Xandro Meurisse (29) was de voorbije seizoenen altijd één van de West-Vlaamse smaakmakers in het peloton. Dit seizoen kwam de kersverse aanwinst van Alpecin-Fenix echter nog niet in beeld. Scheelt er iets met de Zwevegemnaar? “Neen, hoor”, sust Meurisse. “Ik heb nu een andere rol in dienst van de ploeg, maar nog een maandje geduld en dan zullen we een andere Xandro zien.”
Zevenenveertigste in de slottijdrit van Tirreno-Adriatico is voorlopig het beste resultaat van Xandro Meurisse in 2021. Daar is maar één verklaring voor: hij heeft tot nu toe altijd in dienst van zijn ploeg gereden. “Het is aanpassen voor mij en mijn omgeving”, beseft Meurisse zelf ook. “Vroeger bij Wanty mocht ik zelf de finale rijden. Nu heb ik een andere rol, maar ook dat vind ik plezant. In Tirreno-Adriatico was het met plezier controleren voor een kopman als Mathieu van der Poel. Mijn werk wordt ook geapprecieerd. De ploeg is wel content, denk ik.”
Kristof De Kegel, performance coach bij Alpecin-Fenix en sinds afgelopen winter ook de persoonlijke trainer van Meurisse, kijkt tevreden terug op de prille samenwerking. “Als je een nieuwe renner traint, is het eerst altijd wat zoeken. Je moet meer inzicht verzamelen. In data en in aanpak. Iedereen is verschillend in hoe hij naar de wereld kijkt.” Ook voor Meurisse was het aanpassen, nadat hij jarenlang de schema’s van ex-prof Kevin Hulsmans had gevolgd. “Ik was de enige prof met wie Kevin samenwerkte en kreeg dan ook alle aandacht. Nu is dat anders. Een voordeel is dan weer dat alles via Kristof ook meteen bij de ploeg terechtkomt. Ik ben tevreden over zijn aanpak. Achter alles wat ik moet doen, zit een plan. Ik voer ook elke training tot op de minuut uit. Als hij mijn files uitleest, stelt hij me altijd gerust en zegt hij dat ik mezelf niet zoveel druk moet opleggen.”
De Kegel knikt. “Ik hoor de laatste tijd hier en daar de vraag: hoe is het met Xandro? Op zich gaat het goed met hem. Dat hij voor het brede publiek momenteel minder opvalt, komt door de rol die hij binnen de ploeg heeft. Maar we schatten zijn waarde zeker hoog in en zijn nu rustig aan het opbouwen naar de rittenkoersen. In het klimwerk moet Xandro iets kunnen betekenen.” Meurisse knikt. “Het is een kwestie van geduld hebben. Op een dag zal ik ook wel eens mijn eigen kans mogen gaan.”
Zitvlak
Die dag is niet meer zo veraf. “In de Brabantse Pijl voelde ik me nog niet top”, vertelt Meurisse. “Het eerste uur had ik voortdurend last van een bloedneus, een gevolg van de verkoudheid waarmee ik begin april af te rekenen had. Ik kwam ook net uit mijn hoogtetent. In de Amstel liep het al veel beter. Op de meeting was afgesproken dat er één kopman was: Kristian Sbaragli (die zevende werd, red.) . Ik heb hem zo goed mogelijk proberen te helpen, zodat hij zo weinig mogelijk krachten zou verspillen. Dat is gelukt. Ook in Luik zie ik Kristian dicht eindigen. En als ik me goed voel en dat aangeef, zal ik ook wel mijn ding kunnen doen.”
De Kegel kan dat alleen maar beamen. “Alleen komt topvorm niet op bestelling. In december heeft Xandro een zitvlakprobleempje gehad. Niets dramatisch, maar daardoor hebben we, in een coronajaar waarin het niveau extreem hoog ligt, twee weken vertraging opgelopen en duurde het iets langer voor hij erdoor kwam. Xandro reed in maart een heel verdienstelijke Tirreno in dienst van de ploeg en is ook beter uit die koers gekomen. De laatste weken is hij echt naar een betere vorm aan het toegroeien. Zijn uitslag in de Amstel Gold Race valt minder op, maar hij reed een heel goeie koers. Ik verwacht dat zijn rol de komende weken almaar vrijer zal worden.”
Na dit weekend last Meurisse een week rust in. In het tweede deel van mei volgt een hoogtestage met de ploeg in La Plagne in de Franse Alpen. Daarna rijdt Meurisse de Ronde van Zwitserland en het BK als voorbereiding op de Tour, waarin hij twee jaar geleden nog als 21ste en beste landgenoot eindigde. “Het is hopen op een selectie, maar sowieso zal ik zelf mijn plaats moeten afdwingen.” De Kegel: “De Tour moet voor Xandro het doel zijn. Of hij er effectief bij zal zijn, beslissen we met de ploegleiding. We zullen de sterkst mogelijke ploeg naar Frankrijk sturen. Niet individueel, maar op basis van de doelen van het team: sprints en ritzeges. We trekken met tien renners op hoogtestage. Acht daarvan rijden de Tour. Als Xandro er niet bij is, is de Vuelta het alternatief. Een grote ronde lijkt me voor hem dit seizoen sowieso een zekerheid.”
Mei, juni en juli
Vorig jaar behaalde Meurisse in februari al een rit- en de eindzege in de Ronde van Murcia. Het was en is voorlopig de enige keer in zijn carrière dat de 29-jarige Zwevegemnaar in het voorjaar zijn beste niveau haalde. “Ik heb al van alles uitgeprobeerd, maar mijn goeie periodes vallen vaak op dezelfde momenten. In mei, juni en juli dus. En ook in het najaar rijd ik vaak goed. Mijn periode komt er nu dus stilaan aan. Nog een maandje geduld en dan zullen we een andere Xandro zien.” De Kegel: “Ik had deze week een videocall met Tim Merlier. Hij kent hem al heel lang en zei: bij Xandro is het gewoon wachten op goed weer . (grijnst) Dat doen we dan ook.”
Profwielrennen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier