Briek Beuselinck: “Trainen is uitlaatklep als je ‘s avonds thuis komt van het werk”

Briek Beuselinck (21) liet recent enkele toptienplaatsen noteren, wat meteen aantoont dat hij de goede vorm te pakken heeft. De renner van Vind! Cycling startte andermaal pas in april aan zijn wegseizoen, maar lijkt de goede benen te pakken te hebben.

Voorlopig blijft Briek de combinatie maken tussen strandraces en het wegseizoen, al overweegt hij het komende winter iets anders aan te pakken. “Ik overweeg iets minder strandraces te rijden om goed voor de dag te komen op de weg”, blikt Briek Beuselinck al even vooruit. “Volgend jaar ben ik laatstejaarsbelofte. Als ik me er dan echt op toe leg, kan ik misschien eens winnen. Ik ben zeker niet traag. In de ene wedstrijd lukt het om te sprinten, maar in een andere voel ik dan weer dat het totaal niet lukt. In Zwevezele werd ik negende in de spurt in de interclub. Ik ben zeker niet traag, maar zal ook niet vlug een sprint winnen, denk ik. In een select groepje ben ik misschien wel een kanshebber voor de ereplaatsen.”

Geregeld in top tien

Zijn beste resultaten reed de belofte in Westkapelle-Knokke-Heist (17 juli) en Gullegem (18 augustus). Toen werd hij telkens vijfde. Voor en na zijn vijfde stek in Gullegem werd Briek Beuselinck ook nog eens zesde in Beselare-Zonnebeke en achtste in Langemark-Madonna. Zaterdag voegde hij er in Marke een twaalfde plaats aan toe. “Nu gaat het inderdaad goed en rijd ik geregeld top tien. In Marke had ik ook op top tien gehoopt, maar voelde ik dat het niet zo goed was.”

“In gelijk wat ik doe, voel ik dat ik beter ben in de zomer”

“Ik ben geen voorjaarsrenner, misschien ook omdat ik later begin. Maar ik rijd wel graag in goed weer. In gelijk wat ik doe, voel ik dat ik beter ben in de zomer”, vervolgt de bouwvakker, die nu al aan zijn vijfde seizoen bezig is. “Ik ben nu derdejaarsbelofte en ik ben begonnen als eerstejaarsjunior. Vroeger heb ik wel nog voetbal en tennis gespeeld. Voor mijn communie kreeg ik een mountainbike. In het begin ga je dan eenmaal per week fietsen en dan wordt dat twee- tot driemaal per week. Op toeristenniveau reed ik niet slecht. Dan maakte ik op school enkele vrienden die koersten. We gingen samen trainen en zo ben ik er in gerold”, vervolgt Beuselinck.

Vriendenbende

Sinds enkele jaren rijdt hij bij vind! Cycling Project. “Het is een uitlaatklep als je ‘s avonds thuis komt van het werk. Als het mooi weer is, kijk je er dan naar uit om nog eens te gaan rijden. Ik zie mezelf niet koersen tot mijn 40ste, maar ik zal zeker nog niet stoppen. De toekomst zal uitwijzen hoe het samenvalt met mijn werk. Ik woon nog thuis en na het werk ga ik koersen. Eten en slapen is daarnaast nog het enige wat ik doe. (lacht) Maar ik zit in een superleuke ploeg en heb er immens veel vrienden gemaakt. We zijn bij wijze van spreken allemaal vrienden samen en ik zal niet zeggen dat we telkens samen trainen, maar het scheelt toch niet veel. Op maandag en woensdag gaan we samen trainen en dat is echt wel bere. Mocht ik nu stoppen met koersen, dan zie ik een groot deel van mijn vrienden niet meer”, besluit Briek. (Bram Vanlerberghe)