Thierry Ambrose wil het scoringsprobleem van KV Kortrijk oplossen: “Ik voel dat de supporters mij een warm hart toedragen”
Bij zijn debuut voor KV Kortrijk begin vorig seizoen viel Thierry Ambrose meteen langdurig uit met een gescheurde achillespees. Maar uiteindelijk raakte hij net tijdig hersteld om zijn nieuwe club in het cruciale degradatieduel tegen Lommel met een hattrick in de hoogste klasse te houden. “Dit seizoen”, zegt hij, “wil ik exploderen.”
Na twee wedstrijden op de invallersbank te zijn begonnen, mocht Thierry Ambrose zondagavond in Leuven nog eens starten, en dat deed hem deugd. “Als je het gevoel hebt dat je vooral als wisselspeler wordt gebruikt, is dat geen gemakkelijke situatie”, zegt hij. “Want ik wil belangrijk zijn voor deze club. Sinds mijn drie doelpunten tegen Lommel eind vorig seizoen voel ik dat de supporters mij een warm hart toedragen. Ik weet dat er veel mensen willen dat ik opgesteld word. Voor hen wil ik graag alles geven. Ik wil ervoor zorgen dat ze hier later mijn voornaam en mijn rood haar zullen herinneren.”
Wat zegt de coach dat beter moet?
“Hij zegt dat ik iets meer verdedigend werk moet doen. Maar ik ben nu eenmaal een offensieve speler, geen verdedigende aanvaller, als je begrijpt wat ik bedoel.”
Hij wil dat je meer loopt en druk zet wanneer de tegenstander in balbezit is?
“Voilà, dat is wat hij van mij verwacht, denk ik.”
Voor de start van het seizoen zei hij in deze krant: “Ambrose zijn niveau is ongelooflijk, maar hij moet consistenter zijn. Als hij dat kan, is het een topspeler.”
“Hij heeft gelijk. Wat dat betreft, ben ik het met hem eens.”
Consistent zijn, is dat voor jou een probleem?
“Ik vind dat niet. Om consistent te kunnen zijn, moet je voldoende wedstrijden na elkaar kunnen spelen. Maar kijk naar mijn seizoenbegin: tegen Gent en Cercle gestart, tegen Dender en Standard op de bank, tegen Charleroi nog eens gestart, tegen STVV en Club Brugge weer op de bank… Het is ook moeilijk om elke invalbeurt te scoren, zoals ik dat tegen Standard deed. Het was vooral hard om al na één slechte wedstrijd, in Charleroi, weer naar de bank te vliegen. Vertrouwen is belangrijk voor een aanvaller en voor mij werkt dat zeker zo.”
Train je wel scherp genoeg?
“Ik vind dat ik goed train – soms iets minder, maar over het algemeen goed. Maar ik ben wel geen speler die vijftien kilometer per training loopt en ik denk ook niet dat ik dat ooit zal zijn. Zo ben ik nooit gevormd geweest. Ik ben meer een speler die explosief is. Maar het is niet omdat je geen twaalf kilometer loopt dat je slecht getraind hebt, vind ik.”
Leef je wel honderd procent voor het voetbal?
“Voetbal is voor honderd procent mijn passie. Ik heb een fitnesscentrum in Wielsbeke waar veel voetballers komen trainen en ik creëerde in Kortrijk een academie voor spelers van 15 tot 21 jaar die elders de kans niet hebben gekregen. Sommigen komen uit Afrika, Parijs en uit Brussel. Steek ik daar tijd en energie in? Ja. De coach weet dat. Terwijl anderen misschien op playstation spelen, ben ik daar mee bezig. Ik zie daar geen probleem in.”
Dat je middenin je spelerscarrière een fitnesscentrum runt en een academie opstartte voor contractloze spelers, wat zegt dat over jou?
“Dat ik veel ambitie heb, soms té veel.” (lacht)
Consistent kunnen we jouw carrière tot nu toe niet noemen.
“Neen. Het gaat met ups en downs. Ik kende ook twee zware blessures. Op mijn zestiende kwam Manchester City mij bij Auxerre weghalen. Ik groeide er uit tot de beste speler van de academie en mocht onder Pelligrini meetrainen met het eerste elftal, met onder meer Kompany, Touré, Agüero, Silva en Lampard. Ik was nog geen achttien toen ik in de Premier League thuis tegen Crystal Palace op de bank zat (op 20 december 2014, red.). Maar helaas scheurde ik een kruisband en was ik een jaar out, waarna ik werd uitgeleend. Eerst aan NAC Breda in de Eredivisie, waar ik tien keer scoorde, en daarna aan Lens in de Ligue 2 en aan Metz in de Ligue 1. Bij Metz kende ik het slechtste seizoen uit mijn carrière: Antonetti, die mij gehaald had, werd ontslagen en zijn assistent wou mij niet. Bij KV Oostende zorgde Blessin ervoor dat ik weer van het voetbal ben gaan houden. Hij is een heel menselijke trainer. Als ik problemen had, was hij er voor mij. Als je het mij vraagt een supertrainer!”
Je bent 27. Heb je nog grote ambities?
“Mijn ambitie is dit seizoen te exploderen en mijn topniveau terug te vinden. Ik wil hier belangrijk zijn voor de ploeg, doelpunten maken en meehelpen de club in de eerste klasse te houden. We moeten verder kijken dan onze neus lang is.”
Wat vind je van dit vernieuwde KV Kortrijk?
“We zijn beter dan vorig jaar, individueel alleszins. Maar we moeten nu zorgen dat we samen sterk staan. We hebben veel spelers en de groep is groter, wat het niet makkelijk maakt voor de coach en zijn staf. Maar ik heb er vertrouwen in dat het goed komt.”
Hoe is het om met Guadeloupe te spelen?
“Ik ben er dol op om daar te spelen en om daar te zijn. Een eiland in de Caraïben… het is er prachtig.”
Grote ambitie kun je er niet hebben, Guadeloupe is niet eens aangesloten bij de FIFA.
“Je speelt er niet voor het geld of om een ster te zijn, maar voor je vaderland en voor de trots van je familie.”
Hoe is het voor een Fransman met Caribische roots om in Anzegem te wonen?
“Ik voel me hier goed. Ik heb mijn twee kinderen hier – mijn zoontje van vier spreekt Nederlands – en ik heb hier mijn trefpunten. Ik voel er mij al een beetje thuis. Alleen moet het in het voetbal nog goed gaan.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier