Gary Kagelmacher (29) maakte afgelopen zondag, vijf en een half jaar na zijn passage bij (Germinal) Beerschot, zijn comeback in het Belgische voetbal. De Uruguyaanse ex-speler van onder meer Real Madrid viel ruim een kwartier voor tijd in tegen Club Brugge. “Ik had me voorgenomen ooit naar dit land terug te keren.”
In het seizoen 2010-2011 verliet Gary Kagelmacher, die zijn voetbalopleiding bij het Uruguayaanse Danubio FC genoot, zijn thuisland voor het prestigieuze Real Madrid. Na twee seizoenen bij het B-team in de Spaanse tweede klasse mocht de Uruguayaanse verdediger zich laten gelden bij Real Madrid A in de Primera Division. Hij speelde daar echter maar één wedstrijd en verkaste in de zomer van 2010 naar Germinal Beerschot. Daar maakte hij furore en toen anderhalf seizoen later financiële problemen de kop opstaken, trok hij naar AS Monaco, waarmee hij aan de zijde van onder anderen de Belgische international Yannick Carrasco, ex-Clubspeler Nabil Dirar en huidig Anderlechtspeler Dennis Appiah meteen promoveerde naar de Ligue 1. Daarna volgden nog Valenciennes, 1860 München en vorig seizoen Maccabi Haifa.
Sinds begin augustus is Gary Kagelmacher terug in België. Vijfeneenhalf jaar nadat hij ons land heeft verlaten, begrijpt hij nog altijd perfect het Nederlands, maar de taal praten gaat moeilijker. “Ik ben deze competitie al die tijd blijven volgen en ik probeer ook regelmatig iets te lezen in het Nederlands. Waarom? Toen ik bij Germinal Beerschot voetbalde, had ik het hier samen met mijn familie naar mijn zin. Het land heeft een goede indruk op mij nagelaten. Om die reden had ik me voorgenomen ooit naar België terug te keren.”
En dat moment is er wellicht sneller dan verwacht gekomen. Waarom verliet je met Maccabi Haifa een Israëlische topclub voor een Belgische middenmoter?
“Vorig seizoen werd ik bij Maccabi nog verkozen tot beste speler, nu rekende de coach niet meer op mij. Vreemd”
“Ik had in het verleden al vaker de kans om terug te keren, maar het momentum was telkens niet goed. Maar in de voorbereiding op dit seizoen zijn er bij Maccabi Haifa enkele zaken gebeurd die ik niet kon accepteren. Dewelke? Coach Guy Luzon (ex-Standard, red.) vertelde me botweg dat er dit seizoen voor mij geen belangrijke rol in het team weggelegd zou zijn. En dat terwijl ik vorig jaar kapitein was, quasi alle matchen had gespeeld en tot beste speler van het seizoen verkozen werd. Dat ervoer ik als een slag in mijn gezicht.”
Dat is inderdaad weinig respectvol. Waarom werd je aan de kant geschoven?
“De coach had een andere manier van spelen in gedachten, eentje waarin ik blijkbaar niet paste. Ik vond het vreemd, maar hij heeft de vrijheid om te werken met wie hij wil. Ik respecteer zijn beslissing, maar accepteer die niet. De levensomstandigheden in Haifa waren dan wel uitstekend met veel zon en lekker eten, ik ben echter iemand die wil voetballen. Ik wil alles spelen en belangrijk zijn. Daarom besliste ik om Haifa te verlaten.”
“Na een gesprek met algemeen manager Mathias Leterme was de overgang snel in kannen en kruiken. Ik had ook aan Thomas Kaminski (met wie hij nog bij Germinal Beerschot had gevoetbald, red.) informatie opgevraagd en hij was positief. Ik denk dat ik een goede beslissing genomen heb.”
Vind je KV Kortrijk dan geen stap terug?
“Neen. Ik wou echt weg bij Maccabi Haifa, want het deed pijn om die uitleg van de coach te horen. En we waren al augustus, dat maakte het moeilijker om nog voor de transferdeadline onderdak te vinden. KV Kortrijk herinner ik me nog van in mijn Beerschotperiode als een erg stabiele club, vorig seizoen niet te nagesproken. (lacht) Een club ook die bijna elk seizoen lange tijd strijdt voor een plaats in play-off 1. Ik wil nu met KVK de uitdaging aangaan om nog eens in de top zes te eindigen.”
Je wilt altijd en overal spelen, maar voorlopig moet je je toch met invalbeurten tevreden stellen.
“Dat is niet onlogisch, want ik kwam pas begin augustus in Kortrijk aan en de club kende een goede competitiestart. Dat moet ik respecteren.”
Welke doelen heb je voor jezelf gesteld?
“Ik wil hier basisspeler worden, verder in de toekomst kijk ik niet. Ik bekijk alles altijd seizoen per seizoen. Als je als club echt iets wilt bereiken, dan kan je niet elk jaar tien spelers vervangen. Je moet een ploeg bouwen. En ik wil met Kortrijk succesvol zijn. Dat betekent play-off 1 spelen, want ik herinner me van bij Beerschot dat play-off 2 niet veel om het lijf heeft: er zitten amper fans in het stadion en de spelers zijn onvoldoende gemotiveerd.”
Je zegt dat een club een ploeg moet bouwen, maar zelf bleef je de jongste jaren nooit langer dan twee jaar bij dezelfde ploeg.
“Het probleem lag niet altijd bij mij. Soms nam ik een overhaaste beslissing, soms was de situatie niet zoals ze mij werd voorgehouden. Bij Beerschot waren er financiële problemen. Ik trok nadien naar Monaco, promoveerde naar de Ligue 1, maar toen werden enkele vedetten aangetrokken.”
“Ik moet toegeven dat ik soms te overhaaste beslissingen heb genomen, maar dat heb ik afgeleerd”
“Ik mocht blijven, maar voelde dat ik weinig speelkansen zou hebben en koos voor Valenciennes. Na de degradatie naar de Ligue 2 trok ik naar de Duitse tweedeklasser 1860 München. Het doel was promotie, maar dat pakte anders uit. Twee jaar op rij vochten we tegen de degradatie terwijl er door de Jordaanse eigenaar Hasan Ismaïk nochtans stevig geïnvesteerd werd in een team om naar de Bundesliga te promoveren. Na twee jaar degradatievoetbal had ik het wel gehad en koos voor het Israëlische Maccabi Haifa.”
Germinal Beerschot, Valenciennes, München… Degradatievoetbal is je de jongste jaren niet vreemd geweest.
“Voetbal is onvoorspelbaar, je weet op voorhand nooit hoe iets zal uitdraaien. Na de degradatie met Valenciennes had ik meerdere opties, maar ik wilde absoluut naar Duitsland. Enerzijds voor mijn roots, want mij vader is een Duitser, anderzijds voor het sportieve want 1860 München toonde zich erg ambitieus. Ik wilde de voorbereiding bij mijn nieuwe club aanvatten en hapte snel toe op het Duitse aanbod. Te snel, zo bleek achteraf.”
De voorbije acht jaar voetbalde je met Spanje, België, Frankrijk, Duitsland en Israël in vijf landen. Welke vind je de leukste competitie?
“Ik hou van Spanje, maar ik vind dat ik overal goed mijn streng heb getrokken. Ik kan me snel aan alles aanpassen en ik spreek vier talen (Duits, Engels, Frans en Spaans, red.), wat de acclimatisatie versnelt.”
En welke competitie staat nog op je verlanglijstje?
(lacht) “Ik heb geen voorkeur. Als ik ergens gelukkig ben en als ik me belangrijk voel, wil ik niet per se weg. Toen ik van Real Madrid naar Germinal Beerschot trok, verklaarde men mij voor gek. Maar ik zei toen al: je weet nooit wat de toekomst brengt. Anderhalf jaar later zat ik in Monaco.”
Daar speelde je samen met Nabil Dirar en Yannick Carrasco. Heb je geen spijt dat je niet eenzelfde carrière als hen hebt kunnen uitbouwen?
“Misschien, maar ik ben niettemin tevreden met wat ik tot nog toe heb bereikt. Soms moet je geluk hebben en op het juiste moment op de juiste plaats zijn. En daar was ik niet. Ik beken ook dat ik soms te overhaaste beslissingen heb genomen, maar dat heb ik met de jaren afgeleerd. Zo heb ik mij voor mijn komst naar Kortrijk goed geïnformeerd over de club, het stadion, de stad… Het klopt dat het hier minder luxueus is dan bij sommige van mijn vorige clubs, maar de basis is aanwezig. Ik kom van Uruguay, daar hebben de meeste mensen het niet breed. Ik kan hier best overleven.”
Eerste klasse A
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier