Fabien Mercadal (47) praat snel en heftig. “Corsicanen zijn nochtans eerder gesloten”, knikt de Fransman, roots op la Corse. Maar de nieuwe coach van Cercle, naar eigen zeggen een ‘halve Belg’, is zó enthousiast om groen-zwart een nieuwe dynamiek te geven… “Ik breng passie en grinta. Kan Cercle Brugge wel gebruiken.” En er is dat temperament, de ex-judoka is niet voor niets een half jaar geschorst geweest omdat hij al te fel inging tegen racisme. “Ik kan niet tegen onrecht. Maar ik ben rustiger geworden.” Ter kennismaking: Fabien Mercadal, gevierendeeld.
1. Mercadal – de Corsicaan
“Ik ben niet fier op die schorsing, Maar ik kan echt niet tegen onrecht”
“Dan ben ik wel geboren in het zuiden van Frankrijk, Gorges du Verdon, ik heb via mijn vader Corsicaans bloed. Dat wil zeggen: wat gesloten, timide zelfs, maar temperamentvol. Zegt mijn vader dat ik altijd al wat rebels was en niet tegen onrecht kan? (lacht) Dat zal wel kloppen. Het verklaart ook mijn schorsing van zes maanden die ik als assistent bij FC Amiens kreeg. Ik heb toen gereageerd op racisme tegen een Algerijnse speler van Amiens waarmee ik heel close was. Maar ik ben er niet fier was, het gaf ook geen goede indruk op mijn kinderen (dochter van 21 en zoon van 16, red.) die ik altijd de best mogelijke opvoeding wilde geven. En dan moet je toch je emoties kunnen beheersen. Al zal ik nooit kunnen wegsteken dat ik iets niet juist vind. Op dat vlak zal ik wellicht nooit veranderen.”
2. Mercadal – de coach
“Wat ik wil bijbrengen? De vereniging kan wel wat passie gebruiken”
“Ik kende geen grote carrière als speler en werd bij Olympique Marseille, waar ik trainde met de A-kern, vooral door een blessure afgeremd. Ik voetbalde daarna tot mijn 32ste op lager niveau. Maar dat ik nooit de top heb gehaald als voetballer, heb ik nooit ervaren als een gemis voor mijn trainerscarrière. Het heeft alleen de honger aangescherpt om trainer te worden. Want diep binnenin wist ik al heel vroeg dat ik coach wilde worden. Ik was sowieso altijd al gepassioneerd door voetbal. In mijn jeugd door sport in het algemeen. Naast voetbal speelde ik ook tennis, ik was een tamelijk getalenteerd judoka… Eenmaal in de opleiding van Olympique Marseille maakte ik de keuze voor voetbal. Ik liet er ook mijn studies voor staan, al was ik best een goed student. Ik heb mij als coach stap voor stap ontwikkeld: in vierde klasse met Gap FC, assistent in tweede klasse bij Amiens, dan hoofdcoach bij Dunkerque in derde, bij Tours en Paris FC in tweede en tenslotte bij Caen in Ligue 1. We degradeerden vorig seizoen maar ik had er kunnen blijven. En al die jaren ben ik duidelijk geëvolueerd als trainer. Tactisch, maar ook in people management. Dat is nog belangrijker dan tactiek.”
Vertrouwen geven aan mijn technische staf, allen keien in hun vak. Daarom ook leiden José en Rudi (assistenten Jeunechamps en Cossey, red.) vaak de trainingen en observeer ik. En daarom luister ik ook graag naar de spelers. Dat is belangrijk: iedereen in zijn waarde laten. Van een ervaren trainer als Rolland Courbis (adviseur bij Caen, red.) heb ik als jonge coach trouwens ook veel bijgeleerd. Hij heeft mij geleerd niet teveel te verwachten, niet te snel willen gaan. Ik ben ook minder eigenwijs, weet niet alles beter, ik heb leren compromissen sluiten. Mijn vader was niet toevallig psycholoog, dat zal me ook beïnvloed hebben. Ik ben wat rustiger geworden, denk ik. (lacht) Maar nu ook weer niet te veel, ik hou van passie en dynamiek. (gebalde vuist) Zo haalde ik ook al veel inspiratie bij Roger Schmidt (ex-Bayer Leverkusen, nu bij het Chinese Beijing Guoan, red). En het zal je niet verbazen dat Jürgen Klopp één van mijn grote voorbeelden als coach is. Hij is zó intens, haalt het maximale uit zijn spelers. Klopp vond bij Liverpool een club die op zijn lijf is geschreven en won er wel de Champions League mee, hé. (denkt na). In die zin vind ik Klopp straffer dan Pep Guardiola. Met betere spelers is het nu eenmaal iets makkelijker om betere resultaten te halen. Ja, ik moet dus beter proberen te doen dan Philippe Clement bij Club Brugge! (lacht). Het is in elk geval wat ik, op mijn niveau, Cercle wil bijbrengen. Passie! Ik denk dat de vereniging dat kan gebruiken.”
3. Mercadal – de coach van Cercle
“De linkerkolom? Hangt af van de versterkingen. En van de coach natuurlijk”
“Dit moet in elk geval gezegd: ik voel hier al van de eerste dag een heel prettige, familiale sfeer. Belangrijk voor mij, dat had ik ook bij Caen. Bij Tours dan weer minder. Het is nog te vroeg om mij uit te laten over de mogelijkheden van mijn spelersgroep maar ik zag wel al van de eerste trainingen enorm veel inzet en enthousiasme. Het mangelt wel nog aan techniek, daar merk ik toch een verschil met het Franse eersteklassevoetbal. En toch ook met wat ik al zag en leerde van het Belgische voetbal. De jonge spelersgroep moet nog sterk worden uitgebreid, dat is duidelijk. En er zijn met Nardi, Mercier, Cardona… inderdaad bepalende spelers vertrokken. Er moeten nog een tiental spelers bijkomen In alle lijnen: centraal achterin, zeker twee middenvelders en vooral aanvallers. Daarvoor rekenen we vooral op AS Monaco. (intussen kwamen al doelman Badiashile en rechtsachter Biancone en werden afgelopen dagen nog versterkingen uit Monaco verwacht, red.). Er zijn met François Vitali ook duidelijke profielen uitgetekend. Over een mogelijke terugkeer van Arnaud Lusamba (vorig seizoen werd de huurspeler van Nice betrapt op het nemen van een verboden middel en ontslagen, red.) zet ik liever mijn joker in. Dat is eerder iets voor het bestuur. Ik kan alleen zeggen dat Lusamba voor mij niet meteen een prioriteit is. Maar er is nog veel werk, dat is duidelijk. Want de ambitie, de linkerkolom, is niet min. Dan kan ik alleen zeggen: het zal afhangen van de versterkingen. En van de coach. Het is aan mij om beter te doen dan vorig seizoen. Ik heb zowel het diploma van opleider als een pro licence, het is aan mij om niet alleen de jongeren beter te maken maar om hen ook te leren wínnen. Ze moeten zelfs élk trainingspartijtje willen wínnen.”
4. Mercadal – de halve Belg
“Ik ken al paar cafeetjes in Brugge, ik zou hier ook graag komen wonen
“Ik blijf een Fransman natuurlijk, maar, echt waar, ik heb me altijd al een halve Belg gevoeld. Ik ondervind hier ook dezelfde mentaliteit als in Dunkerque, waar mijn trainerscarrière echt is gestart. Weet je, toen al wist ik dat mijn toekomst in België lag. Mijn plan was: eerst ervaring opdoen in eigen land en dan naar het buitenland. En ik hield altijd al van het Belgische voetbal, een beetje Engels van stijl, vind ik. Fysiek en intens. Het is geen toeval dat ik mijn stage heb gedaan bij Standard. In België en een volksclub naar mijn hart. Alleen jammer dat de club toen een woelige periode kende, Ivan Vukomanic was er interim-coach (oktober 2014-februari 2015, red.). Maar het was een interessante leerschool. En een leuke periode, ik was toen samen met mijn vrouw veel dagen in Luik, ik herinner me er heel goed de gezellige kerstsfeer.”
“Ik hou van België, reed er vaak rond naar wedstrijden, zelfs tot in Westerlo. Ik kende dus ook wel Brugge, kwam er graag. Ik ken er intussen wel een paar cafeetjes (lacht). En hele mooie plekjes langs het water. We zouden er heel graag komen wonen, maar we moeten dat nog even bekijken. Het hangt vooral af van mijn zoon, hoe en waar hij kan schoollopen. Mijn dochter is 21 jaar en die blijft in Frankrijk. Indien we geen compromis vinden voor Franstalige onderwijs voor Bastien zullen we toch in de omgeving van Dunkerque moeten wonen. Het zij zo, maar ik zou het wel jammer vinden. J’adores Bruges.”
Eerste klasse A
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier