Floris De Tier begint aan tiende campagne in profpeloton: “Me tonen in Waalse koersen”

De Aarseelse profrenner Floris De Tier vierde onlangs zijn 32ste verjaardag. © FOTO GF/TOM VANDENBUSSCHE
Tom Vandenbussche

Floris De Tier (32) begint volgende week woensdag in Valencia aan zijn tiende campagne bij de profs. De ingeweken Aarselenaar van Bingoal-Wallonie-Bruxelles hoopt zich in 2024 nog eens te onderscheiden in de Waalse voorjaarsklassiekers. “Dat zijn belangrijke afspraken voor mijn team.”

Op 1 februari 2015 maakte Floris De Tier zijn profdebuut in de Grand Prix La Marseillaise met een 68ste plaats. Twee weken later werd hij al meteen negende in de Ronde van Murcia, zijn eerste toptienplaats bij de grote jongens. Negen seizoenen na datum begint De Tier, die in het Oost-Vlaamse Gavere opgroeide maar intussen al jaren in Aarsele woont, volgende week al aan zijn tiende campagne bij de profs.

“Of ik daar soms eens bij stil sta?”, herhaalt hij onze vraag nog eens voor zichzelf. “Aan de ene kant niet, maar aan de andere kant ook weer wel. Als je het graag doet, zoals ik, vliegen de jaren voorbij. Maar er zijn ook dagen waarop ik mezelf de vraag stel: hoeveel renners zijn tien jaar prof? Niet zo heel veel, stel ik vast. Ik heb de voorbije negen seizoenen veel mooie momenten gekend, maar uiteraard waren er ook periodes waarin het minder vlotte. Voor de buitenwereld vielen mijn prestaties in de Amstel Gold Race, de Vuelta en de Strade Bianche op. Dat zijn de wedstrijden waarover je het vaakst aangesproken wordt. Maar er zijn in al die jaren nog koersen geweest waarin ik goed presteerde. Vorig jaar reed ik een prima Ronde van Oostenrijk en finishte ik bergop in de buurt van toprenners als George Bennett en Pavel Sivakov. Dat is toch niet niets. Alleen vallen zulke resultaten niet op in België.”

Hamstringblessure

Na twee seizoenen bij Topsport Vlaanderen, drie bij Jumbo-Visma en drie bij Alpecin-Fenix werkte De Tier vorig jaar zijn eerste van twee contractjaren bij Bingoal-Wallonie-Bruxelles af. “Mijn conditie was meteen goed, maar door problemen met een lang aanslepende hamstringblessure bleven de resultaten uit. Pas in mei zag je een kentering. Mijn ereplaats in de Ronde van Oostenrijk blijft me het meest bij.”

De Tier werd ook 16de in de Czech Tour en 17de in de Ronde van Slovenië. Volgende week, op zijn intussen 32ste, begint hij aan zijn tiende profseizoen in de Ronde van Valencia. “Ik heb een geslaagde winter achter de rug. Ik bleef gezond en kon alle trainingen zoals gepland afwerken. Dat is een stap in de goeie richting. Ik werk sinds twee jaar opnieuw samen met mijn jeugdcoach, André Vergucht. Hij is zo’n beetje mijn vertrouwenspersoon, de persoon die mij al 15 jaar kent en weet wat ik nodig heb. Alleen bij Jumbo en Alpecin moest ik met een trainer van de ploeg samenwerken. Bij Jumbo waren dat Grischa Niermann en Marc Lamberts, toen ook de coach van Wout van Aert. Bij Alpecin werd ik door Axel Moens begeleid.”

“Vorig jaar moest ik door ziekte de Waalse koersen missen”

In de Ronde van Valencia wacht een stevig parcours. “We hebben de voorbije weken enkele ritten verkend. Het zal niet simpel worden”, glimlacht De Tier, die in 2024 op een goed seizoen met enkele mooie uitslagen hoopt. “Maar zoiets in concrete resultaten uitdrukken, vind ik moeilijk. Vermoedelijk zal ik ongeveer hetzelfde programma als vorig seizoen afwerken. De Waalse koersen zijn voor mijn team uiteraard heel belangrijk. In die wedstrijden zou ik dus graag nog eens goed voor de dag komen. Vorig jaar werd ik ziek in de Brabantse Pijl, waardoor ik de Amstel Gold Race, Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik aan me voorbij moest laten gaan. De Amstel ligt mij het best, maar ik weet nog niet of onze ploeg voor de Nederlandse klassieker een wildcard zal ontvangen.”

Twaalf jaar ouder

Vorig weekend vierde De Tier zijn 32ste verjaardag, terwijl de twaalf (!) jaar jonge Isaac Del Toro bij zijn profdebuut meteen een rit in de Tour Down Under won. Ervaart hij de verjonging van het profpeloton als een nadeel? “Eigenlijk wel, want daardoor zullen de oudere renners minder lang prof blijven, denk ik. Of ik daar zelf ook bij hoor? Ik probeer er niet te veel aan te denken en mee bezig te zijn, want graag zou ik nog enkele jaren koersen. De almaar wetenschappelijkere trend blijft zich doorzetten. Als renner van Jumbo en Alpecin genoot ik de best mogelijke begeleiding, maar ik veronderstel dat die teams intussen weer enkele stapjes verder staan. Intussen rijd ik voor een procontinentale ploeg die een veel beperkter budget en dus ook minder financiële mogelijkheden heeft. Hoe de toekomst er voor mij uitziet, weet ik niet. Ik ben einde contract, maar het seizoen 2024 moet nog beginnen. Het heeft geen zin om al met een nieuw contract bezig te zijn”, besluit Floris De Tier.