Succesvol doelman, Rode Duivel, keepertrainer, commentator… Philippe Vande Walle (56) heeft al wel wat rollen vertolkt in het leven. In juni vorig jaar huwde de Bruggeling met Virginie Verjans, directrice van Le Château des Thermes in Chaudfontaine, een kuuroord op een boogscheut van Luik. Sindsdien combineert de ex-nummer één van onder meer Club Brugge, Germinal Ekeren en SC Charleroi de uitbating van de thermen met zijn taak als keepertrainer bij de jeugdacademie van Standard.
Een aangename verrassing als we het domein in Chaudfontaine oprijden. Te midden van de grijze straten die het industriële verleden van de streek rond Luik verraden, bevinden we ons plots in een oase van rust.
De gasten genieten in hun kamerjas van een stevig ontbijt, terwijl Philippe Vande Walle rustig de Vlaamse én Waalse kranten doorbladert. “Voor mijn functie als commentator bij RTL is het belangrijk dat ik alles van dichtbij volg. Vorige week zat ik nog in Marseille voor de Europa League. Samen met Mbaye Leye zit ik ook tweewekelijks in de studio om de Champions League te becommentariëren”, aldus Vande Walle. “Mijn vrouw is hier al jaren directrice en we hebben ons eigen verblijf op dit domein. Ik woon nu op tien minuutjes van Sclessin, waar ik verantwoordelijk ben voor de keepers van de jeugdacademie. Een luxe hé? Toen ik in Brugge op ‘t Zand woonde, kon ik met de fiets naar de training. Hier is dat door het glooiende landschap wel iets lastiger. (lacht) Ik geniet hier van een optimale levenskwaliteit.”
Terwijl we een tafeltje uitzoeken voor het interview, zien we Daan Stuyven – frontman van DAAN – in badjas richting kuuroord trekken. “Er komen hier regelmatig bekende gasten over de vloer. Hier kunnen ze in perfecte omstandigheden ontspannen. Al ons water komt rechtstreeks uit de bron van Chaudfontaine en maar liefst 26 fulltime medewerkers staan dag en nacht paraat om massages en behandelingen op maat uit te voeren. Dit is al jaren de uitvalbasis voor de meeste clubs die voor de match tegen Standard op afzondering gaan. Maar ook wielerteams zijn hier vaak te gast.” (wijst naar de bus van BMC op de parking)
Op wat ben je eerst verliefd geworden, op dit kuuroord of op je vrouw?
(lacht) “Het was een combinatie van de twee. We leerden elkaar kennen toen we hier met de nationale ploeg regelmatig verbleven. In juni zijn we op dit domein in het huwelijksbootje gestapt.”
“Standard blijft een speciale club, maar ik denk dat ik qua karakter misschien beter in het plaatje van Brugge pas”
Daarvoor moest je wel een andere liefde, de stad Brugge, achter je laten.
“Die band blijft. Ik ben er geboren en dankzij mijn dochters (Priska (28) en Chinouk (18), red.) kom ik er nog af en toe. Maar de Ardennen hebben me altijd aangesproken. Deze plek is voor mij de deur naar de Ardennen.”
(We worden onderbroken door een hotelgast die Philippe zijn mening vraagt over de titelstrijd)
“De mensen kennen mij uiteraard vanop televisie. Door mijn job bij RTL ben ik in Wallonië veel bekender dan in Vlaanderen, dus vergeef het me als we af en toe gestoord worden.”
Dat was een vraag die wij ook wilden stellen: na de nederlaag van Club op Anderlecht ligt de titelstrijd weer open…
“Het is inderdaad nog lang niet gedaan… Dat is het voor- of nadeel van de play-offs, afhankelijk in welk kamp je zit. (lacht) Voor Club is het zaak om de kopjes bij elkaar te steken. Ze hebben het in eigen handen en volgens mij zullen ze ook wel kampioen worden, maar ze mogen niet met vuur spelen en het lot tarten. Ze hebben het een heel seizoen gedaan, dus waarom zou het nu in de play-offs plots niet meer lukken?”
Ivan Leko heeft als coach geen ervaring met dit soort situaties. Een nadeel?
“Leko heeft voldoende zelfvertrouwen en talent om te weten hoe hij hiermee om moet gaan. Het was voor mij een aangename verrassing dat het bestuur een jonge ambitieuze trainer als opvolger van Michel Preud’homme aanstelde. Hij past volledig in het concept Club Brugge.”
Welke spelers van Club hebben je aangenaam verrast?
(resoluut) “Anthony Limbombe. Zijn selectie voor de Rode Duivels was volledig terecht en het doet deugd om weer een extra speler uit de eigen competitie er bij te hebben. Het is een goed signaal van de bondscoach. Ruud Vormer kan dezelfde weg bewandelen als een Franky Van der Elst of Marc Degryse en een echt Clubicoon worden. Hij kan zich profileren als dé Clubman van de nieuwe generatie. Ook iemand als Jelle Vossen vind ik heel belangrijk voor blauw-zwart. Ondanks zijn mindere seizoen blijft hij de persoon die het meest de identiteit van Club belichaamt. Simpel, vechten, geen cinema… Ik zou hem wel liever wat meer zien spelen.”
