Brecht Capon: “Maak er geen fin de carrière-verhaal van, hé”
Twee jaar jeugdtalent van Club Brugge, zes jaar vaste waarde bij KV Kortrijk en vier jaar in de basis van de kustploeg. Maar vorig seizoen verloor Brecht Capon door een achillespeesblessure plots zijn plaats. Dit seizoen haalde de rechtsachter tot zaterdag nauwelijks 96 speelminuten. Maar zie, Jelle Bataille was geschorst tegen Charleroi, en ‘Brechtje’ stond er weer. Op de vooravond van de duels tegen zijn twee ex-clubs kijkt de Oostendenaar (in april 33) terug. Hij is straks einde contract maar “maak er geen fin de carrière-verhaal van, hé”. Capon: karakter te koop. En nog steeds de vleesgeworden eenvoud.
Brecht Capon : “Het is snel gegaan. Tot vorig seizoen speelde ik bijna alles. Dan zou ik kunnen zeggen: veertien jaar profvoetballer, zes jaar Kortrijk en zes jaar Oostende… het is mooi geweest, ik kom nog een beetje op mijn gemak trainen… Maar ik ga niet aanmodderen. We hadden tijdens de korte winterstop een loopprogramma meegekregen, maar ik heb er nog extra’s bij gedaan. Alleen jammer dat het met mijn vader dit jaar niet is gelukt, we gaan elk jaar op 1 januari lopen op De Schorre, een familietraditie. Om maar te zeggen: de honger is nog steeds even groot. Het einde is nog niet in zicht. (korte stilte) Als het van mij afhangt, toch. Maar ik steek het niet weg: de dagen dat ik niet in de selectie zat, deden pijn. Los van de premie die je mist, dat is niet het belangrijkste. Het gaat om de betrokkenheid en de adrenaline die je mist. Jouw naam niet op de lijst zien staan, na de laatste training op de matchdag naar huis moeten trekken terwijl de rest blijft, ‘s avonds dan de match op televisie volgen… Al begreep ik ook wel de coach die doorgaans maar één verdediger op de bank zet. Hij vertelde mij ook hoe moeilijk die keuze was. Hij herhaalde steeds dat hij op mij rekent. Ik verloor ook nooit mijn zelfvertrouwen. Op training zag ik ook wel dat ik het nog steeds kan. Het is nu eenmaal zo dat in het 3-5-2-systeem voor Jelle én ik samen op de rechterflank geen plaats is. En de ploeg draaide goed, Jelle presteerde goed én constant… Ik zou het kunnen begrijpen als hij nu weer zijn plaats terug inneemt, maar ik zal blijven knokken. Ik hoop in deze zware maand toch nog een paar matchen te kunnen spelen. Ook omdat ik in andere matchen zie dat ik nog steeds perfect bij veel eersteklassers kan meedraaien. Ik wil nog zeker twee seizoenen voetballen, liefst op het hoogste niveau – ik zie mezelf niet tot mijn 39ste in provinciale spelen. En het allerliefst bij KVO, zelfs als back-up. Maar dat zal nu wel snel duidelijk worden zeker (naar verluidt overweegt de club hem nog een contract van één jaar aan te bieden, red.) . Ik weet ook wel dat de crisis en mijn leeftijd speelt, maar anderzijds is de trainersstaf heel tevreden over mijn inzet, moet de club rekening houden met het minimum aantal Belgen en ben ik als Oostendenaar goed voor de verankering. Wat er ook gebeurt: alles wat komt, is bonus, ik kan alleen maar tevreden terugkijken. Zo’n 350 wedstrijden in eerste klasse, geloof ik. Alles samen meer dan 28.000 minuten op het hoogste niveau? Dat is mooi. Maar dat is het verleden.”
* * *
“Zaterdag spelen we nog eens tegen Kortrijk, altijd leuk. Zeker door de oude bekenden in de staf: Yves Vanderhaeghe, Patrick Deman, Jordi Lemiengre… En met Michiel Jonckheere in de ploeg. Net als Gertjan De Mets een ex-ploegmaat die een vriend is geworden. Ik heb zelfs met sommige KVK-supporters nog wel eens contact. Ik was er best wel geliefd, het deed toch een beetje pijn om te vertrekken. Maar Vanderhaeghe, die eerder had gekozen voor Oostende, drong aan en KVO betaalde de afkoopsom. (denkt na) Ik ben bij Kortrijk en bij Oostende telkens op het juiste moment gekomen. Bij KVK met Leekens hebben we meteen play-off 1 gehaald, ook met Vanhaezebrouck hebben we schone jaren gekend. Bij KVO onder Yves Vanderhaeghe volgen ook de topjaren. Al die trainers wisten wat ze hadden aan Brecht Capon: regelmaat. Of ik Alexander Blessin ook een toptrainer vind? Ik ga hem hier niet vergelijken met andere trainers die ik heb meegemaakt, maar ik vind hem zeer zeker een coach met potentieel. Hij brengt met zijn pressing toch iets nieuws in België. En zeer gedreven, uitstekende trainingen in functie van de wedstrijd, een peoplemanager ook, vooral met jonge gasten.”
“Om terug te keren naar dat regelmatig parcours: bijna elk seizoen was ik goed voor een paar goals. Elke match minstens een zesje, zo omschreef Vanderhaeghe mijn regelmaat. Zelden spectaculair maar ook zelden door de mand gevallen. Met een paar hoogtepunten toch. Een geweldige goal met Kortrijk tegen Club Brugge in play-off 1, misschien wel hét topmoment in mijn carrière. En mijn hattrick met KVO tegen Charleroi in 2017. Op een donkere dinsdagavond nog wel, niet meteen in de schijnwerpers dus. Typisch, ja. (lacht) Al was ik die avond nog aanvoerder ook. Custovic had net Vanderhaeghe vervangen, die zege was broodnodig. (grijnzend) Ik werd dat seizoen bij KVO trouwens ook uitgeroepen tot Speler van het Jaar. Mooi voor een Oostendenaar, natuurlijk, maar wil je hier meteen ook even vermelden dat Hermes Oostende mijn eerste club was en nog steeds in mijn hart zit? (lacht) De jonge gasten lachen er soms nog eens mee: Brecht-trick! Ik ondervind trouwens nog steeds heel veel respect van alle jonge gasten hier, met Jelle voorop. Ik lees wel eens een boek en luister ook naar klassieke muziek en The Beatles, terwijl zij meer bezig zijn met social media en andere muziek, maar er is wel duidelijk een heel goede band. Ook daardoor kan ik mijn huidige situatie beter plaatsen, ik kom nog steeds met plezier trainen.”
“Neen, het enige wat aan mijn carrière ontbreekt, is een prijs. Op mijn palmares staat wel een beker met Club Brugge in 2007 maar ik zat die finale in de tribune, die tel ik niet mee. Ik heb wel nog twee bekerfinales gespeeld. Allebei verloren. Met Kortrijk tegen tien man van Lokeren, ik had Benji De Ceulaer een rode kaart aangesmeerd , tussen aanhalingstekens, hé. En met Oostende strafschoppen tegen Zulte Waregem. Ik heb het mij altijd beklaagd dat ik toen geen penalty heb opgeëist. Te braaf? Mwah… ”
* * *
“Ik ben nooit een roeper geweest, nooit iemand die op tafel slaat als hij niet speelt. Maar is dat dan te braaf, te gemakkelijk? Ik kan veel verdragen, zeker? Of ik kan het goed opkroppen? Dat ik dan thuis doorgeef. (lachje) Gewoon normaal doen, voor sommigen is dat saai of braaf. Voor mij is dat goed. (denkt na) Ik ben vooral mezelf gebleven. Het mooiste compliment dat iemand mij kan geven is zeggen dat ik gewoon ben gebleven. Je merkt het zelfs op de foto’s: ik ben sinds Club Brugge zelfs fysiek niet zoveel veranderd. Ik heb alleen iets minder haar. (lacht) De voetbalwereld heb ik wel zien veranderen. Ik heb véél gasten gezien die dachten dat ze wereldkampioenen waren en danig naast hun schoenen liepen. Ik had dat indertijd bij Club niet moeten proberen. Dat creëert een perceptie. Je kan je niet voorstellen hoeveel keer ik mij al heb moeten verantwoorden dat ik profvoetballer ben. Aan de schoolpoort, toen ik mijn dochter ophaalde, zei een madammeke ooit: je zou toch niet zeggen dat je profvoetballer bent… Dan moet ik uitleggen dat er ook anderen bestaan. Verstandiger voetballers. Dat we niet allemaal bezig zijn met geld of vrouwen en lockdownfeestjes. Ik heb in de kleedkamer al veel verhalen gehoord… Dankzij mijn opvoeding raakte ik nooit echt in de verleiding. Ik ben zelfs nog nooit in een discotheek geweest. Belangrijker voor mij zijn mijn nieuwe partner en mijn dochter, mijn familie en vrienden. Een leider was ik nooit. Eerder een voorbeeld, denk ik. (peinzend) Wat er ook gebeurt, ik zie mezelf nog niet meteen op een appartement in Eupen zitten, ik zou mijn dochter niet kunnen missen. (Brecht heeft met zijn ex een dochtertje van bijna 7 en woont met zijn nieuwe vriendin deels in Roeselare en deels in Oostende, red.) Ik voel mij hier heel goed en het financiële aspect is nu niet het allerbelangrijkste. Of ik na 12 jaar Kortrijk en Oostende binnen ben? Als doorsnee eersteklassevoetballer? Nee, ik ga echt nog moeten werken. Maar dat moet niet per se in het voetbal zijn. Ik zou best kunnen leven zonder het voetbalwereldje. (plagend) En zonder de pers. Misschien studeer ik nog wat bij. Ik was net rechten beginnen studeren toen ik in de A-kern van Club Brugge kwam, maar dat bleek toch iets te hoog gegrepen. Achteraf gezien had ik hogeschool moeten kiezen, dat viel wellicht nog te combineren met profvoetbal. Maar eigenlijk heb ik van niets spijt. Maar maak er nu geen fin de carrière -verhaal van, hé. Zo ver zijn we nog niet. Al denk ik er wel eens aan, als ik aan het lopen ben op het strand, een mooi regenboogje boven de zee… Aan de schone momenten, met Kortrijk én met Oostende. Dan denk ik: ik heb er te weinig van genoten.”
–
Eerste klasse A
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier