Robin Orins (21) kijkt uit naar Luik-Bastenaken-Luik U23: “Ik hoop dit jaar eindelijk een grote vis te vangen”
Robin Orins is prima aan zijn derde campagne bij de beloften begonnen. Zaterdag staat hij aan de start van Luik-Bastenaken-Luik, waarin hij vorig seizoen achtste werd. “Ik wil dit jaar een grote vis vangen.”
Vorig weekend was Robin Orins, die sinds dit seizoen deel uitmaakt van Lotto-Dstny Developtment Team, aan de slag in het Circuit des Ardennes, een driedaagse UCI 2.2-rittenkoers in de Franse Ardennen. Hij werd er 54ste in het eindklassement. “De eerste twee dagen had ik een goed gevoel in de benen, maar nadat ik op een cruciaal moment materiaalpech kende, waren mijn klassementsambities om zeep. Ploegmaat Alec Segaert stond gelukkig derde in het klassement. Het doel was om op de slotdag met hem voor eindwinst te gaan, maar jammer genoeg werd Alec die nacht ziek. In plaats daarvan zijn we voluit voor de ritzege en het ploegenklassement gegaan. Dat laatste is gelukt, wat fijn was.”
Orins heeft een meer dan degelijke eerste seizoensmaand achter de rug. Hij werd achtste in Brussel-Opwijk, vierde in Aywaille en zesde in Gent-Wevelgem.
“Over het algemeen mag ik tevreden zijn”, vertelt de Heestertnaar. “Als ploeg zijn we enorm sterk, alleen jammer dat we nog geen overwinning konden behalen. In Gent-Wevelgem eindigden we met vier renners in de top vijftien, maar winnen lukte niet. Zelf had ik in de finale niet meer de benen om voor de overwinning mee te spelen. Ik kan terugblikken op een goed seizoensbegin en hoop die positieve lijn door te trekken.”
Uitzonderlijke dag
Zaterdag staat Orins aan de start van de belofteversie van Luik-Bastenaken-Luik. Een jaar geleden werd hij er nog knap achtste en derde Belg, na Lennert Van Eetvelt en William Junior Lecerf. “Ik herinner me vooral dat ik een uitzonderlijke dag had”, glimlacht Orins. “Ik brak toen enkele wattagerecords. Toen de koers op de Stockeu openbrak, zat ik veel te ver. Toch kon ik als één van de weinige renners de oversteek naar de kopgroep maken. Ik werd achtste, maar hield een dubbel gevoel aan die uitslag over. Ik had de finale niet verkend, waardoor er meer inzat. Ik kijk dus uit naar deze editie. Het parcours is een beetje veranderd. We rijden niet meer over de Rosie, maar het scenario zal gelijkaardig zijn. Vanaf de Stockeu en Haute-Levée komen de sterkste renners automatisch naar voren. We starten met een stevige selectie. Ik vermoed dat Alec Segaert en Ramses Debruyne de vooruitgeschoven pionnen zullen zijn, maar de vier andere renners, onder wie mezelf, moeten weinig onderdoen. Ik geloof dat we met veel renners van de ploeg de finale zullen rijden. Daarin is veel mogelijk.”
Na La Doyenne last Orins, die al jaren door Ruben Vanderhaeghen van Pulso-Preventielab begeleid wordt, een korte rustperiode in. “Daarna staan de testtijdrit in Poperinge en het Belgisch kampioenschap tijdrijden in Waregem op mijn programma. Vorig jaar werd ik vierde op het BK in Gavere. Bovendien is het een halve thuiswedstrijd. Dat geeft extra motivatie. Aan Jonathan Vervenne zal vermoedelijk weinig te doen zijn. Het wordt niet evident om Belgisch kampioen te worden, maar op een goeie dag kan ik veel. Ik geloof dat die driekleur in het werk tegen de klok mogelijk is.”
Nog seizoen als belofte
Orins, een veelwinnaar bij de jeugd, is bezig aan zijn derde campagne bij de beloften en geniet een VDAB-statuut. Met een profcarrière is hij momenteel, naar eigen zeggen, niet echt bezig. “Dit jaar wil ik gewoon een keer een grote vis vangen. Ik probeer mijn wedstrijden af te werken zoals mijn ploeg dat van mij verlangt en daarnaast de noodzakelijke stappen te zetten die een belofte van mijn leeftijd moet zetten. En wie weet komt er op het einde van dit seizoen wel een profploeg voor mij op de proppen. Als dat niet het geval is, heb ik in 2024 nog een vierde campagne bij de beloften te goed.”
Tot slot: ook Orins was de voorbije weken onder de indruk van Tadej Pogacar, Mathieu van der Poel en co. “Fenomenaal om te zien wat die mannen doen. Daar kan je alleen maar van dromen zeker? Het is echt uitzonderlijk!”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier