Een terugblik op de atypische carrière van Miguel Van Damme: “Haal Miguel, hij is puur talent, zei Preud’homme”

© VDB / Bart Vandenbroucke VDB
Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Sportjournalist

Miguel Van Damme was een keeper met goeie handen én goeie voeten, aldus Dany ‘De Muur’ Verlinden, ex-keeper en sinds 2018 keeperstrainer van Cercle. “De ideale man in doel voor een ploeg die het spel van achteren uit wil opbouwen”, zegt hij. “Dat kon hij als de beste.” Een terugblik op een atypische carrière.

Het is begin juni 2013 wanneer Cercle Brugge op zijn website de komst van ene Miguel Van Damme bekend maakt, de jonge reservekeeper van de noodlijdende vierdeklasser KSK Maldegem. Toenmalig keeperstrainer Danny Vandevelde had hem gescout, getest en geschikt bevonden om een kans te krijgen als derde keeper. “Ik moest altijd keepers zoeken die niets kostten”, zegt hij. “Waar ik bij Miguel meteen van schrok, was dat hij perfect tweevoetig was! Zo’n voetballend vermogen had ik helemaal niet verwacht van een jongen die was opgeleid in het provinciale voetbal. Een korte bal, een halflange bal, een lange bal: dat was niet normaal hoe precies hij trapte. Bovendien bleek hij onwaarschijnlijk explosief. Ik vond hem een beetje een Dany Verlinden-type. Hij was maar een goeie meter tachtig, maar ik ben geen trainer die jonge keepers veroordeelt op basis van hun gestalte. Dus gaf ik positief advies aan Yvan Vandamme (toenmalig managing director van Cercle, red.). Het was een grote stap natuurlijk. Miguel was toen soms nog te impulsief, maar door zijn explosiviteit was hij in staat om dat op spectaculaire wijze te herstellen.”

Miguel kwam naar de training met de focus om te trainen en niet om te zeveren

Ook opmerkelijk: Miguel Van Damme, die bij zijn komst naar Cercle nog twintig moest worden, werd pas keeper op zijn veertiende. Tot dan was hij aanvaller geweest, eerst bij FC Lebbeke en vanaf de miniemen bij KSK Maldegem. “Hij was een goeie spits: snel en sterk aan de bal”, herinnert techniektrainer Geert Troch zich. “Van klein af is hij ook naar mijn voetbalschool gekomen én trainde en speelde hij bij de jeugd van AZ 77, in die tijd een eersteklasser in het minivoetbal. Ook in de zaal was hij een van de beteren. Daar leerde hij in kleine ruimtes te voetballen, het overzicht te behouden, snel te beslissen en beide voetjes te gebruiken. Toen hij veertien, vijftien jaar was, is hij beginnen keepen en werd dat zijn passie. Miguel was iemand die naar de training kwam met de focus om te trainen en niet om te zeveren. Hij wilde beter worden, want zijn droom was om het tot profvoetballer te schoppen. Als hij een doelpunt tegen kreeg, was hij boos. Dankzij zijn doorzettingsvermogen kon hij zich opwerken.”

Op zijn zeventiende debuteerde hij al in het eerste elftal. “In Merelbeke, omdat eerste doelman Jeffrey De Vlieger geblesseerd was. Ik was toen T2 en hij deed het goed.” Maar eerste doelman zou Van Damme bij KSK Maldegem nooit worden. “Neen, maar hij kon er zich onder keeperstrainer Tom Devos wel goed ontwikkelen. De laatste wedstrijd die hij in ons eerste elftal speelde, was ik interim-T1. Ik vergeet het nooit meer…”

Aangeboden bij Cercle

Thomas Troch was toen een ploegmaat van Van Damme. Als vriendendienst bood hij Miguel via relaties bij Cercle aan en later zou hij zijn makelaar worden. “Ik kwam destijds in januari bij Maldegem aan, als versterking in volle degradatiestrijd”, vertelt hij. “Toen na één wedstrijd de eerste keeper zijn kruisbanden scheurde en de tweede een jongen bleek te zijn die nog achttien moest worden, was ik in paniek en zei ik: Met een keeper van achttien kunnen wij ons nooit redden! Maar ik vergiste mij. Migi deed het echt heel goed.”

“Nadat het bestuur ons een jaar later op training was komen melden dat de club in financiële moeilijkheden verkeerde en uitsluitend met jeugd ging voortdoen, heb ik die avond met een paar pinten op gezegd: Migi, jij bent veel te goed om naar eerste provinciale te zakken, ik ga een ploeg voor jou vinden.

Miguel Van Damme toonde meteen zijn klasse bij Cercle Brugge.
Miguel Van Damme toonde meteen zijn klasse bij Cercle Brugge. © BELGA

Dat werd dus Cercle. “Eerst zei Sven Jaecques: Maar allez, Thomas, ene van Maldegem, dat gaat toch niets voor ons zijn? Maar omdat we elkaar kenden en ik aandrong, liet hij hem toch eens een training meedoen. Uiteindelijk kreeg Migi toch een contract, zonder grote verwachtingen maar wel met de belofte dat hij als derde keeper met de eerste ploeg zou mogen meetrainen. Twee, drie maanden later werd ik al gebeld dat ze heel tevreden over hem waren en hem zouden doorschuiven als tweede keeper.”

Debuut tegen KV Mechelen

In Maldegem trokken ze grote ogen toen Miguel Van Damme op 5 april 2014, minder dan een jaar na zijn onverwachte vertrek naar Cercle, tegen KV Mechelen debuteerde in de eerste klasse. Na de degradatie in 2015 werd hij in 1B zelfs vaste eerste doelman. “Dat was een sprookje, als in een droom”, zegt Thomas Troch. “Wat een fantastisch scenario! Migi had er niet meer op gerekend dat hij ooit nog een kans zou krijgen als profvoetballer en is daar vol voor gegaan. Met het talent dat hij wel degelijk bezat en met de begeleiding en de extra trainingen van een schitterende keeperstrainer als Eric Deleu zag je hem maand na maand verbeteren. Er zat nog veel marge op, want voor het profniveau was hij ondertraind en ik kreeg meteen heel positieve feedback van spelers bij Cercle die ik goed kende. Met Tim Smolders had ik nog samen gespeeld, Hans Cornelis is een van mijn beste kameraden en die mannen zegden: Dit is echt een heel goeie keeper! Zijn voetenwerk was fenomenaal, hij was maar 1,83 meter maar dat compenseerde hij met zijn enorme sprongkracht én hij durfde uitkomen op hoge ballen. Migi was op weg naar een heel mooie carrière.”

Zowel met links als met rechts kon hij een bal leggen waar hij wou. De ideale doelman voor een ploeg die van achteren uit wil opbouwen. Dat kon hij als de beste

Maar in 2016 krijgt hij tijdens de voorbereiding plots onthutsend nieuws: hij lijdt aan leukemie! Hij is een jaar out, maar vecht terug en komt zowaar zelfs in de belangstelling te staan van Club Brugge. “Op een gegeven moment kreeg ik telefoon van Vincent Mannaert”, aldus Thomas Troch. “Hij zei: Thomas, ik zou graag eens met jou over Miguel Van Damme spreken. Ik zei: Vincent, hij is een seizoen buiten strijd geweest, hij lag drie, vier maanden in het ziekenhuis en kan momenteel bij wijze van spreken nog geen vijf minuten lopen. Michel Preud’homme was tijdens de bekerwedstrijd tegen Cercle onder de indruk van hem geraakt en had tegen Mannaert gezegd: Je moet die keeper halen, want dat is een puur talent. We spraken twee keer met Vincent en ook nog eens apart met toenmalig keeperstrainer Jan Van Steenberghe. Club had een plan om hem weer helemaal op te trainen, wat een heel mooie erkenning was voor Migi, alleen: hij had een jaar niet getraind en gespeeld…”

Een type Matt Ryan

Hij koos ervoor om eerst weer bij Cercle een volwaardige keeper te worden. Het was het seizoen dat Dany Verlinden er keeperstrainer was geworden. “Miguel was tweede keeper achter Paul Nardi (nu eerste doelman in de Ligue 1 bij FC Lorient, red.) en ik moet zeggen: op een gegeven moment hebben we met het idee gespeeld om hem als eerste keeper uit te spelen”, aldus Verlinden. “Na zijn terugval is het met ups en downs geweest.”

Hij noemt hem een type Matt Ryan, qua kwaliteiten, qua gestalte en qua stijl. “Miguel was technisch heel goed: hij had goeie handen en twee enorm goeie voeten, een goeie vangtechniek en een goeie detente. Zowel met links als met rechts kon hij een bal leggen waar hij wou. De ideale doelman voor een ploeg die van achteren uit wil opbouwen. Dat kon hij als de beste. Op zijn lijn was hij heel explosief en klemvast. Die explosiviteit had hij nodig omdat hij geen meter negentig was. Het best was hij te vergelijken met Matt Ryan.”

“Dankzij zijn doorzettingsvermogen kon hij zich opwerken.”
“Dankzij zijn doorzettingsvermogen kon hij zich opwerken.” © BELGA

Ook zijn fanatisme is hem bijgebleven. “Miguel wou altijd winnen. Hij kon absoluut niet verliezen en zelfs tijdens gewone afwerkingsoefeningen moest hij de meeste ballen tegenhouden om tevreden te zijn. Van zodra hij op Cercle aankwam, wou hij zich bewijzen, elke keer weer.”

Uiteindelijk speelde hij alleen nog in de beker tegen Beerschot en in play-off 2 tegen Kortrijk en Waasland-Beveren. Zijn laatste wedstrijd was op 17 mei 2019 in het Guldensporenstadion.

“Tonen wat ik kan”

Thomas Troch wil nog één anekdote kwijt die Van Damme typeert. “Tijdens het seizoen waarin hij tweede keeper was na Nardi, die door AS Monaco bij Cercle was geplaatst, bood Cercle hem een contract van drie jaar aan. Dat was voor het eerst ook aan echt goeie financiële voorwaarden. Maar Migi zei tegen mij: Ik teken dat niet! Ik wil maar voor één jaar tekenen. Want als Monaco weer met een keeper komt die boven mij moet blijken te staan, dan wil ik hier weg kunnen. Ik ben klaar om te spelen in eerste klasse en iedereen te tonen wat ik kan. Hij koos dus voor de sportieve uitdaging en niet voor de financiële zekerheid. Maar de strijd met Loïc Badiashile, de opvolger van Nardi, is hij nooit kunnen aangaan, omdat in juni het noodlot alweer had toegeslagen.”

Miguel Van Damme met zijn manager Thomas Troch.
Miguel Van Damme met zijn manager Thomas Troch. © BELGA

Verlinden trainde nadien nog geregeld individueel met Van Damme. “Hij wou altijd terugkomen in de groep, maar daarvoor moesten we groen licht krijgen van de dokters en de specialisten en dat was telkens afwegen: gaan we niet meer kwaad doen dan goed? Ondanks alles probeerde Miguel altijd weer te bewijzen dat hij er klaar voor was. Door zijn ziekte is hij niet meer op het niveau kunnen komen om eerste doelman te worden. Maar als er één iemand mag zeggen dat hij zich niet 100 maar 200 procent inzette, dan is dat Miguel.”

Thomas Troch had tot op het einde contact nauw met hem. “De laatste tijd werd er niet veel meer over keepen gesproken”, zegt hij. “Dat hoofdstuk had hij zelf afgesloten. Een week of drie geleden werd dat proces ingezet en werd er geleidelijk aan tot die beslissing gekomen, omdat Migi echt volledig óp was.”