Ruben Van Bockstael, de man die de Brugse titel in beeld bracht: “Het Club-DNA zit in mijn bloed”

Ruben Van Bockstael met Clubspeler Noa Lang én de kampioenentrofee.© Francky Dryepondt
Ruben Van Bockstael met Clubspeler Noa Lang én de kampioenentrofee.© Francky Dryepondt
Kevin Pouillie
Kevin Pouillie Editieredacteur Het Wekelijks Nieuws Westhoek en Westkust

Hij maakte de zeventiende landstitel van Club Brugge van op de eerste rij mee, maar voor Ruben Van Bockstael (36) waren de play-offs toch vooral keihard werken met Club Media House. “Het waren slopende weken, maar als je dan die titel pakt, vergeet je dat snel”, lacht de geboren Beselarenaar, die tegenwoordig in Brugge woont.

Voor de tweede play-offcampagne op rij pakte Club Brugge op zijn socialemediakanalen uit met de reeks We Never Walk Alone. Via exclusieve beelden gaf blauw-zwart zijn supporters zo een inkijk in de kleedkamer. Van de fucking Anderlecht -uitspraak van Ruud Vormer tot ontblote bovenlijven in de spelersbus na de kampioenenwedstrijd, de fans kregen het allemaal te zien. Het brein achter dat alles? Ruben Van Bockstael, destijds gestart als vrijwilliger bij het webteam en twee jaar geleden door Chief Business Officer Bob Madou aangesteld als Creative Video Editor-in-chief van de landskampioen.

Is er vorige week een druk van je schouders gevallen?

Ruben: “Het zijn slopende weken geweest. De supporters krijgen uiteindelijk een filmpje te zien van een paar minuten, maar daar kruipt enorm veel werk in. Ik vergelijk het met een marathon. Je mag geen enkel moment verslappen of je haalt de eindmeet niet. En dat elke keer opnieuw. Tijdens een wedstrijd verzamelen wij in totaal 20 uur aan beeldmateriaal. Na de match kom je dan in het holst van de nacht terug in het Basecamp, waar je meteen begint met de selectie van de beelden en de montage. We hebben meerdere nachtjes doorgetrokken, maar gelukkig kunnen we hier ook overnachten.” (lacht)

Heb je er een zicht op hoe succesvol die filmpjes geweest zijn?

“Het eerste sloeg in als een bom. Die tirade tijdens de rust van Ruud Vormer werd niet alleen door de nationale media opgepikt, maar ook door de Nederlandse. Waar we gemiddeld zo’n 50.000 views hebben voor een Facebookfilmpje zitten we voor die aflevering nu al boven de 320.000. En natuurlijk was ook de aflevering na onze kampioenenwedstrijd op Anderlecht bijzonder populair.”

“Van 20 uur beeldmateriaal moeten we een filmpje maken van enkele minuten”

Heb je het gevoel dat door corona – en dus de afwezigheid van supporters in het stadion – die populariteit op sociale media nog toegenomen is?

“Plots had ik het gevoel dat onze job nog belangrijker werd, dat we de supporters nóg meer moesten entertainen. Je voelt wel dat de dankbaarheid van de fans enorm toeneemt. De mensen zijn blij dat ze op die manier toch betrokken kunnen blijven bij Club. Natuurlijk doet dat deugd, want we hebben er keihard voor gewerkt. Iedereen binnen Club Media House heeft het voorbije jaar een pak extra miles gelopen. Maar wij willen ook zo vlug mogelijk terug een vol stadion. Ik wil weer die fans voelen.”

Welke band had je voordien met Club Brugge?

“Ik ben van kindsbeen af supporter. Het is begonnen met de Panini-verzameling van mijn neef. Toen ik dat logo van Club Brugge en die kleuren zag, was ik meteen verkocht. Ik herinner me nog dat ik een sticker van Pascal Plovie (ex-speler en nu materiaalman bij Club, red.) in dat boek kleefde en nu is dat hier één van mijn buddy’s . Ik heb jaren een abonnement gehad in de Noord beneden en dat is volgens mij cruciaal in wat ik nu doe. Het Club-DNA zit in mijn bloed. De beleving die ik jarenlang in die tribune gevoeld heb, neem ik nu mee in hoe ik Club Brugge wil neerzetten op beeld. Ik kan me perfect inbeelden wat een supporter te zien wil krijgen, want ik ben er zelf één. Als dat niet zo is, dan kan je deze job eigenlijk niet doen.”

Maar op bepaalde momenten moet je ook afstand kunnen nemen van het supporter zijn.

“Niet meer uitbundig juichen bij een doelpunt of daar toch professioneler mee omgaan, dat went snel. Ik leef nu mee met die groep, ik ken al die jongens persoonlijk. Als ik vroeger naar het stadion trok, dan waren Gert Verheyen en Timmy Simons mijn helden. Nu zijn de spelers mijn collega’s. En op die manier zie je pas echt hoeveel werk daarin kruipt, want je wordt niet zomaar kampioen alleen op basis van talent. Maar natuurlijk is dit een jongensdroom. Ik beleef clubgeschiedenis vanop de eerste rij en zit elke week met die mannen in de kleedkamer. Ik herinner me nog goed die eerste keer, in de play-offs onder Ivan Leko. Je voelt die spanning, hoort de trainer zijn uitleg geven… Ik heb op voorhand waarschijnlijk tien keer gecheckt of mijn gsm echt wel uit stond. (lacht) Maar de voorbije twee jaar is die integratie zodanig ver gevorderd dat ik nu ook als één van hen beschouwd word.”

Ruben Van Bockstael: “We hebben de voorbije weken meerdere nachtjes doorgetrokken.”© Davy Coghe
Ruben Van Bockstael: “We hebben de voorbije weken meerdere nachtjes doorgetrokken.”© Davy Coghe

Zijn er spelers van wie je weet dat je altijd bij hen terecht kan voor goed beeldmateriaal?

“Clinton Mata is natuurlijk een droom voor elke contentmaker. Maar alle spelers gaan anders om met een camera en ik zie hen ook echt als personages, zonder dat ze aan het acteren zijn. Goofy Mata, Hans Vanaken die zonder stress én met droge humor door het leven stapt, het mannetje in Ruud Vormer, de sympathieke arrogantie van Noa Lang… De spelers weten nu ook dat ze mij honderd procent kunnen vertrouwen met mijn camera. Er is een band ontstaan.”

Bij de transfer van Simon Mignolet loste Club Brugge een introductiefilmpje waarin hij aankwam met de boot, voor de confrontatie tegen Lazio Roma verkleedde Ruud Vormer zich als een Romeinse krijger. Waar haal je jouw inspiratie? In het buitenland?

“Ik kijk zo weinig mogelijk naar anderen. Ik wil niks maken dat ik gestolen heb. Dat heeft niks met creativiteit te maken. Maar natuurlijk kan je je wel laten beïnvloeden en bij mij is dat meestal door Netflix. Ik kijk eigenlijk nog zelden Netflix om te consumeren, maar wel altijd met mijn job in het achterhoofd. Niet altijd bewust, maar ik kijk soms liever naar de making of van iets dan naar de film zelf. Omdat ik ook zelf nog altijd verwonderd kan zijn door een camerastandpunt, een montage, storytelling … Dat laatste is écht mijn ding. Ik heb het geluk dat ik geboren ben met een onuitputtelijke fantasie. Als kind maakte ik samen met mijn zus Charlotte al radioprogramma’s die we opnamen met cassetterecorder. Ik heb ook ooit nog een tv-programma gemaakt met de camera van mijn ouders én als kind zelfs een eigen gamemagazine geschreven. Mijn liefde voor Club en mijn passie voor storytelling zijn in deze job samengekomen. Het was meant to be .”

Waar kijk je nu nog naar uit?

“In de eerste plaats hoopt iedereen natuurlijk dat er zo vlug mogelijk opnieuw publiek in het stadion kan zitten. Voor de wedstrijd tegen Anderlecht hebben we de busopwachting van de supporters gefilmd en plots was die kick daar terug. De impact van een vol stadion wordt enorm, net zoals het aan het begin van dit seizoen een kaakslag was dat er plots niemand meer zat.” Maar ook de loting voor de Champions League staat alweer aangestipt in mijn agenda. Real Madrid, Manchester United… Dan komt dat kleine jongetje in mij terug naar boven. Ik kan er nog altijd verwonderd over zijn dat ik hier elke dag rondloop, maar ik heb er dan ook keihard voor moeten werken.”