Jari Carpentier is enorm gemotiveerd voor Gent-Staden
Het koersseizoen is helemaal op gang geschoten. In de marge van het Vlaamse openingsweekend, mogen ook de beloften en elites zonder contract zich opmaken voor de eerste wedstrijden van 2019. Vorig weekend konden ze al eens warmdraaien in de verschillende clubkampioenschappen, maar nu begint het echte werk. Met zondag al meteen een heuse klassieker: Gent-Staden. Ook voor Langemarknaar Jari Carpentier heeft de winter lang genoeg geduurd.
De 71ste Gent-Staden ziet er toch wat anders dan de voorbije twee edities. De renners starten met vier lokale rondes van dertien kilometer, vervolgens twee grote lussen van 31 km met daarin de kasseien van de Steenstraat in Esen, om te eindigen met nog eens drie plaatselijke rondjes in Staden. Jari Carpentier is als renner van de streek de perfecte persoon om het nieuwe parcours al eens in te schatten.
Op papier ben ik de minste renner van ons team, dus ik zal wat in dienst moeten rijden
“Ik verwacht dat het een zware en eerlijke wedstrijd zal worden”, vertelt de Langemarknaar die volgende week zijn 21ste verjaardag viert. “Een aantal weken geleden hebben we met de ploeg al eens verkend en veel stroken om uit te blazen, hebben we niet gevonden. Het gaat behoorlijk bergop en bergaf en de passages over de Steenstraat zullen ook voor animo zorgen. Het koersverloop kunnen we natuurlijk maar moeilijk voorspellen, maar het zal sowieso een sterke renner zijn die zondag als eerste over de meet komt.”
In dienst rijden
Winnen zal waarschijnlijk te hoog gegrepen zijn voor de hardrijder van het Wielerteam Decock-Van Eyck-Devos-Capoen, maar Carpentier ziet binnen zijn eigen ploeg wel enkele kanshebbers. “Op papier ben ik zelfs de minste renner van ons team, dus ik zal wel wat in dienst moeten rijden. Geen schande met mannen als Vandenbogaerde, Aneca, Touquet, Calleeuw, Balcaen en Comeyne in de rangen. Als we het slim aanpakken en onze collectieve sterkte goed uitspelen, moet er zeker iemand van ons dicht kunnen eindigen.
Zelf een mooi resultaat behalen, moet ook wel mogelijk zijn. Ik heb hard gewerkt deze winter en de conditie is in orde. Bovendien ben ik enorm gemotiveerd nu de koers over mijn trainingswegen passeert. Als er met een groepje gesprint moet worden, ben ik ook vrij snel… Maar de koers moet nog altijd gereden worden en het ploegbelang staat voorop.”
Vorige zaterdag kon de derdejaarsbelofte de benen al eens testen op het Clubkampioenschap in Izegem. Een 40ste plaats was niet wat hij vooraf in gedachten had, maar hij keerde toch met een positief gevoel huiswaarts.
Na zaterdag kijk ik met vertrouwen vooruit naar de komende maanden
“Het eerste halfuur moest ik er nog wat inkomen”, blikt Jari terug. “Tegen dan waren de vogels al gaan vliegen. Als er een groep van 40 man vertrekt, met alle grote ploegen sterk vertegenwoordigd, weet je dat het kalf verdronken is. Maar kom, ik beschouw het als een geslaagde training. Ideaal om nog wat snelheid op te doen en terug aan het peloton te wennen. En na een moeizame start, begonnen de benen toch te draaien. Een bewijs dat de conditie goed is na een lange voorbereiding, want dat is toch altijd een beetje een vraagteken. Maar na zaterdag kijk ik wel met vertrouwen vooruit naar de komende maanden”, vertelt Jari.
Graag herhaling 2018
Die maanden mogen gerust een herhaling worden van het voorjaar van 2018. Toen reed Carpentier van de ene ereplaats naar de andere, mocht hij met de West-Vlaamse selectie deelnemen aan Gent-Wevelgem/Kattekoers-Ieper en werd hij vijfde op het PK.
“Voor zulke resultaten zou ik wel willen tekenen”, knikt hij. “Al hoop ik die vorm dit jaar iets langer te kunnen volhouden. Vorige zomer viel ik wat stil. Nu wil ik het hele seizoen op die manier te presteren”, besluit Carpentier.
Beloften
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier