De 16de titel is binnen maar Club stoomt in de Club Academy ook al de kampioenen van de toekomst klaar. Maxim De Cuyper (19), Charles De Ketelaere (19), en Ignace Van der Brempt (18) tekenden afgelopen weken alvast bij tot 2023: staat na Brandon Mechele (eindelijk) een nieuwe lichting eigen jeugd klaar? En oogt de toekomst ná deze lichting even mooi? De kampioenen van morgen en de kampioen van overmorgen: assistent-coach Carl Hoefkens en hoofd opleiding Pascal De Maesschalck schetsen elk op hun terrein de werking van de jeugdmachine. “Jeugdspelers moeten de ambitie hebben om Champions League met Club te spelen.”
Carl Hoefkens over de jeugd van tegenwoordig p>
1. De beste jeugdwerking van België
“We beschikken momenteel over de beste jeugdwerking van België. Onze jeugdspelers hebben niet de ambitie om de A-kern van Club te halen, wel om Champions League met Club te spelen. Dat is een groot verschil. De jeugdwerking is bovendien geen afgescheiden compartiment, dat zie je ook aan de infrastructuur van het Basecamp. De staf van de U18 en de U21 zit in het bureau naast die van het eerste elftal. Er zijn geen deuren die de twee ruimtes afscheiden. Daardoor is de communicatie top. Club Brugge zit op één lijn die naar beneden is doorgetrokken, die willen we nog versterken.”
“Onze trainers moeten weten hoe de hond van hun keeper heet”
2. Club is enorm veeleisend
“Al van bij de rekrutering ligt de lat hoog. We willen enkel spelers die 100 procent voor Club Brugge kiezen. Ze moeten bijvoorbeeld niet voor ons kiezen omdat ze veel geld willen verdienen. Voorts moeten ze hun best doen op alle vlakken, ook op de minder leuke. We leren ze de dingen die ze minder graag doen even goed te doen als de rest, want dat zal later bepalen of ze profvoetballer worden of niet. Ook school is belangrijk voor ons. We willen niet dat een speler een te makkelijke richting voor zijn capaciteiten gaat volgen. “Bovendien leren ze omgaan met ontgoochelingen. Soms schuiven we spelers door naar een hogere leeftijdsgroep om ze dan zonder waarschuwing en ongeacht hun prestaties terug te schuiven. Net zoals dat kan gebeuren wanneer ze van de beloften de overstap naar de A-kern maken. Wie daar niet mee om kan, maakt geen progressie meer. Kan een speler het opbrengen om opnieuw een voorbeeldfunctie op te nemen tussen spelers die hij misschien al als minderwaardig beschouwde?”
3. Er wordt een heel intense band gecreëerd
“Ik begeleid onder meer de jeugdspelers die doorstromen naar de eerste ploeg. Nog heel dikwijls ga ik naar Jan Breydel. Bijna elke thuismatch van iedere jeugdploeg dit seizoen heb ik gezien. Als assistent-coach van de eerste ploeg weet ik perfect welke talenten er rondlopen bij de U12, U13 … Op het moment dat de spelers doorstromen naar de A-kern, kennen wij hen zo goed dat we weten waar ze precies een meerwaarde kunnen zijn. We verlangen van onze trainers dat ze hun spelers echt leren kennen. Ze moeten weten hoe de hond van hun keeper heet, hoeveel zussen hun aanvaller heeft … We willen dat ze voor de training een paar woorden wisselen. Hoe gaat het thuis? En op school? Dat hoeft niet veel te zijn, zo bouw je een band op. Op den duur ken je hen zo goed dat we hen steeds meer kunnen uitdagen omdat we weten hoe elk individu op bepaalde situaties zal reageren. We kunnen die dan vermijden of net creëren.”
4. Goed is niet goed genoeg
“Alles kan beter, het moet beter dan goed. Dat is de cultuur van dit Club Brugge én het is ook de mentaliteit van de jeugdwerking. Elf basisspelers uit de eigen jeugd is onze misschien wel onmogelijke uitdaging, al gaan we er alles aan doen. Maxim De Cuyper heeft het potentieel voor een mooie carrière. Hij viel vorig seizoen na de voorbereiding af bij de A-kern. Daarna ging hij bij de beloften aan de slag met alle werkpunten die we hem meegaven. Tijdens de winterstage in Qatar was hij er opnieuw bij en is hij er bij gebleven. Iedereen legt een ander parcours af, de een is sneller dan de ander, maar de mentaliteit is het belangrijkst. Ze moeten zichzelf beter maken, wij bieden enkel de best mogelijke omstandigheden aan. De druk is groot, al is er ook tijd voor ontspanning. De balans vinden is moeilijk, maar we kijken er op toe. Alleszins: ze mogen nooit tevreden zijn, ook al winnen ze een wedstrijd of worden ze misschien zelfs kampioen. Dat is nooit de waardemeter, elk moment het beste van zichzelf geven, is het belangrijkst.”
Hoofd Opleiding Pascal De Maesschalck over de jeugd van morgen p>
1. Scouting vanaf 8 jaar
“We scouten spelers vanaf 8 jaar. Hier in de regio en in steden zoals Brussel en Antwerpen hebben we partnerclubs waar we talentendagen organiseren. Voetballertjes die daar opvallen, kunnen zich bij die partnerclub aansluiten. Tenzij het echt een uitzonderlijke balvirtuoos is, dan vragen we hem meteen naar Club Brugge te komen. Een 8-jarig talent in Luik? Die zouden we niet halen, die moet in zijn eigen habitat blijven. Pas vanaf de U12, wanneer spelers naar het middelbaar gaan, zoeken we in heel België naar talent. Op dit moment telt onze werking 196 spelers. Nu zijn er 37 actieve spelers in Belgische eerste of tweede klasse en in buitenlandse eerste klasse die door ons opgeleid zijn.”
“Ons opleidingsmodel is kwalitatief, zowel op school- als op voetbalvlak. Het slaagpercentage van onze spelers op school bedraagt 93%. Ook als ze al bij een andere topclub aangesloten zijn, denk ik dat wij hun onze opleiding mogen aanbieden. Wil die speler niet komen, prima, maar hij had dan toch de keuze. Als iemand wil veranderen van school kan dat, waarom zou dat dan niet met een voetbalclub kunnen?”
“Dankzij ons parcours in de Champions League legden we contact met Europese topclubs. Daardoor hebben we een referentiepunt. We wisselden informatie uit met de jeugdverantwoordelijke van PSG en verruimden onze blik. Real Madrid kwam een presentatie geven aan onze coaches. Met Red Bull Salzburg (waar Club in februari 2019 tegen speelde in de Europa League, red.) hebben we nog steeds contact. Die club gebruikt bijvoorbeeld veel hightech materiaal. Van Manchester United leerden we het voordeel van een zeer specifieke scouting. Hoe Man U omgaat met winnen en verliezen, was bovendien boeiend. De U15 speelt er tegen U17-ploegen, ook al beseft de club dat de jongsten dan zullen verliezen. We leerden zo veel kleine details die het verschil kunnen maken.”
2. Club wil enkel winnaars
“We zijn op zoek naar kampioenen. We spreken hier over een groeimindset. Dat betekent elke dag beter willen worden. Ze moeten zelf hun verhaal schrijven. Wanneer een speler te maken krijgt met een ontgoocheling, begeleiden we hem door met hem of met zijn ouders te praten of soms zelfs door helemaal niets te zeggen. Als je zwijgt, valt hij volledig terug op zichzelf en moet hij het zelf oplossen. Dat proces maakt hem beter.”
3. Het Belfius Basecamp zorgt voor een uitdagende omgeving
“Vanaf de U18 trainen de jeugdspelers er. De context is anders dan in Jan Breydel. Plots beschikken ze over dezelfde faciliteiten als de eerste ploeg. Een fitness, een overdekte hal, extra voetbalvelden, hightech comfort … Ze moeten hier niks anders doen dan denken aan hun eigen prestatie. Er zijn geen excuses om niet te presteren. Die uitdagende omgeving werkt motiverend. De accommodatie straalt ambitie uit. Zo beseffen de jeugdspelers beter wat we van hen verwachten. De overige jeugd heeft nu bovendien meer ruimte in Jan Breydel. Voor het eerst kan elke ploeg op een volledig veld trainen.”
“Groeien ze meer dan 0,8 mm per maand, dan krijgen ze een apart programma.”
“Voorts werken we steeds wetenschappelijker. Zo verlaagden we bijvoorbeeld onze blessurelast. Wanneer spelers 0,6 mm per maand groeien, reduceren we hun workload. Groeien ze meer dan 0,8 mm per maand, dan geven we ze een apart, individueel programma.”
4. Project 2024: een halve basisploeg
“We hebben een project dat 2023 heet. Tegen dan willen we vijf eigen spelers in de basis van het eerste elftal. Tegen 2024 willen we dat de helft van de basisploeg uit jeugdspelers bestaat. Als De Ketelaere en Openda blijven, kan dat zeker. Maar ook als die jongens naar een club gaan die nog beter is dan Club Brugge, hebben we goed werk geleverd. Thomas Van den Keybus, Noah Aelterman, Mathias De Wolf en Senne Lammens staan momenteel allemaal dicht bij de A-kern. Al wordt het steeds moeilijker om door te breken omdat onze lat elk jaar hoger ligt.”
Eerste klasse A
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier