onze ploeg, vooral tussen de Belgen dan. Het is leuk dat er na Remco Evenepoel alweer een klimtalent is opgestaan.”
Mauri, wat weet jij over Yves?
Vansevenant: “Dat hij ook nog een seizoen bij Michel Pollentier (EFC, red.) heeft gereden en dat het toen ook een boerenjaar was, met een overwinning of 50.”
Lampaert: “Dat was in 2012, met Stijn Steels, Florian Sénéchal, Dieter Bouvry, Louis Verhelst, Paco Ghistelinck… Het was één van hun beste jaren ooit.”
Vansevenant: “Er is mij verteld dat Yves toen met heel gewoon materiaal reed en stap voor stap is blijven groeien. Het is leuk om vast te stellen dat hij het ook op die manier gedaan heeft. Ik kijk niet naar het materiaal. Het zijn de benen die het moeten doen.”
Lampaert: “Maar nu komt hij in een ploeg terecht waar hij wel met de beste fietsen zal kunnen rijden. Natuurlijk zal dat nog een stap vooruit zijn. Op die leeftijd dacht ik ook dat de benen alles deden, maar goed materiaal maakt toch veel, hoor.”
Vansevenant: (knikt) “Op het allerhoogste niveau hangt het van details af. Elk procentje winst is dan meegenomen.”
Welk moment uit 2019 is jullie het meest bijgebleven? Zo’n moment waarvan je denkt: dit is een teken dat ik weer een stap vooruit gezet heb.
Lampaert: “Ik voelde me vooral na de Tour heel goed. Op het EK en in de Rondes van Duitsland en Slowakije, waar ik merkte dat ik bergop, op beklimmingen tot tien minuten, een stap gezet heb. Ook op het WK voelde ik enorm goed. Net daarom was ik na afloop heel ontgoocheld. Ik voelde dat er veel meer inzat en vind dat we als Belgen heel slecht gereden hebben. Na afloop is het altijd makkelijk praten, maar ik had zeker de benen om hetzelfde als Van Avermaet te doen.”
Vansevenant: “Bergop ben ik beter geworden, maar ik heb vooral in de vlakkere koersen een stap gezet. Vroeger was het bij mij, toen het op de kant ging, alle hens aan dek. Nu gaat dat al beter, net als de positionering.”
Het is leuk om vast te stellen dat Yves het als belofte op dezelfde manier als mij gedaan heeft
Plots had de hele wielerwereld interesse in jou.
Vansevenant: “Er is in twee maanden tijd heel veel veranderd. Hans De Clercq van Sport Vlaanderen-Baloise en Eric Van Lancker van Israel polsten al voor Aosta, maar na mijn eindzege daar had ik plots veel aanbiedingen en heb ik met iedereen een gesprek gehad: Trek-Segafredo, Sunweb, Jumbo-Visma, Mitchelton-Scott…”
Zoveel keuze had jij indertijd niet, Yves.
Lampaert: (grijnst) “Dat klopt.”
Vansevenant: “Zoveel keuze moet je niet hebben. Eén ploeg volstaat, want je moet altijd mensen ontgoochelen en er zijn er die dat sportief opnemen en er zijn er die dat minder sportief opnemen. Ik ben met iedereen eerlijk geweest, maar mijn keuze was …”
Lampaert: “Heb je getwijfeld?”
Vansevenant: “Eigenlijk niet. Het is een heel goeie ploeg, het is dichtbij en ik ken er veel mensen. Ik denk dat het voor mij ideaal is om hier te beginnen.”
Lampaert: “En te eindigen. Of het toch op zijn minst lang trekken.”
Vansevenant: “Hopelijk, hé. Maar zoiets heb je zelf niet in de hand.”
Lampaert: “Hoe dan ook: van bij ons kan je altijd ergens terecht.”
Moet Mauri schrik hebben van de overstap naar de profs?
Lampaert: “Neen. Wat hij al getoond heeft, is fenomenaal. Hij moet nu gewoon voortwerken zoals hij bezig is. Het komende anderhalf jaar moet hij zich vooral niet te druk maken. Aftasten wat hij kan, hoe hij zich voelt… Hij zal daarna wel weten wat er binnen zijn mogelijkheden ligt. Goed luisteren naar de ploeg, naar Patrick (Lefevere, red.), naar Tom Steels en dan komt het wel goed.”
Er zal bij Deceuninck-Quick.Step in 2020 plots wel heel veel West-Vlaams gesproken worden: Tim Declercq, Stijn Steels, Bert Van Lerberghe, jullie…
Lampaert: “Ik ben daar heel blij mee. Toen ik bij Quick.Step kwam, waren we met acht voor de pistetrainingen in Gent. Vorig jaar schoten we nog met vijf over. Nu is er gelukkig nieuw bloed. Het zal een toffe bende zijn, met Keisse, Serry, Evenepoel…”
Deze winter gaat Mauri voor de eerste keer met jullie op stage. Zal hij tegen zijn tanden krijgen?
Lampaert: “Neen, we gaan hem onder onze vleugels nemen. De West-Vlamingen en Belgen binnen de ploeg zullen zorg voor hem dragen. Hij moet geen angst hebben, maar stelen met zijn ogen. Hij zal rap leren wat kan en wat niet kan.”
Op Mauri’s leeftijd dacht ik ook dat de benen alles deden, maar goed materiaal maakt veel, hoor
Jullie hebben overigens nog een gemeenschappelijke passie naast de koers: boeren.
Vansevenant: “Ik spring vooral in de drukke momenten van mijn vader bij. Het is vooral akkerbouw, dus dat valt best mee. Het is niet dat ik mijn trainingen of school ervoor moet laten. Het is een mooie hobby extra.”
Lampaert: “Ik help niet meer mee bij mijn ouders, ook niet in de wintermaanden. De koers is gewoon te zwaar geworden. Terwijl we bij Topsport Vlaanderen de mogelijkheid hadden om er nog wat in te komen, moet je er bij Deceuninck-Quick.Step vanaf de eerste koers meteen staan om je selecties voor de voorjaarsklassiekers af te dwingen. En we zijn – dat zal Mauri nog wel ondervinden – ook altijd een ploeg die de wedstrijd draagt. Dat houd je wakker en dat houd je scherp, maar het is ook heel belastend. Ik voel dat ik in de wintermaanden veel meer moet rusten dan vroeger.”
Mauri, jij hebt nog een andere hobby: kaarten.
Mauri: “Klopt volledig.”
Lampaert: “Manillen?”
Mauri: (knikt) “Op stage altijd.”
Lampaert: “Maar van mij ga je toch niet winnen, hoor. (grijnst) Bij ons in de ploeg wordt het minder gedaan, maar misschien kan dat weer opgekrikt worden.”
Mauri, de voorbije jaren hadden wij een vaste rubriek in onze krant: WestSprinter van de Week. De slotvraag was telkens: met welke knappe dame zou je wel eens een fietstochtje willen maken? Weet je nog wat je daarop geantwoord heb?
Vansevenant: “Zeker. Dat ik het niet aan je neus zou hangen. (hilariteit alom) Dat is nu al vier jaar dat jullie dezelfde vraag stellen. Ik vind dat echt een domme vraag.” (Lampaert proest het uit)
Is dat nog altijd je antwoord?
Vansevenant: (haalt de schouders op) “Ik heb daar geen tijd voor. Ik ga naar school. Ik koers een beetje. Vanochtend ben ik met mijn fiets in de gietende regen naar de les in Brugge gereden. Ik kan niet anders. Hoe ga ik anders op school geraken?”
Lampaert: “Met de trein?”
Vansevenant: “Van Torhout naar Brugge? Dan ben ik langer onderweg dan met mijn fiets.”
Lampaert: “Met je koersfiets?”
Vansevenant: “Neen, een gewone. Met chauffagebuizen.” (grijnst)
We zullen het dan maar aan Yves vragen. Met welke knappe dame zou jij wel eens een fietstochtje willen maken?
Lampaert: “Ik ben aan het denken. (korte stilte) Er zijn er veel die in aanmerking komen.”
Mama Lampaert: “Eigenlijk kan dat maar eentje zijn, hé.”
Lampaert: “Astrid maakt daar niet van. Doe dus maar Olga Leyers.”
Dat is een goeie keuze.
“Lefevere?
Over Patrick Lefevere p>
Vansevenant: “Ik heb Patrick twee keer gezien, dus kan ik niet echt iets over hem zeggen, maar als hij al zolang zo’n ploeg leidt, moet het toch zijn dat hij goed bezig is.” p>
Lampaert: “Streng, maar rechtvaardig.” p>
Over Remco Evenepoel p>
Lampaert: “Fenomenaal.” p>
Vansevenant: “Ik ging juist zeggen: fenomeen.” p>
Over Yves Lampaert p>
Lampaert: “Doorzetter.” p>
Vansevenant: “Karakter. (korte stilte) Wel ja …” p>
Lampaert: (grijnst) “Daar stopt het.” p>
Vansevenant: “Karakter is ook een talent. Als je geen karakter hebt, geraak je er niet.” p>
Over Mauri Vansevenant p>
Lampaert: “Doorzetter.” p>
Vansevenant: (korte stilte) “Ik zou het niet weten. Over jezelf praten vind ik moeilijk.” p>
Lampaert: “Ruwe diamant die goed geslepen zal worden.” p>
Vansevenant: “Misschien wel.” p>
Over WestSprint p>
Lampaert: “Geestig klassement.” p>
Vansevenant: “Mooi initiatief.” p>
Beloften
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier