Kay De Bruyckere (20) voor het eerst naar WK veldrijden: “Van jongs af aan vrij koppig”

(foto Thomas Beeuwsaert) © THOMAS BEEUWSAERT
Hans Fruyt
Hans Fruyt Medewerker KW

In z’n eerste WK veldrijden wil Kay De Bruyckere (20) zaterdag een gooi doen naar brons. Wellicht strijden bij de beloften Tibor del Grosso en Jente Michels om goud en zilver. Voor de derde plaats ziet hij in Liévin veel gegadigden.

Op 1 januari werd De Bruyckere bij Pauwels Sauzen-Cibel Clementines prof. De veldrijder uit Kleit tekende een contract van twee jaar. Dat geeft hem wat tijd om te groeien. Hij is aan z’n voorlaatste winter bij de U23 bezig. Een WK-selectie afdwingen was het grote doel. Dat is gelukt. Met winst in de beloftencrossen van Baal en Koksijde zette hij z’n kandidatuur kracht bij.

Koppig

Met het BK in Heusden-Zolder en de Wereldbekers in Benidorm en Hoogerheide werkte De Bruyckere deze maand niets dan beloftencrossen af. Op het BK haalde hij na twee valpartijen het einde niet. “Op het BK dacht ik enkel aan de trui”, blikt de Meetjeslander terug. “Ik stond in de best mogelijke vorm aan de start. Op een bepaald moment maakte ik een klein foutje. Om krachten te sparen, probeerde ik in een afdaling die metertjes op Aaron Dockx te dichten. Dat ging fout. Misschien iets te veel risico genomen.”

Daarna ging De Bruyckere nog eens onderuit. “De ergste val”, geeft hij toe. “Mijn duim was uit de kom. Ik duwde hem er zelf weer in. Daardoor scheurden de ligamenten af. Op dat moment bijzonder pijnlijk.”

Daardoor staakte hij de strijd. “De dokter gaf me de raad drie, vier dagen van de fiets te blijven”, vertelt De Bruyckere. “Dat advies heb ik niet gevolgd. Daags na het BK zat ik opnieuw op de fiets. In de zomer werk ik met Kenny Terweduwe van het managementbureau ISEA als trainer. Ook vanuit de ploeg komen er adviezen. Ik volg die niet altijd. Op vrij veel vlakken ben ik redelijk koppig en doe ik mijn ding. Eigenschap van een topsporter, zeg ik altijd. Door de vele wedstrijden die ik al gereden heb ken ik mijn lichaam vrij goed. Soms durf ik een risicootje nemen.”

In Benidorm en Hoogerheide liet De Bruyckere de duim van z’n rechterhand intapen. Vermoedelijk zal hij dat zaterdag voor het WK U23 ook laten doen. “Het duurt vrij lang voor die ligamenten aan elkaar groeien”, weet de jonge veldrijder. “Een operatie kon, maar dan mocht mijn hand een week geen zware klappen krijgen. Het seizoen zit er bijna op, ik zal het wel houden tot de veldrit in Brussel van 16 februari. Mijn stuur kan ik goed vasthouden. Af en toe, ter hoogte van balken of in putten, voel ik een pijnscheutje. Dat kost me geen plaatsen, dat heeft geen invloed op mijn resultaten.”

Breed pakket

Uiteraard wil De Bruyckere in z’n eerste WK – als tweedejaarsjunior reed hij in het Franse Les Gets het wereldkampioenschap mountainbiken, maar haalde hij door wielbreuk geen uitslag – degelijk scoren. “Van mij wordt niet verwacht dat ik in Liévin de regenboogtrui pak”, beseft hij. “Tibor del Grosso is de grote favoriet. Europees kampioen Jente Michels zit er kort achter. Dat is bij de beloften al de hele winter zo. In onze categorie zijn dat de twee oudsten.”

Voor de onderste podiumtrede lijkt de strijd open. “Een breed pakket voor die derde plek”, ziet De Bruyckere. “In dat pakket zit ik ook. Er zijn veel mannen die het podium kunnen en willen halen. Dat is ook mijn doel.”

Teamrelay

Misschien haalt de derdejaarsbelofte vrijdag al het podium. Bondscoach Angelo De Clercq vroeg hem of hij de Teamrelay wil rijden. “Ik heb ja gezegd, want een goeie voorbereiding op de cross van zaterdag”, oordeelt De Bruyckere. “Tijdens die Teamrelay zal ik ondervinden hoe het is om op snelheid over dat parcours te rijden. Vorig jaar pakte België brons. Misschien zit een medaille erin. Altijd plezant om op een podium te staan.”

Het zou De Bruyckere wat meer aandacht geven tijdens de Parkcross in eigen Maldegem op woensdag 5 februari. “Vroeger trok ik na school zo snel mogelijk naar de Parkcross”, glundert hij. “Intussen heb ik er zelf tweemaal gereden. Een aparte cross. Met al die bochtjes krijg je er een criteriumgevoel. Tot en met Brussel doe ik alle crossen. De laatste in Oostmalle laat ik schieten.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier