Zondag staat Sven Vanthourenhout met de wegrit op het wereldkampioenschap in het Zwitserse Zürich voor zijn allerlaatste opdracht als Belgisch bondscoach. Daarna neemt de Bruggeling afscheid van Belgian Cycling. Vanthourenhout behaalde de afgelopen jaren heel wat successen en krijgt ook van insiders niets dan lof. “Hij probeerde bij de federatie het niveau van de WorldTour te evenaren.”
Drie Europese titels en één wereldtitel in het veld, een olympische en twee wereldtitels in het tijdrijden, een wereldtitel op de weg, een olympische titel op de weg en in de tijdrit en sinds een tweetal weken geleden ook een Europese titel op de weg. Het palmares van Vanthourenhout als bondscoach bij de profs is ronduit indrukwekkend. Los van de resultaten wordt hij evenwel evenzeer geroemd om zijn manier van werken. Wij legden daarom ons oor te luister bij Yves Lampaert, Eli Iserbyt en assistent-bondscoach Serge Pauwels. En het drietal is unaniem: “Het zal niet evident zijn om Sven te vervangen.”
Rol ontgroeid
Heel verrassend lijkt het afscheid van Vanthourenhout niet. Zijn contract liep op het einde van het seizoen af en er was al langer interesse van merkenteams. Toch overviel het nieuws assistent-bondscoach Serge Pauwels wel een beetje. “Ik had eerlijk gezegd gedacht dat hij nog wel wat langer zou doorgaan en dat Sven en Belgian Cycling wel tot een nieuwe overeenkomst zouden komen”, vertelt hij. “Zeker omdat hij altijd goed werk geleverd heeft en omdat ik weet dat Sven deze job ook heel graag deed.” Al begrijpt Pauwels zijn beslissing ook wel. “Het is zoals er gecommuniceerd werd. De visies verschilden een beetje en Sven en Belgian Cycling hebben elkaar uiteindelijk niet gevonden. Ik begrijp het voor een stuk dus wel.”
“Alles wat hij bereikt heeft, heeft hij aan zichzelf te danken door altijd te willen bijleren” – Eli Iserbyt
Ook veldrijder Eli Iserbyt, die onder Vanthourenhout een wereldtitel pakte bij de beloften en een Europese titel bij de profs, toont begrip. “Ik heb Sven nog een tijdje als ploegleider gehad toen hij vlak na zijn rennerscarrière bij het toenmalige Telenet-Fidea aan de slag ging. Je voelde toen al snel dat hij op een korte tijd uit die rol gegroeid was en andere uitdagingen nodig had. Ik denk dat hij nu in een gelijkaardige situatie zat. Sven was een zeer goede bondscoach, maar het is ook maar wat het is natuurlijk. Zeker in het veld heb je slechts een gering aantal wedstrijden en kan je door bepaalde beperkingen niet altijd volledig je ding doen. Daarom denk ik dat hij die rol van bondscoach ontgroeid was. Hij wilde immers nog professioneler werken dan voor de bond misschien haalbaar was. Het siert Sven echter wel dat hij steeds beter wil. Uiteindelijk heeft hij als bondscoach ook alles bereikt wat er te bereiken valt en dan zijn de Olympische Spelen en het wereldkampioenschap heel mooi om mee af te ronden. Ik denk dat hij op het perfecte moment stopt, want stoppen op een hoogtepunt is altijd mooier.”
Feit is: Vanthourenhout zal gemist worden. “Ik vind het wel jammer, ja”, is Lampaert duidelijk. “Ik had een goede band met hem en hij dacht bij het maken van zijn selectie vaak aan mij. Ik kijk dan ook heel positief terug op de samenwerking met Sven. Hij was altijd heel open en toegankelijk.”
Dat laatste is iets wat vaker ter sprake komt. Sven Vanthourenhout heet namelijk een uitstekende peoplemanager te zijn. “In de cross is het nog individueler dan op de weg, maar op kampioenschappen waar we vaak met meerdere renners kans maakten op een goed resultaat, probeerde hij toch altijd iedereen op dezelfde lijn te krijgen. Iets waar hij ook steevast in slaagde”, aldus Iserbyt. “Sven is heel menselijk in zijn aanpak, blijft op elk moment kalm en steekt in elke renner evenveel tijd en energie.”
Doordachte keuzes
Lampaert vult aan: “Het is te simpel om alle titels die hij won af te schuiven op de talentvolle generatie waarover we beschikken. Natuurlijk moeten de renners het uiteindelijk zelf doen, maar Sven slaagde er wel altijd in om de selectie te motiveren om op de kampioenschappen voor de volle driehonderd procent te rijden voor ons land en de ploegbelangen voor even aan de kant te schuiven. In dat opzicht was die groepssfeer enorm belangrijk. Hoe hij dat aanpakte? Aan tafel zat hij tussen de renners en maakte hij gewoon mee plezier. Daarnaast ging hij ook wel eens rond op de kamers om te horen wat er leefde bij de renners.” Ook in zijn selectiepolitiek hield Vanthourenhout daar trouwens rekening mee. “Hij legde zijn oor telkens eens te luister bij zijn kopmannen om te horen wie zij er graag bij zouden hebben. Dat loonde vaak wel. Ook al moest hij daarom jongens thuislaten die er puur qua prestaties en verdiensten misschien wel bij hoorden, maar tactisch niet de beste keuzes zouden zijn.”
Assistent-bondscoach Pauwels beaamt: “Sven weet heel goed wat er leeft bij de renners en hij slaagt er daardoor in om een bepaalde losse, plezante, sfeer te creëren als de selectie samenkomt. En daarvoor maakt hij inderdaad goed doordachte keuzes. In Wollongong nam hij bijvoorbeeld Pieter Serry mee, iemand waar heel veel om gelachen werd. Hij was eigenlijk een soort mascotte, maar tegelijkertijd een enorm belangrijke figuur in die selectie omdat hij de boel luchtig hield. Hetzelfde geldt voor de mannen van de Melkerie. Jongens als Bert Van Lerberghe en Tim Declercq zou je – met alle respect – op basis van hun fysieke capaciteiten perfect kunnen vervangen door iemand anders, maar doordat zij zo belangrijk zijn voor de sfeer, spelen ze toch een belangrijke rol in die selectie. En dat besefte Sven heel goed. Daarnaast was zijn stokpaardje ook dat we met een plan naar een kampioenschap trokken waar iedereen op intekende en akkoord mee was. Zolang we ons aan dat plan hielden, mochten we tevreden zijn. Ook al wonnen we niet.”
“Aan tafel zat hij tussen de renners en maakte hij gewoon mee plezier” – Yves Lampaert
Maar er is natuurlijk meer dan enkel zorgen voor een goede sfeer. Ook qua omkadering ijverde Vanthourenhout ervoor om de lat steeds hoger te leggen. “Wat de rol van Sven daar precies in was, weet ik niet, maar het is wel een feit dat we met de nationale selectie altijd heel goed gesoigneerd worden. Als je dat vergelijkt met andere federaties, waren we altijd een stap voor”, aldus Lampaert. “Sven wil te allen tijde het beste voor zijn renners”, vult Iserbyt aan. “In de cross is dat door het beperkte budget niet altijd evident, maar Sven streed er wel steevast voor om zoveel mogelijk mensen mee te krijgen naar crossen in het buitenland en om die omkadering zo goed mogelijk te regelen.”
Ideale omstandigheden
Pauwels kan dat enkel bevestigen. “Op sommige momenten had hij zelfs graag nog meer staf mee gewild. Sven probeerde qua omkadering het niveau van de WorldTour te evenaren. Alleen hebben we natuurlijk een beperkter budget dan de merkenteams, waardoor er soms keuzes gemaakt moesten worden. Toch probeerde Sven er altijd om de omstandigheden zo ideaal mogelijk te maken voor de renners. Neem nu die olympische tijdrittitel van Evenepoel: die komt er niet per se door de teamgeest, maar wel omdat Sven ervoor gezorgd heeft dat de omstandigheden voor Remco ideaal waren door ervoor te ijveren om Remco’s persoonlijke verzorger en mecanicien mee te nemen. Dat is deels wel de filosofie van Belgian Cycling, maar is vooral ook iets wat Sven heel belangrijk vindt. Hij ziet heel goed welke mensen hij op welke plaats moet zetten en op die manier creëert hij ook met de mensen in de staf een goede band. Zowel voor renners als stafleden is het daardoor een eer geworden om voor Belgian Cycling te rijden en te werken. In dat opzicht heb ik veel van hem geleerd.”
“Geregeld gingen we samen fietsen en bespraken we dingen die anders niet aan bod zouden gekomen zijn” – Serge Pauwels
Pauwels blikt dan ook met heel veel lovende woorden terug op zijn nauwe samenwerking met de bondscoach. “Sven was voor mij een gedroomde collega. In de koers hebben we eigenlijk nooit een geschil of meningsverschil gehad en ook tactisch dachten we heel vaak hetzelfde. We waren eigenlijk een soort klankbord voor elkaar. Dat ga ik wel missen. Net als onze meetings op de fiets. Geregeld gingen we samen fietsen en dan bespraken we toch dingen die anders niet aan bod zouden gekomen zijn. Ik kan daarom enkel positief zijn over onze samenwerking. Ik was er dan ook wel wat van aangedaan toen hij me vertelde dat hij zou stoppen.”
Zoals gezegd wordt het dan ook geen evidentie om Vanthourenhout op te volgen. “Hoe moeilijk dat wordt? Dat zal de toekomst uitwijzen”, lacht Pauwels. “Als assistent-bondscoach is het logisch dat ik al gesproken heb met Belgian Cycling, maar er is nog geen beslissing genomen. Iedereen is natuurlijk vervangbaar en Sven heeft een heel goed momentum gecreëerd binnen de federatie, maar het is moeilijk om te zeggen hoe het verder zal gaan. Hoe dan ook hebben we een supersterke generatie waarmee we nog heel wat successen kunnen boeken.”
En in het veld? “Dat is moeilijk te voorspellen”, stelt Iserbyt. “De laatste twee jaar was Angelo De Clercq vaak mee als rechterhand van Sven, dus ik denk dat hij wel een optie kan zijn, maar meer kan ik daar ook niet over zeggen.”
Sportief manager
Ook een vraagteken: de toekomst van Sven Vanthourenhout. Zien we hem binnenkort als ploegleider in de WorldTour? “Ik weet dat hij niet de ambitie heeft om echt voltijds ploegleider te worden”, aldus Pauwels. “Ik denk dat hij meer heil ziet in een job als sportief manager. Waarbij hij dan wel af en toe nog eens als ploegleider in de auto zou zitten. Maar voltijds ploegleider? Nee, dat zie ik hem niet doen.”
Lampaert zou het evenwel niet erg vinden, mocht Vanthourenhout ploegleider worden bij – bijvoorbeeld – Soudal-Quick Step. “Waarom niet, hé. Hij is altijd correct met zijn renners en bij de nationale ploeg liep de samenwerking altijd goed, dus moest dat er ooit eens van komen, zou ik dat zeker niet erg vinden.”
“Toen hij begon had ik nooit gedacht dat hij ook op de weg zo’n impact zou hebben. Maar alles wat hij bereikt heeft, heeft hij aan zichzelf te danken door altijd te willen bijleren”, besluit Iserbyt.
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier