Rik Devoogdt ziet almaar meer buitenlandse kapers op de kust: “Hou de betere junioren in eigen land”
Rik Devoogdt (bijna 61) is aan zijn 23ste jaar als ploegleider bij de junioren bezig. Na het lopende eerste seizoen bij het team Crabbé Toitures-CC Chevigny doet hij er straks met grote gedrevenheid een tweede bij.
Gebruinde huid, een geel T-shirt, knalgele sportschoenen, de kleur van zijn volgwagen: het is aan Rik niet te zien dat hij al een jaartje met pensioen is. Eerst heeft hij 23 jaar bij Van Huele in Oostende gewerkt, waar hij in de waterbouw een zware hydraulische hijskraan bediende, daarna ging hij aan de slag bij de technische dienst van Jabbeke. “Ik ben die gemeente heel dankbaar voor de faciliteiten die ik er als werknemer kreeg”, zegt hij. “Ik kon gemakkelijk vrij nemen voor mijn grote passie: het wielrennen.”
Zelf heeft Rik, die sinds zes jaar in Zedelgem woont, nooit gekoerst. Als oom van Johan Museeuw maakte hij de wielersport wel jarenlang vanop de eerste rij mee. Waar de Leeuw van Vlaanderen reed, was Rik, de broer van Museeuws moeder Yvette Devoogdt, ook te vinden. Na Johans carrière dook Rik zelf het wielrennen in en werd hij ploegleider van juniorenteams. De gloriejaren 2013 en 2014 met het topteam Avia-Crabbé liggen al even achter hem, maar nu timmert hij aan de weg met Crabbé-Chevigny. “We hebben behoorlijke maanden achter de rug, maar er is uiteraard nog werk aan de winkel”, zegt hij. “Mijn team bevat vooral eerstejaarsjunioren, die volgend seizoen verder moeten ontbolsteren. De lat bij de junioren ligt almaar hoger, het niveau stijgt zienderogen. Dus is het nodig om als een vader om te gaan met die jonge renners, hen groepstrainingen en teambuilding te geven en hen op een hoger echelon te tillen. Ik wil internationaal meer scoren.”
Investeren in junioren
Rik ziet met lede ogen aan hoe buitenlandse topteams de beste junioren proberen in te lijven met het oog op een latere profcarrière. “Hou de betere in eigen land”, doet hij een oproep. “De eigen Belgische wielerploegen zouden moeten inzien dat het belangrijk is om ook in junioren te investeren, net zoals sommige dat in het dameswielrennen doen. We hebben evenveel te bieden als de buitenlandse teams. Laat ons uitgaan van onze eigen sterkte!” (JS)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier