Harm Vanhoucke: “Is het echt al 40 jaar geleden dat een West-Vlaming een bergrit in een grote ronde kon winnen?”
De voorbije twee jaar won hij de Ardense Pijl, de Ronde van Lombardije voor beloften, de Ronde van Navarra en de koninginnenritten in de Tour des Pays de Savoie-Mont Blanc en de Giro delle Valle d’Aosta. Zijn naam is Harm Vanhoucke, hij is 20 jaar, komt uit Aalbeke, wordt vanaf 1 juli prof bij Lotto-Soudal en is West-Vlaanderens grootste klimbelofte. Aangename kennismaking.
Een interview in Aalbeke, ten zuiden van Kortrijk, heeft altijd wel iets te bieden. Aan de oostzijde kun je vanop de A17 het indrukwekkende heuvellandschap van houtimporteur Vandecasteele bewonderen. Aan de westzijde zie je vanop de E17 van kilometers ver prominent De Sjouwer boven de horizon uitsteken. Het 35 meter hoge monument werd in 1974 opgericht ter ere van de vele West-Vlaamse seizoensarbeiders die de in Frankrijk gingen werken, maar daar heeft Harm Vanhoucke nooit zijn slaap voor gelaten. Voetballen bij KFC Aalbeke en supporteren voor Club Brugge, dat wel. En dromen van een carrière zoals zijn favoriete speler van toen, Ivan Perisic. Althans, dat was wat Harm als 12-jarig ukje tijdens zijn eerste interview ooit vertelde. Het verscheen op vrijdag 26 februari 2010 op de regionale voetbalpagina’s van deze krant.
Harm bleef echter geen voetballer. Hij werd wielrenner, gestimuleerd door vader David, zelf een gewezen renner. En met dank aan een fietsreis in de Franse Alpen. In de Savoie, de regio waar hij jaren later zijn doorbraak als groot klimtalent kende, ontdekte Harm zijn passie voor de bergen.
Harm, weet je wanneer er voor het laatst een Belg een bergrit in een grote ronde kon winnen?
Vanhoucke: (denkt even na) “De Gendt zeker? Op de Stelvio. (corrigeert zichzelf) Of neen, hij won daarna ook op de Ventoux.” (De Gendt won op de Stelvio in de Giro van 2012 en op de Mont Ventoux in de Tour van 2016, red.)
Hij is niet de enige Belg die er dit decennium al in slaagde…
Vanhoucke: “Wellens in de Giro (in 2016 op Roccaraso, red.). En Jelle Vanendert op Plateau de Beille (in de Tour van 2011, red.) natuurlijk ook, hé. Dat weet ik, want ik reed die klim vorig jaar omhoog in de Ronde de l’Isard.”
Je vergat er nog eentje – Greg Van Avermaet in Super-Lioran tijdens de Tour van 2016 – maar we gaan een stap verder: wanneer won een West-Vlaming voor het laatst een bergrit in een grote ronde?
Vanhoucke: (fronst de wenkbrauwen) “Pfff… Ik zou het echt niet weten.”
Hij zit in de omkadering bij EFC-L&R-Vulsteke.
Vanhoucke: “Ah, nu weet ik het. Michel Pollentier! In de Tour van 1978, zeg je. Is het echt al 40 jaar geleden dat een West-Vlaming een bergrit in een grote ronde kon winnen? Ongelofelijk, hé.”
“Op stage met Lotto hebben ze gezegd dat ik kleiner moet rijden. Er is een groot verschil met Tim Wellens”
En eigenlijk mogen we Pollentiers ritzege op Alpe-d’Huez niet meerekenen, want hij werd gediskwalificeerd…
Vanhoucke: (grijnst) “Juist ja, die affaire met de peer. Lap, dan moeten we nog verder teruggaan en weet ik het zeker niet.”
Pollentier blijft de laatste West-Vlaming, want in 1975 won hij net als Van Avermaet een Tourrit naar Super-Lioran. Ervoor moeten we al teruggaan naar Walter Boucquet, in de Giro van 1964 op Roccaraso, en Armand Desmet, in de Giro van 1962 op Montevergine di Mercogliano. Wat denk je daarvan?
Vanhoucke: “Dat we geen klimmers hebben, hé. Het is eigenlijk zelfs een beetje triestig als je het zo bekijkt. Pas op, in België zijn er momenteel heel wat renners die goed bergop rijden. Maar echte klimmers of pure ronderenners… Neen, die zijn er niet.”
En nu word jij overal als onze grote klimhoop bestempeld. Ligt de druk niet te hoog?
Vanhoucke: “Het is moeilijk om nu al voorspellingen te doen. Men praat wel over Bjorg Lambrecht, Stef Crass en mij, maar om ons bij de profs tot ronderenner te ontwikkelen, is er nog een lange weg af te leggen. Daar zijn enorm veel opofferingen voor nodig en misschien kun je dan beter toespitsen op een ritzege. Nu, ik zal de komende jaren sowieso eerst kijken hoe ik evolueer.”
Bjorg Lambrecht is intussen prof en werd onder meer 18de in de Ronde van Baskenland. Heb je al met hem gesproken?
Vanhoucke: (lacht) “Bjorg zegt dat ze steenhard rijden, dat er bergop een pak sneller wordt gereden. Maar goed… Zie maar hoe Bernal (Colombiaanse neoprof bij Team Sky die tweede werd in Romandië en momenteel schittert in Californië, red.) rijdt. Vorig jaar reed hij in de bergritten met mij en Bjorg omhoog. Oké, er waren ook dagen dat hij ons helemaal zoek reed, maar er waren ook dagen dat we hem konden volgen. Al blijft hij echt indrukwekkend. Met voorsprong de sterkste renner van onze lichting!”
De Col des Aravis was de eerste col die je ooit bedwong. Hij werd ook al vijf keer in de Tour beklommen. Weet je wie er als eerste boven kwam in 2000?
Vanhoucke: “Armstrong? Of misschien Contador?”
Neen, Marco Pantani. Herinner jij je nog iets van hem? Jij was toen drie jaar.
Vanhoucke: (schudt het hoofd) “Neen. Wel ken ik de verhalen vanop tv, maar ik heb hem nooit bewust meegemaakt.”
Wat zijn dan jouw oudste koersherinneringen?
Vanhoucke: “Contador en Schleck die in de Tour aan het duelleren waren en Schleck die op een berg (de Port de Balès, red.) zijn ketting erdoor trok. Ik was fan van Schleck. Zijn stijl van rijden en aanvallende manier van koersen stonden me aan. Ik had het meer voor hem dan voor Contador. Waarom? Ja, hoe komt zoiets, hé…”
En toen werd dat frêle jongetje uit het onbekende Aalbeke plots ook een klimmer. Toeval bestaat niet: Aalbeke ligt verdorie op een helling.
Vanhoucke: (proest het uit) “Klopt, maar het is nu ook niet zo dat ik hier op grote hoogte woon. Ik ben redelijk laat beginnen te koersen. Ik was al een jaar of 15, 16. De twee jaar ervoor deed ik hier wel al mijn ritjes. Ja, ook met enkele hellinkjes, zoals Bellegemberg. En de Marionettenberg uiteraard! (grijnst) Een redelijk steil stukje, hoor. Dat was toen zo’n beetje mijn Alpe-d’Huez, hé.”
Volgens de overlevering ontdekte je jezelf als klimmer in de Ardennenkoers voor juniores in Harzé, op 2 juli 2014.
Vanhoucke: “Een hele koers reed ik er in de aanval. Eerst met zes, maar toen Pascal Eenkhoorn (nu prof bij Team LottoNL-Jumbo, red.) op de tweede klim doortrok, bleven we met twee over. Je zag toen al wel aan mijn bouw dat ik veel kleiner en magerder was dan de andere juniores. Op het vlakke kon ik mee, maar het verschil maken lukte niet. Ik had in de Bakala Academy ook al tests gedaan en daar zeiden ze: jij moet in de bergen gaan koersen. Mijn ritzege als eerstejaarsbelofte in de Tour des Pays de Savoie was het begin van alles. Daarvoor had ik wel al het gevoel dat ik prof wilde worden, toen besefte ik dat ik het kon worden.”
Wanneer werd dat officieel?
Vanhoucke: “De dag na mijn zege in de Ronde van Lombardije (op 2 oktober 2016, red.) belde ploegleider Kurt Van De Wouwer me op om te zeggen dat ik kon tekenen. Ergens logisch. Bij de profs wordt die koers als een monument beschouwd en als je als eerstejaars en als eerste Belg ooit kunt winnen, blijft dat bij.”
“In België zijn er veel renners die goed bergop rijden, maar echte klimmers of pure ronderenners zijn er niet”
“Afgelopen winter mocht ik al twee keer met de profploeg mee op stage naar Mallorca. Het was een toffe ervaring en er was een goeie sfeer. Ik voelde me meteen welkom. (lacht) Ja, de meeste renners kenden me wel al. Ik denk dat het wel binnensijpelt als er een renner van het belofteteam goed presteert.”
Kreeg je tips?
Vanhoucke: “Ja, er is verschillende keren gezegd dat ik veel kleiner moet rijden. Of ik dat dan doe? Bij momenten, als ik erop let. Maar het is moeilijk om iets wat je al je hele leven doet plots te veranderen. Ze hebben mij verteld wat het verschil is met iemand als Tim Wellens, die wel heel klein rijdt. Op een helling haalde hij tien tot 20 omwentelingen per minuut meer, ik 80 en hij 95. (lacht) Over een volledige training geeft dat toch een verschil van 10.000 toeren.”
Nog werkpunten?
Vanhoucke: “Leren luisteren. (grijnst) Ik ben nogal impulsief met mijn trainingen. Ik wil soms te veel doen en dat is niet goed. Zo heb ik vorig jaar in het begin van het seizoen een klop gekregen en dit seizoen maakte ik hetzelfde mee. Gelukkig heb ik net op tijd een rustperiode ingebouwd.”
Je wordt vanaf 1 juli prof bij Lotto-Soudal, maar zal dit jaar nog niet vaak in dat truitje te zien zijn. De wielerbond wil met jou naar het WK voor beloften…
Vanhoucke: “Klopt, het parcours in Innsbruck is lastig, heel lastig. Ik zal wel al bij de profs rijden – men sprak al van de Ronde van Polen of de Tour de Wallonie – maar sowieso rijd ik met de bond de Ronde van de Toekomst, de Ronde van Slovakije en het WK.”
Marc Sergeant gaf in deze krant aan dat hij jou in 2019 rustig wil laten verder groeien via enkele kleinere rittenkoersen.
Vanhoucke: (opgetogen) “Zelf zie ik dat ook zo. En dan kan ik meteen zien waar ik bergop sta.”
Hoe fanatiek ben je er al mee bezig?
Vanhoucke: “Voor de rondekes in de bergen probeer ik nu ook al goed op mijn voeding te letten. Voor een klimmer is de verhouding tussen het vermogen en lichaamsgewicht nu eenmaal heel belangrijk. Een hoogtestage deed ik wel nog nooit. De ploeg plant er wel eentje in juli en misschien kan ik meegaan. Ja, ik denk dat ik op verschillende vlakken nog progressie kan boeken.”
Uitkijken naar de Baby Giro h2>
Francesco Moser, Marco Pantani, Francesco Casagrande, Gilberto Simoni, Danilo Di Luca, Carlos Betancur… De erelijst van de Ronde van Italië voor renners tot 26 jaar puilt uit van de grote namen. Harm Vanhoucke droomt van een mooi klassement in de tiendaagse die op 7 juni begint. “Dat is toch het doel waarmee ik van start ga. Het parcours lijkt alleszins op mijn maat uitgetekend.” Een understatement, want de Baby Giro telt maar liefst vijf bergritten en een loodzware tijdrit op de slotdag. Vooral de Passo Maniva (9 km aan 9 procent) en de rit naar Asiago over de Monte Grappa en Foza (waar Tom Dumoulin, Vincenzo Nibali, Nairo Quintana en Thibaut Pinot vorig jaar op de voorlaatste dag van de Giro een beklijvend duel uitvochten) spreken tot de verbeelding. Door vermoeidheid moet Vanhoucke deze maand wel de Ronde de l’Isard en Vredeskoers van zijn programma schrappen. Van 21 tot en 24 juni volgt ook nog de Tour de Savoie-Mont Blanc. “Ik denk niet dat ik na de Baby Giro nog voor een klassement zal gaan. Het is maar vier dagen koers, maar na afloop ben je kapot. Het niveau is er ook heel hoog, met enkele Franse teams die er de Tour komen voorbereiden.” Op het menu van de vierdaagse door de Franse Alpen staan dit jaar onder meer de Col de la Croix de Fer, Lacets de Montvernier, Col du Télégraphe, Signal de Bisanne en Cormet de Roselend. (TVB) p>
Beloften
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier