Woensdag opent Louis Blouwe (24) zijn campagne in de Ronde van Valencia, een vijfdaagse rittenkoers op Spaanse bodem. De Izegemse derdejaarsprof van Bingoal-Wallonie-Bruxelles wil in 2024 nog een stap vooruit zetten. “Normaal moet ik hier en daar mijn prijzen bijeen kunnen rijden”, benadrukt Blouwe.
In zijn derde seizoen als belofte, in 2021, brak Blouwe de poort naar het profpeloton open. Zeges in twee Belgische interclubs, de GP Rik Van Looy en de GP Stad Sint-Niklaas en ereplaatsen in meerdere Franse rittenkoersen leverden hem een contract bij het procontinentale Bingoal-Wallonie-Bruxelles van Christophe Brandt op. Blouwe ontgoochelde niet. Als neoprof reed hij onder meer een hele dag in de aanval tijdens de koninginnenrit van de Vierdaagse van Duinkerke op en rond de Casselberg. Toch was het neefje van Johan Bruyneel niet helemaal tevreden over zijn debuutjaar. “In Nokere Koerse kwam ik toen ten val en brak ik mijn sleutelbeen. Daarna kwam ik wel weer op mijn niveau, maar vervolgens sukkelde ik lange tijd met allergieën en uiteindelijk ook overtraining in de zomer. De rest van dat seizoen verliep dus niet naar wens. Ik hield dan ook gemengde gevoelens over aan 2022.”
Bijna ritzege in Gabon
In 2023 zette Blouwe een duidelijke stap voorwaarts. In januari behaalde hij in La Tropicale Amissa Bongo, de zevendaagse Ronde van Gabon in Afrika, ei zo na zijn eerste overwinning bij de profs. “Het was heel jammer dat ik net niet kon winnen, maar als je ziet van wie ik verloor, kan ik zeker niet klagen. Geoffrey Soupe won later op het seizoen immers een rit in de Ronde van Spanje. Maar voor mij is en blijft het natuurlijk wel een gemiste overwinning.”
“Wedstrijden met korte hellingen en een sprint met 40 tot 50 renners liggen me het best”
“Mijn seizoensbegin was dus goed en in de eerste voorjaarsklassiekers kon ik me tonen (met onder meer een zevende plaats in Nokere Koerse en zijn aanwezigheid in de vroege vlucht tijdens zowel de Omloop Het Nieuwsblad als de Brugge-De Panne Classic, red.). Maar daarna kreeg ik op privévlak met enkele tegenslagen af te rekenen. Dat heeft erop ingehakt. Ik wil er niet verder over uitweiden, maar zoiets heeft een serieuze impact op het leven van een profsporter. Ik voelde veel stress. Bovendien had ik geen zekerheid over een nieuw profcontract, zelfs niet toen ik half oktober in Turkije mijn laatste koers van het seizoen reed. Finaal is het gelukkig allemaal goed gekomen. De ploeg (van teammanager Christophe Brandt, red.) deed dit om mij te motiveren en was sowieso van plan om me een contractverlenging te geven. Ze wilden me wat pushen, wat ik wel begrijp.”
Gelukkig voor Blouwe verliep deze winter voorlopig vlekkeloos. “Ik was nog niet ziek en vertoefde al een maand in Spanje. Mijn conditie is goed. Ik ben klaar om naar de Ronde van Valencia te gaan. Maar wat ik er precies van moet verwachten, weet ik niet. Op training vlot het goed, maar koers is nog altijd iets anders. Bovendien zal het niveau sowieso heel hoog liggen. In zo’n koers staan alleen maar goeie coureurs aan de start. Los van Valencia vermoed ik dat ik in 2024 hier en daar mijn prijsjes zal kunnen rijden. Ik ben nu twee jaar prof geweest en hoop om dit seizoen nog een stap te zetten en aan de buitenwereld te tonen wat ik kan. De wedstrijden met korte hellingen en vervolgens een sprint met een groep van 40 tot 50 man, die liggen mij wel. Daarnaast zal ik het voornamelijk van een vroege vlucht moeten hebben.”
De Tour
Blouwe is intussen 24 jaar. Ook hij ziet de evolutie in het profpeloton. Vorige week won de vier jaar jongere Isaac Del Toro meteen een rit in de Tour Down Under. “Mijn trainingsmakker Cériel Desal en ikzelf zijn er soms over bezig. Wij zijn beiden nog maar twee jaar prof, maar zien nu al een groot verschil met toen wij belofte waren. Tegenwoordig hebben alle profploegen een opleidingsteam. Als je daar niet in geraakt, ben je enorm benadeeld. Als je bij een gewoon clubteam rijdt, kan je onmogelijk even goed begeleid en omkaderd worden. We zijn al zover dat profploegen jonge talenten al bij de nieuwelingen beginnen te scouten. Als je op je 25ste de Tour niet hebt gewonnen, kan je maar beter stoppen”, besluit Louis Blouwe met een kleine kwinkslag.
Profwielrennen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier