Ronny De Vos weet zelfs na ruim 50 jaar niet van ophouden: “Ik ben nu 67 jaar en reed vorig jaar 23 koersen”
Ronny De Vos was actief op de weg, in het veld en op de piste en won in alle categorieën. Als veteraan +50 werd hij zes keer Belgisch kampioen, twee keer Europees en twee keer Benelux-kampioen. Vandaag is hij sportbestuurder bij het wielerteam Tarteleletto-Isorex. De ex-Oostendenaar woont nu in Beernem.
Ronny De Vos, geboren op 21 oktober 1955 in Lokeren, groeide op in Klein-Sinaai. Hij volgde twee jaar middelbaar, richting Metaal, en ging werken toen hij veertien was, in de textielfabriek Tissage in Eksaarde, waar hij met zijn moeder heen was getrokken na de dood van zijn vader, twee jaar eerder. Hij werkte er tot hij 21 was en zijn toekomstige vrouw Dominique had leren kennen. Zij was samen met haar vader, ex-cyclocrosser Charles Vanhoutte uit Oostende, naar de cross komen kijken, en van het ene kwam het andere. Ze trouwden in maart 1977 en Ronny verhuisde mee naar Oostende. Hij werkte twee maanden bij Placora, sponsor van WC De Zeemeeuw, en daarna net geen veertig jaar bij de stedelijke groendienst van Oostende.
Ronny en Dominique hebben drie dochters en zeven kleinkinderen. In 2006 verhuisde de familie De Vos naar Beernem. Charles Vanhoutte heeft er twaalf jaar ingewoond.
Miniem bij liefhebbers
Ronny kreeg de passie voor de sport mee van zijn elf jaar oudere broer Gaston, die in de cross een redelijke concurrent was voor zevenvoudig wereldkampioen Bertje Vermeire uit Beernem.
“Van jongs af aan zat ik op de fiets en ik ging overal mee naar de cross met mijn broer. Door het overlijden van vader werd Gaston vlug zelfstandig en moest hij stoppen met koersen. Ik nam de fakkel over. Ik begon op mijn vijftiende bij WC Vooruit-St. Gillis-Waas. In 1970 reed ik op mijn verjaardag mijn eerste cross: in Zelzate, als miniem, bij de liefhebbers. Jeugdcross bestond nog niet. Na een half uur was mijn pijp uit. Het jaar erop werd categorie C georganiseerd, en als tweedejaarsnieuweling won ik al een cross in Zele. Elk weekend dook ik het veld in en ik won nog drie wedstrijden. In 1973 won ik er tien. In 1974 won ik drie koersen op de weg en tien crossen.”
“Mijn beste seizoen had ik toen ik 37 was”
In maart 1977, na de trouw en de verhuis naar Oostende, werd Ronny lid van WC De Zeemeeuw.
“Mijn schoonvader – die in oktober gestorven is – was bestuurslid en het was logisch dat ik tekende. Ik heb veel interclubs gereden met Johan Museeuw en de broers Dedeckere. Het clubkampioenschap cross vond plaats in Mariakerke, op de weg streden we voor de titel in Stene. De Zeemeeuw nam de uitbating van de wielerpiste over en we reden midweeks en weekendcriteriums. Ik was goed in afvalling en puntenkoers; achtervolging en zuivere snelheid waren niets voor mij. In combinatie met mijn job en zonder professionele begeleiding waren mijn prestaties wisselvallig. Toen ik dertig was, begon ik doelgerichter te trainen. Ik was 32 toen ik weer een cross won.”
“Mijn beste seizoen had ik in 1992 – ik was 37. Ik won dertien crossen, waaronder twee A-crossen, in Bredene op Camping 17 en in Langemark, zelfs met Roland Liboton aan de start. Dat jaar zat ik in de preselectie voor het WK in Italië en nam deel aan de voorbereiding. Als vijfde renner viel ik spijtig genoeg af. Het heeft niet geholpen dat ik de deuren van de douches wijd opengezet had: er is niemand ziek geworden. (lacht)”
Ronny stopte bij de liefhebbers toen hij 42 was, en reed nog zes jaar bij de cyclosportieven. Op het eerste BK brak hij zijn sleutelbeen en werd nog tweede. Nadien haalde hij een Belgische titel bij de Masters in Gent en een wereldtitel, categorie 45-49, in Mol.
“Ik won ook nog eens zilver op het BK, en mijn laatste kampioenschap reed ik in Wielsbeke. Ik was toen ook ploegleider bij de club van Michel Pollentier, de Lombarden. Na twee jaar kreeg ik weer goesting om zelf te rijden. Zo startte ik vanaf 2004 in wedstrijden op de weg van de nevenbonden. Ik werd zes keer kampioen van België +50, tweemaal Europees kampioen en tweemaal Benelux-kampioen. Ik nam ook deel aan het WK FICP, in Sint-Truiden, met deelnemers van over heel de wereld. Het was een berelastig parcours en ik eindigde, tot mijn grote ontgoocheling, pas achtste.”
Een ‘fluiter’
Zijn laatste Belgische titel, bij de +60, dateert van 2017. Kort daarna raakte hij op de sukkel met zijn gezondheid.
“Bij een darmonderzoek werd een hartprobleem vastgesteld. De dokter zei dat ik met een ‘fluiter’ zat, een hartklep die niet goed functioneert. Eerst probeerde de dokter mijn hartritme te regelen met elektroshocks. Dat hielp een paar dagen en dan hebben ze een ablatie uitgevoerd. (daarbij schroeit de chirurg de oorzaak van de hartritmestoornissen weg, red.) Na een korte herstelperiode kon ik weer trainen en koersen. Maar toen kreeg ik problemen met de rug. Ik kon kiezen: een operatie met kans op genezing, of een inspuiting en na twee jaar weer dikke miserie. Ik koos voor de operatie. In de kliniek van Eeklo werden drie wervels vastgezet en werd één tussenwervel verwijderd. Pas twee jaar later, in 2022, voelde ik me weer duizend man sterk. Ik heb nu alweer 23 koersen gereden en zes ervan gewonnen. Ik fiets nog dolgraag. Wielrennen blijft mijn passie.”
De wereld gezien
Ronny is ook al zes jaar sportbestuurder bij Wielerteam Tarteletto-Isorex. “Met ons team van zestien Belgische renners rijden we intercontinentale profwedstrijden in binnen- en buitenland, vooral in het voorjaar. We namen deel aan de Rondes van Noorwegen, Turkije en Rwanda, en reden al drie keer de Ronde van Iran, met twee eindzeges, voor Rob Ruijgh en Gianni Marchand. Dit jaar reden we ook in Servië en in Griekenland, met een topvijfplaats. Ja, dankzij de wielersport heb ik al een stukje van de wereld gezien.”
“Ik ben ook blij dat de sport zuiverder is geworden. En dankzij Remco Evenepoel en Wout van Aert is het wielrennen spectaculair voor de fans. Ik ben nu 67, en na meer dan vijftig jaar als renner blijft de sport me fascineren. Zolang ik gezond ben, zal ik mijn ervaring graag delen met jonge renners.”
Ronny De Vos was actief op de weg, in het veld en op de piste, en won in alle categorieën. Als veteraan +50 werd hij zes keer Belgisch kampioen, tweemaal Europees en twee keer Benelux-kampioen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier