Mislukt bij RC Genk, geen vaste waarde bij voetbaldwerg Georgië, salonvoetballer die het maar een uur volhoudt… Luka Zarandia kreeg als nieuwkomer bij Zulte Waregem met een rist vooroordelen af te rekenen. Maar kijk, acht matchen ver is de flukse Georgische flankaanvaller al niet meer weg te denken uit de basiself van Essevee. Zarandia in vijf vooroordelen, (bijna) allemaal netjes door hem weerlegd.
Vooroordeel 1
“Hoe moet een speler die bij Racing Genk geen enkele wedstrijd speelde een rastalent als Bongonda vervangen?”
Luka Zarandia deed het vorig seizoen lang niet onaardig in de Poolse Ekstraklasa, met vijf goals en zes assists. Alleen heette zijn club niet Legia Warschau of Lech Poznan, maar Arka Gdynia. Daar kwam de Georgiër weer helemaal boven water na een passage bij onder meer Racing Genk, waar hij tussen juli 2014 en juli 2016 geen enkele minuut speelde, al mocht hij in zijn eerste seizoen toch tien keer op de bank plaatsnemen.
“Genk was mijn eerste ervaring in West-Europa en een harde leerschool”, blikt Zarandia terug. Hij had het mentaal niet onder de markt in Limburg en een opeenvolging van blessures en de komst van Peter Maes als trainer deden er helemaal geen goed aan. “Moeilijk in de omgang en altijd maar roepen. Toch wil ik de schuld voor mijn mislukte transfer niet bij hem leggen.”
Zarandia neemt het woord ‘revanche’ niet in de mond, maar hij wou afgelopen zomer per se naar de België terugkeren. “Om te tonen dat ik hier wél kan slagen. Ik kon ook naar andere clubs in Polen, Turkije, Rusland en de VS, maar ik gaf de voorkeur aan Zulte Waregem omdat deze competitie – in het hart van Europa – de ideale springplank is naar een grotere club.”
Vooroordeel 2
“Als hij nog geen certitude is in de selectie van een kleine voetbalnatie als Georgië, kan hij toch niet veel voorstellen?”
Zarandia, geboren in hoofdstad Tbilisi, verkoopt zijn thuis als een land dat “zo gastvrij is dat je gegarandeerd met tien kilo extra naar huis komt als je onze lokale specialiteiten en wijn hebt geproefd. Vooral de rode – met druiven gerijpt tijdens hete zomers tot 45 graden – vind ik bijzonder lekker.”
Maar met de nationale ploeg lijkt hij er een minder goede relatie op na te houden. Verder dan drie minuten speeltijd in de Nations League vorig najaar – eentje in de 0-3-winst op Letland en twee in het 1-1-gelijkspel bij Andorra kwam hij nog niet. “Ik wil niet te veel denken aan de nationale ploeg”, blokt hij af. “Eerst slagen bij deze club. Er voetballen al niet veel Georgiërs in België, het zou jammer zijn mochten we dan nog een modderfiguur slaan.”
De realiteit leert dat Zarandia op zijn positie in de nationale ploeg moet optornen tegen mannen als Valeri Qazaishvili (ex-sterkhouder van Vitesse en nu vlot scorend in de Amerikaanse MLS) en spelers van (Oost-)Europese subtoppers. Een strijd die hij maar naar zijn hand kan zetten als hij bij Zulte Waregem doorbreekt.
Vooroordeel 3
“Zarandia is zo’n typische salonvoetballer die er na een uur doorzit.”
Na acht speeldagen weten we beter, want zelden een Essevee-flankaanvaller gezien met de werkijver van de Georgiër, ook bij balverlies. Een – letterlijk pijnlijk – voorbeeld: tegen AA Gent bezeerde hij zich in de tweede helft tijdens een sprint om een bezoekende aanval af te blokken.
Zarandia beseft dat er na twee speeldagen en evenveel nederlagen kritiek kwam op zijn functioneren, maar heeft er een plausibele uitleg voor. “Afgelopen zomer heb ik twee maanden amper getraind. Na mijn vakantie werd ik met tandproblemen geconfronteerd, waardoor ik nog tien dagen langer stillag dan gepland. Gelukkig heeft de technische staf er mij fysiek snel bovenop gekregen.”
Intussen slaagt Luka er wel in om constant zijn lijn op en af te draven, maar verschijnt hij door al dat verdedigende werk niet minder fris voor doel? “Nu je het zegt: vlak na een forse inspanning reageer ik wel eens trager bij een omschakeling. Maar ik blijf vorderingen maken. Dat fysieke werk maakt deel uit van het moderne voetbal.”
Vooroordeel 4
“Hij maakte een prachtig doelpunt tegen Willem II, maar alleen omdat de Nederlanders hem de ruimte lieten die hij in de eigen competitie niet krijgt.”
“Ik moet mijn acties hier maken op een kleinere ruimte dan ik gewoon was, maar daar raak ik beter en beter op ingesteld. In Polen kreeg ik ook met stevige verdedigers af te rekenen, hoor. Wel heb ik de indruk dat ze hier nog net een tikkeltje beter zijn, omdat er in België meer geld wordt gespendeerd aan goede spelers. In Polen zetten vooral de kleinere ploegen in op eigen talent.”
Blijft de vaststelling dat Zarandia nog droog staat. “Vanop de rechterkant kan ik naar binnen knijpen en uithalen, zoals tegen Willem II, maar aangezien ik meestal op links word uitgespeeld, ben ik met mijn linker eerder gevaarlijk met voorzetten. Eerlijk gezegd voel ik me daar goed bij.” De voorbije wedstrijden is de flankaanvaller wel werk beginnen te maken van zijn statistieken: strafschop uitgelokt tegen Antwerp en tegen Eupen en Gent aangever van de belangrijke openingsgoal.
Vooroordeel 5
“Hij heeft geen rechtervoet, ‘t is altijd zoeken naar zijn linker.”
“Daar heb ik niet veel tegenin te brengen”, lacht Zarandia glimlachend. “Jij gebruikt toch ook altijd dezelfde hand om te schrijven? Ik hanteer mijn rechter eigenlijk alleen om te stappen. Grapje, ik weet natuurlijk wel dat ik een nog betere speler zou zijn mocht ik ook een goede rechtervoet hebben, maar ik probeer mijn linkse zo te trainen dat hij het werk van twee benen aankan. Goed?” (lacht)
Eerste klasse A
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier