In oktober 2002 won Club Brugge in de Champions League met 3-1 van Galatasaray. Philippe Clement werd toen achterin geflankeerd door Peter Van der Heyden en Olivier De Cock. Komende woensdag staat Clement, 17 jaar later coach van Club Brugge, opnieuw tegenover Galatasaray. Maar op Van der Heyden en De Cock zal hij niet moeten rekenen. “Ja, Fille, het is eenzaam aan de top…” Ter compensatie trokken ze naar Westkapelle voor een uniek interview met een topcoach: ex-ploegmaats onder elkaar.
“We mogen toch ‘Fille’ zeggen? Aan ‘meneer de topcoach’ doen we niet mee, hoor”, grijnst Peter Van der Heyden (43). Dat mag. Maar die Fille (45) wil eerst ook nog wat rechtzetten. “Peet en Cockie waren áánvallers, geen verdedigers.” Verdedigers die niet wilden luisteren, bedoelt hij ongetwijfeld.
Cockie (43) schatert. Ja, ze vonden het al meteen heel geestig, Van der Heyden en De Cock, om naar aanleiding van Clubs Champions League-ouverture van dinsdag Clement te interviewen. Het gesprek begon met Club-Galatasaray, 3-1, 2002. En eindigde met: “We hebben banden voor het leven. Jaren samen gespeeld, veel successen samen beleefd. En veel samen op stap geweest. Als mijn spelers dat nu maar niet lezen…” Hun besluit: “Fille, je bent geen haar veranderd.”
(Lees verder onder de video)
Clement: “Ik herinner me van Club-Galatasaray in 2002 nog heel precies de goal van de Gert Verheyen. Moet je eens bekijken op YouTube.”
De Cock: Was dat niet de match van Sandy Martens? Hij miste er drie, maar scoorde dan toch. En een assist. Het was tien jaar geleden dat Club nog de groepsfase had gehaald. We zaten in een groep met ook nog Barcelona en Lokomotiv Moskou. En…
Clement:(droog) “Cockie heeft zich duidelijk goed voorbereid.”
De Cock: (onverstoorbaar) Trond Sollied! Onder Broos en Gerets was de vrije woensdag heilig, maar Sollied zei: woensdag is Champions League, dus moeten we elke woensdag top zijn!
Clement: “En als Club niet Europees speelde, oefenden we vaak op die dagen tegen buitenlandse clubs, om die ervaringen op te doen. We haalden het volgende seizoen alweer de groepsfase, met Ajax, AC Milan en Celta de Vigo. Dat vond ik de mooiste.”
De Cock: We werden gekl*** door AC Milan, die zich met een B-ploeg lieten verliezen van Celta. Daardoor misten we de tweede stek.
Olivier De Cock (43) p>
Toen: van 1995 tot 2007 rechtsachter bij Club Brugge – Champions League in 2002-2003 (Galatasray, Lokomotiv Moskou, FC Barcelona), 2004-2005 (AC Milan, Ajax en Celta de Vigo) en 2005-2006 (Juventus, Bayern München en Rapid Wien). p>
Nu: beloftencoach en T3 bij Knokke en ‘product manager’ voor Herbalife, Fieldpower en Révvi. p>
Van der Heyden: Die Champions League-matchen zijn toch diegene die het meest zijn bijgebleven?
Clement: “Het zijn de matchen waar iedereen naar uitkijkt, nu nog. Toch nog iets anders dan voor de tiende keer tegen Anderlecht spelen. Dat waren ook de matchen om je te tonen. (grijnzend) Al waren Oli en ik niet bezig met een transfer.”
Van der Heyden: (verontwaardigd) Ik ook niet! Wolfsburg kwam pas in 2005! Zeg, ik herinner me nog vooral de opwarming ín Galatasaray. Ik krijg er nog kippenvel van.
De Cock: Krijg ik nog steeds als ik als supporter naar een match van Club ga kijken en die hymne hoor.
Clement: “Een heksenketel was het. En elke speler had zijn eigen lied. Maar Club had toen een spelersgroep die niks liever had dan zo’n vijandigheid.”
Van der Heyden: Zou dat kunnen, dat we dat seizoen de eerste 17 matchen met dezelfde 11 spelers afwerkten?
Clement: “Kan best. Er werden toen minder matchen gespeeld. Nu moét er geroteerd worden.”
Van der Heyden: Sorry, ik heb daar toch mijn twijfels bij. Ok, als er Europees wordt overwinterd, maar…
Clement: “Neen, Peet. Het tempo en de intensiteit van het voetbal evolueren en liggen nu veel hoger. ‘In Engeland spelen ze ook 70 matchen per seizoen’ is zo’n fout cliché. Kevin De Bruyne speelt er heus niet alles hoor. Het kàn gewoon niet, 70 matchen top zijn. Er zijn nu ook veel meer wetenschappelijke hulpmiddelen om te zien wie fysiek top is. Vorige week nog: een speler die na een match geen kracht meer had in de adductoren, bleek uit tests. Ik herinner me intussen ook matchen die ik als speler beter had overgeslagen. Ik heb dan ook mijn spelers van bij de start van het seizoen uitgelegd waarom we roteren.”
Peter Van der Heyden (43) p>
Toen: van 2000-2005 linksachter bij Club Brugge – Champions League in 2002-2003 en 2004-2005. p>
Nu: zelfstandige. p>
Van der Heyden: Hoe belangrijk is je people management dan?
Clement: “Het is belangrijk. Maar ook moeilijk, het is makkelijker elke week dezelfde elf op te stellen. Elke speler moet evenwel leren dat vertrouwen niks met speelminuten te maken heeft.”
Van der Heyden: Je bent eigenlijk niet veranderd. Ook als speler herinner ik me jouw schouderklopjes. Maar ook je gebalde vuist: ‘hoe zit het..?’
Ontwikkeld tot topcoach
Die speler heeft zich intussen ontwikkeld tot topcoach. En hoe hij zover is gekomen, dat vinden zijn twee ex-ploegmaats bijzonder interessant. De Cock is niet verbaasd over Clements steile opgang als hoofdcoach. Van der Heyden wél.
Van der Heyden: Eerlijk, Fille, je verbaast mij enorm! Ik had het nooit gedacht. Ik zag nooit in jou een coach van dit niveau. Dat moet je mij eens uitleggen.
Clement: “Omdat je zoals veel mensen dacht dat ik het ego miste om hoofdcoach te worden.”
Van der Heyden: En nu blijkt zo’n ego niet nodig?
Clement: “Maar ik hàd en heb heus wel een ego, ik kan nog steeds niet verliezen. Anders overleef je niet. Maar de groep is nog belangrijker voor mij. Ik voel me betrokken bij…”
Van der Heyden: (onderbreekt) Bij iedereen, hé. Zo was je als speler toch ook?
Clement: “Zo is dat. Ik was vijf maanden out en toen ik terugkeerde, had Simons mijn plaats op het middenveld ingenomen. Waarop ik zonder morren achterin ging spelen. Iemand met een groot ego had ambras gemaakt. Ik heb één keer in de pers gereclameerd en moest daarom van Sollied met taart trakteren. Een fait divers, maar juist omdat niemand dat van mij had verwacht, werd daar veel spel van gemaakt.”
Philippe Clement (45) p>
Toen: van 1999 tot 2009 centrale middenvelder/verdediger bij Club Brugge – Champions League in 2002-2003,2004-2005 en 2005-2006. p>
Nu: sinds mei 2019 hoofdcoach van Club Brugge. p>
De Cock: Je bent bovenal een groepsmens, hé?
Clement: “Gert zei laatst ook: je was één minuut voor de match nog bezig met de andere spelers: zo en zo…”
Van der Heyden: weet je nog dat hoe we met z’n allen uren gezelschapspelletjes speelden?
Clement: “En kaarten! Ik herinner me nog goed een oefenkamp in Spanje. De velden lagen helemaal onder geregend. En ik had Risk bij. Hebben we een héle dag, van ‘s morgens tot ‘s avonds, gespeeld.”
De Cock: Ik zie nog twee kenmerken die van jou een topcoach maakten: je vechtlust en hoe je meteen na een match analyseert. Gert Verheyen kon dat ook: nauwelijks van het veld meteen een realistische analyse.
Van der Heyden: Zeg nu zelf eens: had je dat zélf verwacht?
Clement: “Ik was er wel altijd van overtuigd dat hard werken loont. En indien Club het laatste jaar onder Michel Preud’homme kampioen was geworden, was ik hier al eerder T1. Club opteerde toen voor een meer ervaren coach. En ik had geen zin om T2 te blijven onder een nieuwe coach, ik wilde mijn eigen ideeën kunnen uitwerken. En het financiële was voor mij ook niet belangrijk. Ik ging bij Waasland-Beveren als T1 werken voor de helft van wat ik bij Club als T2 verdiende. We waren daar op één minuut uit. De volgende drie lange gesprekken gingen over de manier van werken.”
Van der Heyden: Wat waren je eerste woorden in de kleedkamer als coach van Waasland-Beveren?
Clement: ” Moeilijke vraag, Peter. Je hebt talent als journalist! (lacht) Het moet iets geweest zijn in de trant van: ‘ik ken jullie, er is hier meer kwaliteit dan iedereen denkt, maar we gaan hard moeten werken om het maximale eruit te halen’. (glimlachend) Na een week kwam de dokter al zeggen: we gaan minder hard moeten trainen!“
Van der Heyden en De Cock: (in koor) En…? Luisterde je?
Clement: “Natuurlijk niet! En bovenop kwamen een paar weken later drie spelers zeggen: coach, wat jij verwacht, die opbouw, dat kunnen wij niet hoor!”
(interviewers schateren het uit)
Debuut in Champions League
Gedaan met lachen nu, volgende week debuteert Clement als hoofdcoach in de Champions League. In een groep met Real Madrid en PSG! Maar in hun tijd konden zij ook winnen tegen AC Milan, dat net de Champions League had gewonnen…
Clement: (nadenkend) “De ploeg waarmee we wonnen tegen AC Milan was een ervaren groep die al jaren samenspeelde, met veel automatismen, dat is toch een verschil met nu. Ik geloof heel sterk in een ploeg met een jarenlange samenhang. Hoe meer ervaringen samen, ook negatieve, hoe sterker je wordt. Hoe langer Trond coach was, hoe minder hij moest zeggen.”
Van der Heyden: Volgens mij zal je die matchen niet veel anders aanpakken dan anders?
Clement: “We gaan in elk geval geen bus parkeren. Hopen dat Simon Mignolet alles tegenhoudt en zelf niets creëren… neen. We zullen proberen, maar met wie, valt nu nog niet te zeggen. Welke kwaliteiten willen we, wie zit in het momentum? Eén voorbeeld: Tau was heel goed bezig, maar met Tau op links hadden wij tegen Linz veel meer problemen gekend. Ik vind het trouwens grappig hoe mensen gaan selecteren zonder de trainingen te zien. Daarom ga ik ook nooit in op vragen als: waarom die wel en die niet in de nationale ploeg? Hoe kan ik daar nu over oordelen zonder hen op het veld bezig te zien, zonder te weten hoe ze zich voelen?”
De Cock: En lukt dat met jouw spelersgroep, constant in hun hoofd zitten?
Clement: “Ik probeer dat. Relaties bouw je op, die band groeit. Kan blijken uit de berichtjes die Pozuelo en Malinovsky mij sturen na een match van Club: ‘ik zie al de looplijnen van vorig seizoen!'”
Van der Heyden: Hoe dicht sta je bij de spelers?
Clement: “Ik ben áltijd bereikbaar voor hen. Ook ‘s nachts. En ja, dat is al gebeurd…”
De Cock: Zeg Fille, ben je honderd procent tevreden over de transfers? Allemaal voltreffers toch?
Clement: “Er is door de scoutingscel en het bestuur uitstekend gewerkt. Maar natuurlijk zijn er ook wel belangrijke spelers vertrokken, hé. En elke coach zal altijd meer willen, zeker? (lacht)“
De Cock: In principe moeten jullie tegen Galatasaray meteen winnen, niet?
Clement:(grijnzend) “Dat zeggen dus de mensen die Galatasaray niet geanalyseerd hebben!”
De Cock: Ik bedoel, als jullie denken aan overwinteren…
Clement: “Dat is waar. Dan moeten we die match winnen.”
De Cock: Ik wil nog één vraag stellen. Volgens mij ben je liever trainer dan speler.
Clement: “Ja. Ik kan er alles in kwijt.”
De Cock: “Ik denk zelfs dat je een nog grotere carrière als coach dan als speler zal maken.”
Clement: “Daar is een reden voor. Ik kan jou dat makkelijker uitleggen dan Peter. Bij jou waren het je enkels, bij mij mijn heupen en gewrichten. Waardoor ik de technische hoogstandjes van Peter niet aankon. Ik heb heel mijn carrière in een harnas gevoetbald, een strijd met mijn lichaam. Als coach heb ik dat probleem niet. Peter, mis jij het veld niet?”
Van Der Heyden: Ergens wel. Maar ik heb ook nog één vraag: van wie heb je als coach het meest opgepikt?
Clement: “Ik steek nooit weg: die oefening heb ik van Michel, die van Emilio, die aanpak van Aimé… Maar ik blijf altijd mezelf. Ik heb te veel coaches gezien die soms maskers opzetten. Dat kan ik niet en dat wil ik ook niet.”
De Cock en Van der Heyden: Wij kunnen het weten. Je bent nog precies dezelfde als 17 jaar geleden. Maar dat wisten wij eigenlijk al vooraf. Succes, topcoach…! FILLE!
Eerste klasse A
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier