Henrik Björdal: Viking met een West-Vlaamse mentaliteit

Henrik Björdal schreeuwt zijn vreugde uit na zijn goal tegen RC Genk. (foto Belga) © belga
Redactie KW

Zijn wieg stond 22 jaar geleden in Ålesund – een stadje gelegen in het westen van Noorwegen – maar even goed was Henrik Björdal geboren in pakweg Zwankendamme. Een stevig uit de kluiten gewassen kerel van 1m88, met de werkethiek van een West-Vlaming: hard labeuren, ‘stille’ voortdoen. Het duurde even voor hij zijn plaats in het elftal van Francky Dury had veroverd, maar sinds maart verzamelde hij speelminuten bij de vleet. Tot hij net voor de interlandbreak tegen Antwerp zijn basisplaats verloor aan Dimitri Oberlin.

Henrik Björdal is één van de talrijke Scandinaviërs die vorig seizoen de kern van Essevee bevolkten. Vandaag lijkt hij de enige ‘Viking’ in wie Francky Dury nog echt gelooft. Dat vertrouwen kreeg de blonde bink niet zomaar. De eerste maanden in West-Vlaanderen stond het huilen hem vaker nader dan het lachen…

“Het viel te verwachten dat het even zou duren vooraleer alles in zijn plooi zou vallen”, kijkt Björdal terug naar de situatie waarin hij vorig jaar rond dit tijdstip zat. “Je komt terecht in een nieuw land, een nieuwe competitie… Dan kan je vermoeden dat het niet meteen op wieltjes zal lopen. Alleen bleef ik toch langer dan gedacht op mijn honger zitten. Dat had verschillende redenen: een enkelblessure hield me vanaf de negende competitiematch aan de kant, voordien en erna kwam ik niet verder dan enkele korte invalbeurten en één helft op het veld van Antwerp.”

Honger

De jaarwisseling zorgde voor de ommekeer: Björdal speelde in acht van de negen laatste matchen van de reguliere competitie, schotelde Nissilä (op Kortrijk) en Harbaoui (op Lokeren) een goal voor en verzamelde steeds meer minuten, met play-off 2 als orgelpunt: geen seconde gemist, nog eens twee goals aangebracht en er ook zelf twee tegen de touwen geprikt.

Er lopen hier behoorlijk wat jongens rond die deftig tegen een bal kunnen trappen

“Na Nieuwjaar kreeg ik echt voeling met 1A: een fysiek heel veeleisende competitie op een vrij hoog niveau, waarin iedereen in principe van iedereen kan winnen. Ideaal voor mijn ontwikkeling.”

Tijdens de eerste vijf matchen van dit jaar trok ‘straffe Henrik’ die lijn gewoon door: onbetwist titularis gedurende die periode. Maar, vooral: de man die de negatieve spiraal eigenhandig omboog. “In de wedstrijden tegen Mechelen en Standard liep het niet goed. Kon het eigenlijk wel anders? Er waren hier heel wat nieuwe jongens aangekomen, waarvan enkelen pas last minute waren gearriveerd. Saido Berahino was er op dat moment zelfs nog niet. Op Genk hebben we een punt gezet achter wat een slechte reeks dreigde te worden. En ja, dan doet het natuurlijk ontzettend veel deugd dat ik de ban kon breken met die eerste goal. Sindsdien voelde je het vertrouwen stelselmatig toenemen. Dat mag ook, want hier lopen behoorlijk wat jongens rond die deftig tegen een bal kunnen trappen…”

Henrik Bjordal in duel met Standardspeler Cimirot.
Henrik Bjordal in duel met Standardspeler Cimirot.© foto Belga

Zoveel talent zelfs dat Björdal er zijn basisplaats bij inschoot: op Sint-Truiden werd hij aan de rust gewisseld voor Oberlin, de man die ook tegen Antwerp op de rechterflank werd geposteerd. “Iedere voetballer baalt als hij weer op de bank plaats moet nemen, maar ik panikeer niet. Ik heb het voordeel op verschillende posities uit de voeten te kunnen. Tijdens mijn jeugdjaren fungeerde ik als centrale middenvelder, ik kan ook op de ’10’ spelen, maar daar bots ik nu op Berahino. Ook op de flanken – links én rechts – voel ik me goed. Het enige wat ik kan doen, is keihard blijven werken. Ik ben er de vent niet naar om gefrustreerd te zitten zwelgen in zelfmedelijden. Het maakt me ook niet uit waar de coach me zet: ik heb in 2019 al bewezen op verschillende posities gevaar te kunnen creëren.”

De voorbije maanden zag hij zijn Scandinavische metgezellen wel gedecimeerd worden: landgenoten Johan Björdal en Oldrup Jensen kozen voor een andere club, Nissilä werd verhuurd. “Soisalo en Demir zijn er wel nog, maar eigenlijk schiet ik met iedereen goed op. Het is spijtig dat weinig van die jongens hier echt doorbraken, maar zo gaat het nu eenmaal in voetbal. In deze kern voel ik wel bij iedereen de dynamiek om er een sterk seizoen van te maken. Play-off 1? Moeilijk om daar een voorspelling in te doen, maar waarom niet? Ik heb er alle vertrouwen in dat we niet hoeven te vrezen voor een herhaling van het scenario van vorig jaar…”