Je bent aan je tweede seizoen bij Standard bezig. Hoe ben je er terechtgekomen?
“Voor Standard was ik bij KV Mechelen aan de slag. Ik werkte daar heel graag en had al voor twee seizoenen bijgetekend toen Daniël Van Buyten me opbelde: ‘Philippe, j’ai besoin de toi.’ Ik was heel graag in Mechelen, maar Standard was toch weer een stapje hogerop. Ook het feit dat ik vlakbij huis aan de slag kon, trok me over de streep. Vorig seizoen was ik keepertrainer van de eerste ploeg, maar toen Ricardo Sá Pinto zijn eigen entourage meebracht, werd ik aan de kant geschoven bij de eerste ploeg en ben ik het hoofd van de doelmannen van de jeugdacademie geworden. Dat viel me aanvankelijk zwaar – ik ben het immers gewoon om met profs te werken – maar ondertussen haal ik bijzonder veel voldoening uit de progressie die ik bij mijn jonge mannen zie. Onlangs vertrok er een 15-jarige doelman (Lilo Guarneri, red.) naar AC Milan. Ergens steekt het wel dat ik hem zie vertrekken, toch maakt het me ook trots. Wie weet wordt hij ooit wel een echte topper en dan heb ik hem toch mee gekneed. Daarnaast train ik drie jeugdinternationals, dus we hebben heel wat talent lopen.”
Wat is je mening over Sá Pinto?
“Die zou ik liever voor mezelf houden, maar ik denk dat ik grotendeels dezelfde visie heb als iedereen. Zelfs de meeste mensen van Standard houden er dezelfde mening op na. (knipoogt) Ik heb nog nooit met Sá Pinto of met de keepertrainer (Ricardo Pereira, red.) gesproken en daar stel ik me toch vragen bij. Sá Pinto heeft geen enkel contact met de mensen van de jeugdacademie, wat op zijn zachtst uitgedrukt vreemd is. Maar uiteindelijk heeft hij zijn doelstellingen (bekerwinst en PO1, red.) wel behaald. De manier waarop, daar stel ik me vragen bij en strookt zeker niet met mijn stijl, maar het is niet aan mij om daar opmerkingen over te geven.”
Standard heeft ook gewoon heel wat kwaliteit rondlopen.
“Klopt. Neem nu Edmilson, een rastalent, maar hij voetbalt zoals hij in het leven staat. Niet te veel nadenken, pluk de dag, bol van het zuiders temperament. Dat weerspiegelt zich op het veld: een brok energie, maar soms doet hij ook domme dingen. Centrale verdediger Christian Luyindama doet me dan weer een beetje denken aan Mamadou Tew (was in de jaren 80 zes seizoenen bij Club Brugge aan de slag, red.): groot, sterk, technisch geen verfijnde voetballer, maar een belangrijke steunpilaar. Letterlijk en figuurlijk. De komst van Mehdi Carcela was een kantelpunt. Hij heeft op de juiste momenten dat extraatje geboden.”
Vind je dat je bij het DNA van Standard past?
“Het blijft in alle opzichten een speciale club, maar ik denk dat ik qua karakter misschien beter in het plaatje van Club Brugge pas. Mijn droom om keepertrainer te worden bij blauw-zwart is in 2012 even werkelijkheid geworden, maar dat sprookje heeft jammer genoeg niet lang geduurd. Na het ontslag van Georges Leekens opteerde het bestuur voor Juan Carlos Garrido. Hij werkte zonder keepertrainer en dat heeft me enorm gekwetst. Ik heb meermaals op mijn knieën gesmeekt bij Garrido om de keepers meer te mogen trainen, maar op winterstage kon ik in tien dagen welgeteld tien minuten met mijn doelmannen werken. Daaruit heb ik mijn conclusies getrokken. Ik had een contract van drie jaar getekend met de veronderstelling daar de rest van mijn leven te blijven. Bie mién club, maar het mocht niet zijn.”
Wat is je visie op het ‘doelmannenprobleem’ bij Club?
“Kenneth Vermeer was duidelijk de man waar ze het meeste vertrouwen in hadden. Die valt nu weg, al heeft Gabulov het niet slecht gedaan op Anderlecht. Gelukkig heeft de doelmannenkwestie blauw-zwart nog niet al te veel punten gekost. Maar je ziet wel dat de puzzel niet in elkaar past. Het is ook niet evident om als keeper je kans te grijpen als iedereen met argusogen naar je zit te kijken. Keeperskwesties lijken wel de rode draad doorheen dit seizoen, niet alleen bij Club Brugge… Bij Anderlecht was er ook niet meteen een eenduidige keuze voor Boeckx of Sels, bij Standard van hetzelfde laken een broek met Uchoa en Gillet.”
Denk je dat Horvath nog een toekomst bij Club heeft?
“Ik vind dat hij talent heeft. Ethan Horvath heeft de perfecte morfologie om een topper te worden. Hij heeft een paar foutjes gemaakt, maar dat waren vooral jeugdzondes. Het is moeilijk in te schatten of hij nog een blauw-zwarte toekomst heeft, maar ik vrees ervoor. Hij heeft nochtans alles om het te kunnen maken bij Club. Zeker ook gezien zijn jonge leeftijd zou ik hem nog houden.”
Je werkte met honderden doelmannen samen. Wie heeft een blijvende indruk op je nagelaten?
“Vladan Kujovi? is als familie voor mij. We leerden elkaar bij Aalst kennen, hadden meteen een klik en bouwden een speciale band op. Hij gaf zijn zoon zelfs de naam ‘Philippe’. Nu werkt hij als keepertrainer bij Roda JC, maar ik ben er zeker van dat hij zich nog zal opwerken. Naast Vladdie zullen ook rastalenten als Courtois en Mignolet me bijblijven. Ook Logan Bailly, Bertrand Laquait en Wouter Biebauw konden me charmeren.”
Je had ook Glenn Verbauwhede onder je hoede. Een apart verhaal… Je verklaarde ooit jezelf in hem te herkennen…
“Ik ben misschien iets minder extravagant, maar in mijn jonge jaren had ik ook die impulsiviteit en deinsde ik er niet voor terug om wat ‘show’ te geven. Ik kon misschien wel beter mijn showmomenten uitkiezen dan Glenn. (lacht) Leekens belde me in 2009 op: ‘Fluppe, ‘k heb je nodig bij KV Kortrijk, want ik heb hier een speciaal geval lopen dat jij weer op het rechte pad moet zetten.’ Voor een uitdaging ben ik steeds te vinden, dus hapte ik toe. Glenn speelde toen twee schitterende seizoenen en werd zelfs international.”
Blijf je bij Standard?
“Ze willen me alvast graag houden, maar ik heb nog niet getekend. Mijn echte ambitie blijft uiteraard om met profs te werken. Ik heb niet voor niets mijn diploma’s gehaald en al die expertise opgebouwd. Toch bestaat de kans dat ik verder ga in mijn huidige functie. Maar, de dag dat Vande Walle geen ambitie meer heeft, vergaat de wereld…”
Sta je open voor een buitenlands avontuur?
“Meer en meer zie je dat coaches hun eigen staf meebrengen. Ik heb altijd een goede band met Georges Leekens en Aleksandar Jankovi? gehad. Als zij een nieuwe uitdaging vinden, zullen ze me ongetwijfeld contacteren. In 2016 kon ik met Georges mee naar Algerije, maar ik was toen nog maar een maand bij Standard aan de slag en kon dat niet maken. Een tweetal maanden geleden werd ik nog gecontacteerd om in Peking aan de slag te gaan, maar financieel stond er niet genoeg tegenover om die stap te zetten en hier alles achter te laten.”
(Vande Walle krijgt een mailtje binnen van RTL, waarin staat dat hij de finale van de Champions League mag becommentariëren)
Nu nog hopen dat Bayern de finale haalt?
(knikt met een brede glimlach) “Het is algemeen geweten dat ik een grote fan ben, maar als commentator mag ik dat niet laten blijken. Ik ben daar ook professioneel genoeg voor, al ben ik wel al met een sjaal van Bayern op televisie gekomen. (lacht) Dat is het Duitse kantje aan mij dat er al van kindsbeen af inzit. Mijn voetbalcarrière combineerde ik met mijn passie voor de bergen. Wéken heb ik in de Oostenrijkse bergen doorgebracht en uiteraard stopte ik dan tijdens het reizen in Zuid-Duitsland. Ik ben ook goed bevriend met een groepje Beierse alpinisten en zelfs aan de Oktoberfesten nam ik al een paar keer deel… Als kind was het al Club Brugge en Bayern wat de klok sloeg en toen Jean-Marie Pfaff daar tekende, werd dat gevoel alleen nog maar versterkt. Ik baseer me ook op de mentaliteit en de visie van Bayern. Zij hoeven geen miljoenenploeg bij elkaar te kopen zoals de PSG’s van deze wereld. Het totaalconcept en de structuur op lange termijn zit daar zo goed dat het altijd een topploeg zal blijven.”
En volgend seizoen speelt Bayern misschien in de groepsfase tegen Club…
“Dan zou ik écht niet weten voor wie ik moet supporteren. Brugge en Bayern zijn en blijven mijn twee grootste liefdes. Dan laat ik een sjaal in het blauw-zwart en rood-wit breien, zo is Standard toch ook een beetje tevreden.”
Eerste klasse A
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier