Michael Vanthourenhout: “Ik kom niet aan de start om vierde te worden”

Michael Vanthourenhout: “Ik ben aan een constant seizoen bezig en behaal mooie uitslagen. Het is gewoon jammer dat die ene uitschieter voorlopig niet volgt.“ (foto Belga) © DAVID STOCKMAN BELGA
Redactie KW

Michael Vanthourenhout (27) is bezig aan een erg constant seizoen. De Brugse renner van Pauwels Sauzen-Bingoal won de Berencross in Meulebeke en veroverde al talrijke podiumplaatsen, met onder meer een tweede plaats in Overijse en een bronzen medaille op het EK. Op de vooravond van de Superprestige in Merksplas en de Wereldbeker in Koksijde verwoordt hij zijn ambities: “Ik doe altijd mee voor de overwinning en dat is mooi.”

Bij de jeugd etaleerde Michael Vanthourenhout vaak zijn enorme klasse. In 2013 klopte hij ene Mathieu van der Poel op het EK voor beloften in het Tsjechische Mladá Boleslav, het volgende jaar strandde hij op het WK voor beloften in het Nederlandse Hoogerheide op de dichtste ereplaats, na… Wout van Aert. Maar in 2015 pakte de toen 21-jarige Vanthourenhout wél de regenboogtrui, na een héérlijk duel in het Tsjechische Tabor tegen zijn huidige ploegmaat Laurens Sweeck. In datzelfde Tabor boekte Vanthourenhout dan weer vorig jaar misschien wel zijn mooiste zege uit zijn profcarrière: de Bruggeling won er na een man-tegen-mangevecht tegen Eli Iserbyt zijn eerste Wereldbekerwedstrijd. Afgelopen zondag moest hij in Tabor tevreden zijn met een vijfde plaats maar komend weekend staat de Superprestige-manche in Merksplas op het programma. En Merksplas ligt hem ook: Vanthourenhout trok er vorig jaar aan het langste eind.

Ben je tevreden over jouw seizoen tot nog toe?

“Eigenlijk wel. Ik ben aan een constant seizoen bezig en behaal mooie uitslagen. Het is gewoon jammer dat die ene uitschieter voorlopig niet volgt. Ik won dan wel in Meulebeke, maar ik zou toch graag nog eens een klassementscross op mijn naam schrijven. (glimlacht) Het seizoen is natuurlijk nog lang. Ik wanhoop zeker en vast nog niet.”

Ben je verrast dat Lars van der Haar plots weer aan de oppervlakte komt?

“Op het EK reed hij bijzonder straf rond. Wij (de Belgen, red.) domineerden de cross, maar ondanks het overwicht trok hij toch aan het langste eind. Chapeau. We wisten na die prestatie dat hij weer in orde was en hij bevestigde dat ook afgelopen zondag in Tabor. Ik ben blij voor hem, want het is iemand die er alles voor doet. Hij ligt ook erg goed in het crosswereldje, dus het is niet dat ik het hem niet gun.”

Zelf reed je in Tabor een zeer alerte wedstrijd en leek je de sterkste man in koers, maar plots verdween je van het voorplan. Wat gebeurde er?

“In het begin van de wedstrijd voelde ik me heel goed, maar toen Lars (Van der Haar, red.) in de derde en vierde ronde aan de kop sleurde, moest ik al redelijk diep gaan om mijn wagonnetje aan te haken. Ik zat door mijn beste krachten heen en verzeilde achterin de groep en dan weet je als ze versnellen, dat het moeilijk wordt. Lars en Eli (Iserbyt, red.) kon ik niet volgen, maar een derde plaats zat er misschien wel in. Gelukkig komen er nog heel wat mooie veldritten aan dit seizoen.”

Zaterdag staat Merksplas op het programma en zondag sta je aan de start in Koksijde. Zijn beide crossen even belangrijk?

“Merksplas is een mooie cross, maar ik heb geen klassement te verdedigen in de Superprestige. Zondag is belangrijker voor mij, maar als ik goed start in Merksplas en kan meestrijden voor de overwinning, zal ik de overwinning zeker en vast niet laten liggen.”

Waarom rijd je niet alle Superprestige-manches?

“Dat is op voorhand besproken. Het is een heel erg drukke kalender dit seizoen en je kan gewoon niet alles rijden. De komende weken zullen er heel wat renners enkele veldritten schrappen, wat ook logisch is. Ik hou mij aan de afspraken. Ik start in Merksplas, omdat de ploeg beslist en ik was er vorig jaar natuurlijk de beste van het pak. Het is ook naar respect toe voor de organisatoren. Als je daar vorig jaar gewonnen hebt, kan je nu moeilijk je kat sturen. Ik sta met goesting aan de start. Het is een mooie omloop.”

Straks komen Van der Poel, Van Aert en Pidcock terug in het veld. Een goede zaak voor het veldrijden?

(twijfelend) “Ja… Het zijn drie grote namen en ik denk dat het publiek wel een kleine beetje snakt naar hun rentree. Voor ons maakt dat niet echt uit. We doen altijd ons best, maar het is soms moeilijk om tegen hen op te boksen. Zij kiezen hun eigen programma en zijn dan extra fris op de kampioenschappen. Iedereen kiest zijn eigen schema. Dat is ook hun recht.”

Kan je ze verslaan met een superdag?

“Als ik een superdag heb, kan het zeker, maar we moeten ook realistisch blijven. Het zijn drie fantastische renners, maar ik sta niet aan de start om vierde te worden. Je wilt altijd winnen. Het is ook een sport waar alles moet meezitten. Het BK van vorig jaar was een van mijn beste crossen ooit, zonder dat mankement in de start had ik er Belgisch kampioen kunnen worden.”

Tot slot. Wanneer is je seizoen geslaagd?

“Tuurlijk wil ik graag nog eens winnen, maar ik doe altijd mee voor de overwinning en dat is mooi. Als het zo blijft, ben ik tevreden. Het grote doel is de wereldbeker en daar sta ik voorlopig tweede. Ook het BK en het WK zijn net als ieder jaar een doel. Ik wil Belgisch kampioen worden. Het wordt niet gemakkelijk, maar als je aan de start staat, kun je winnen.”