Twee renners op een steenworp en één zelfs langs zijn voordeur
Morgen mogen de nieuwelingen in Adinkerke strijden voor de titel van West-Vlaams kampioen. Zo’n kampioenentrui zorgt natuurlijk altijd voor extra motivatie onder de renners, maar voor drie jongens wordt het een wel heel speciale koers. Jasper Dekien en Joran Luyssen (beiden eerstejaars) wonen op een steenworp van het parcours en Jelle Harteel passeert zelfs langs zijn voordeur.
1. Jasper, Joran en Jelle, het wegseizoen is bijna drie maanden ver. Hoe kijken jullie terug op jullie voorjaar tot nu toe?
Jasper: “Ik ben best wel tevreden met hoe alles loopt. Het is toch altijd even wennen als je overstapt naar de nieuwelingen. De snelheid ligt hoger, de koersen zijn langer en je neemt het op tegen jongens die een jaartje ouder zijn. Maar ik denk wel dat ik mag stellen dat ik de overgang vlot verteerd heb. Vorige week werd ik nog nipt tweede. Er kwam zelfs een fotofinish aan te pas, zo close was het.”
Joran: “Het klopt wat Jasper zegt over dat niveauverschil, maar persoonlijk vind ik het wel aangenamer koersen bij de nieuwelingen. Er wordt nu tenminste doorgereden en op het einde kan ik vaak nog rekenen op mijn sterke eindsprint. Ik werd dit seizoen al twee keer derde, een keer negende, twee keer elfde. Daarnaast behaalde ik ook nog eens mooie resultaten in het tijdrijden: zilver op het PK en elfde op het BK. Ik kan dus niet anders dan tevreden zijn.”
Maandag liep ik in Tsjechië een luchtwegeninfectie op. Het is daardoor nog niet zeker of ik wel zal starten. Dat zou jammer zijn, maar vorig jaar ging ik ziek van start en dat werd toen een hele tegenvaller. Dan lijkt het me verstandiger om te passen
Jelle: “Ook bij mij loopt alles naar wens. Na een winter lang sukkelen met mijn bloedwaarden ben ik iets vroeger dan voorzien op de weg begonnen. Na mijn laatste veldrit ben ik ook blijven doortrainen en dat leverde meteen resultaat: tweede in mijn eerste wegkoers. En die goede lijn kon ik gewoon doortrekken. Twee weken geleden werd ik ooknog eens tweede in de eerste manche van de Topcompetitie (in Vezin, red.) en vorig weekend zat ik in Tsjechië voor de Vredeskoers. Ik behaalde er een 18de plaats in het eindklassement in een sterk en internationaal deelnemersveld.
2. Straks wacht het PK op de weg in Adinkerke. Hebben jullie als renner van de streek speciaal toegeleefd naar deze koers?
Jasper: “Ik heb ervoor gekozen om het aan te pakken zoals elke andere wedstrijd. Ik heb al gemerkt dat te veel focussen op een bepaalde koers een tegenovergesteld effect kan hebben. Bovendien had ik vorige week geen supergevoel. Daarom heb ik vooral goed gerust om morgen zo fris mogelijk aan de start te verschijnen.”
Joran: “Ook ik wil mezelf niet onnodig veel druk opleggen. Als het tegenslaat, is de ontgoocheling dubbel zo groot. Maar laat het wel duidelijk zijn: morgen stond al een tijdje met stip genoteerd. Daarom heb ik vorig weekend ook wat extra rust in gebouwd. Geen koers, maar wel twee trainingen om me klaar te stomen voor het West-Vlaams kampioenschap.”
Jelle: “Voor het seizoen hadden we beslist dat dit mijn eerste piek moest worden en de conditie is ook wat ze moet zijn, maar…. Maandag liep ik in Tsjechië een luchtwegeninfectie op. Het is daardoor nog niet zeker of ik wel zal starten. Dat zou jammer zijn, maar vorig jaar ging ik ziek van start en dat werd toen een hele tegenvaller. Dan lijkt het me verstandiger om te passen.”
3. Geef eens jullie mening: wat voor koers kunnen we morgen verwachten?
Jasper: “Ik denk dat veel van het weer zal afhangen. Er is een strook van twee kilometer langs de vaart waar de wind vrij spel heeft. Als die daar gunstig zit voor waaiers, kunnen we een echte afvallingswedstrijd krijgen. Anders kan het wel eens lang gesloten blijven. Ik zie het ook niet echt als een voordeel dat de tweedejaars apart rijden. Met hen erbij is de kans op een harde koers een pak groter en daar houd ik wel van.”
De laatste bocht op dit parcours zou er in slecht weer wel eens heel tricky kunnen bijliggen
Joran: “Ik sluit me daarin aan bij Jasper. Nu krijg je het risico dat het wordt zoals bij de aspiranten. De sterke mannen die geviseerd worden en niemand die met hen wil meewerken. Geef mij dan maar een zware wedstrijd. Al hoop ik wel dat het droog blijft. Ik presteer meestal wat minder in de regen en de laatste bocht zou er in slechte weersomstandigheden wel eens tricky kunnen bijliggen.”
Jelle: “Ook ik had het parcours liever wat lastiger gehad. Maar het kan inderdaad twee kanten op, afhankelijk van de wind en de intentie van de renners. Ofwel ligt het allemaal in stukken, ofwel wordt het een gesloten wedstrijd. Geef mij dan maar het eerste.”
4. Wie worden volgens jullie de mannen om in de gaten te houden?
Jasper: “Ik denk daarbij vooral aan Thibo Germonprez: snel aan de meet en hij heeft al een koers gewonnen. Maar ook Joran zie ik wel dicht eindigen.”
Joran: “En ik denk dan weer dat Jasper een goede kans maakt. (lacht) Ook Nicholas Goossens dicht ik veel kansen toe. We zullen hem niet te veel ruimte mogen geven. En ook Oscar Scheirlynck wordt een man om in de gaten te houden. We gaan vaak samen trainen en ik heb al gemerkt dat hij goed is.”
Jelle: “Voor mij wordt Alec Segaert de te kloppen man. Als hij een gaatje heeft, zie je hem niet meer terug. Hij zal de koers wel proberen open te breken. Daarnaast schuif ik ook mijn ploegmaat Michiel Lambrecht naar voren. Hij is uitstekend op dreef dit seizoen.”
Er is een strook van twee kilometer langs de vaart waar de wind vrij spel heeft. Als die daar gunstig zit voor waaiers, kunnen we een echte afvallingswedstrijd krijgen
5. Mocht je straks de West-Vlaamse trui kunnen veroveren, zou je er dan een nachtje in slapen?
Jasper: “Ik zou dat wel zien zitten, een nachtje in de kampioenentrui.”
Joran: “Zeker en vast! Ik vind het ook wel een mooie trui, met die verticale strepen!”
Jelle: “Ik heb al drie provinciale truien en een Belgische in het veld behaald en de eerste nacht heb ik ze altijd aangetrokken om te gaan slapen. Ik zou daar heel graag nog een wegpyjama aan toevoegen.”
Nieuwelingen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier