Met Franse profrenner Nathan Vandepitte op bezoek bij zijn grootouders in Zonnebeke

Nathan Vandepitte bij zijn grootouders Willy Vandepitte en Nicole Dewitte in de Grote Molenstraat. © ZB
Tom Vandenbussche

Nathan Vandepitte is een 24-jarige Franse profwielrenner bij het Belgische Bingoal-Wallonie-Bruxelles. Maar vooral: Vandepitte werd geboren in Tielt en heeft roots in Langemark en Zonnebeke, waar hij nog vaak bij zijn grootouders verblijft.

Nathan Vandepitte werd geboren in Tielt. Vader Wim is afkomstig van Zonnebeke. Mama Veerle Teetaert groeide op in Langemark. In 1994 openden Wim, bakker van opleiding, en Veerle Brood en Banket Wim in Aarsele, waar kleine Nathan de eerste vier jaar van zijn leven doorbracht. “Maar als ik eerlijk moet zijn, kan ik je alleen maar vertellen dat ik niets zinnigs over Aarsele kan vertellen”, glimlacht hij wanneer we hem daags voor de Elfstedenronde in Brugge aan de lijn krijgen.

Aangename streek

In 2004 verhuisden Wim en Veerle met hun zonen Nathan en Iben naar het dorpje Marsel bij Albi, waar ze onder de Zuid-Franse zon de chambre d’hôtes Maison Mambré openden. Nathan en Iben gingen vervolgens naar een Franse school, maar werden thuis in het Nederlands opgevoed. “Albi is een mooie stad”, benadrukt Nathan. “Niet te druk en met een mooie kathedraal. Er zijn daar genoeg plekjes om als toerist te bezoeken. In ieder geval: mensen die bij mijn ouders op vakantie komen, uitsluitend Vlamingen, hebben voldoende bezighouding. Het is een heel aangename streek.”

“Zonnebeke is een goeie uitvalsbasis als renner van Belgisch team”

Nathan kan het weten, want naast een kort verleden als rugbyspeler was hij van jongs af aan door de wielermicrobe gebeten. Als nieuweling won hij een resem wedstrijden. “De streek van Albi is een prachtige regio om te fietsen.” Af en toe kwam Nathan als nieuweling en junior ook in West-Vlaanderen koersen en verbleef hij bij zijn grootouders in Zonnebeke. “Op die manier kwam ik uiteindelijk ook bij het opleidingsteam van mijn huidige ploeg terecht.” Sinds 1 januari 2023 mag Nathan zich zelfs profwielrenner noemen. “Ik heb een klassiek profiel en ben redelijk explosief. Massasprints zijn niet aan mij besteed, maar een sprint op de power na een zware koers ligt wel binnen mijn mogelijkheden.”

Sinds zijn profdebuut koerste Nathan heel vaak op Belgische bodem. “In principe is het de bedoeling dat ik telkens koersblokken van twee, drie maanden inlas en vervolgens voor enkele weken naar Albi terugkeer om te trainen. Tijdens wedstrijdperiodes verblijf ik bij mijn grootouders in Zonnebeke, waar ik ook gedomicilieerd ben. Mijn vriendin studeert nog in Frankrijk. We zien dus elkaar niet zo vaak. Mocht ik in Frankrijk kunnen wonen, dan opteer ik sowieso daarvoor. Maar je kan in het leven niet alles hebben. Zonnebeke is een veel betere uitvalsbasis als renner van een Belgisch team.”

Geen Kemmelberg

Intussen kent Nathan de West-Vlaamse wegen als zijn broekzak. “Ik trek vaak richting het Heuvelland en beklim daar de Catsberg, Rodeberg en Zwarteberg. De Kemmelberg laat ik op training dan weer liever links liggen. Als ik heel eerlijk ben, moet ik toegeven dat ik veel liever in Albi train. Het is het totaalpakket. Hier in België is het weer minder goed, er staat meestal veel wind, je moet voortdurend wegen oversteken en constant attent zijn. In Frankrijk kan je vier uur gaan trainen zonder een auto tegen te komen. Je kan het simpelweg niet met elkaar vergelijken. Maar ik mag niet klagen.” Intussen weten ook zijn Belgische collega-profrenners dat Nathan West-Vlaamse roots heeft. Het verhaal doet de ronde dat Tim Declercq zich zelfs een hoedje schrok toen die ‘onbekende renner’ van Bingoal-Wallonie-Bruxelles plots in het West-Vlaams tegen hem begon te praten. “Dat is misschien wat opgeblazen door de journalisten”, lacht Nathan. “Het gebeurde in de Tour de la Provence. Tim dacht dat ik een Waal of Fransman was, maar opeens begon ik tegen hem in het West-Vlaams te praten. Ja, hij was toch wel een klein beetje verrast, maar ook niet meer dan dat. Intussen weten de andere Belgen wel wie ik ben. Wanneer ik in Zonnebeke ben, train ik geregeld met Kenny Molly, Louis Blouwe en Cériel Desal. Met Tim heb ik nog nooit getraind, maar ik kom hem wel geregeld tegen.”

Nathan heeft nog niet zijn beste seizoen achter de rug. In de Brugge-De Panne Classic kwam hij zwaar ten val. In de voorbije Ronde van Turkije hervatte hij de competitie. Volgende week rijdt hij de Vierdaagse van Duinkerke. “Ik ben einde contract. Het is mijn doel om in een grote ploeg terecht te komen en zo mijn carrière te kunnen voortzetten. Een verlengd verblijf bij mijn huidig team sluit ik evenmin uit. Zolang ik van mijn passie kan leven, ben ik tevreden.”

Broer Iben werkt intussen in een hotel-restaurant. We vragen Nathan of zijn toekomst na zijn profcarrière ook daar ligt. “Misschien wel”, knikt hij. “Ik heb al altijd interesse in koken gehad. Mijn vader is bakker geweest en zelf heb ik als kind lang getwijfeld om naar de hotelschool te gaan. Maar nu ligt mijn focus op mijn wielercarrière. Daarna zien we wel.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier