Philippe Schepens speelde ruim 300 matchen in eerste klasse: “Zodanig gevierd dat ik de bus naar huis miste”

Philippe Schepens speelde tot zijn 50ste bij de vrienden van OTC. Op de foto Walter Butseraen, John Maes (+), John Beuselinck, Roland Gunst, Freddy Makelberge en Dannick Minne. Onderaan zie je Marc Catrysse, John Borny, Willy Helsmoortel, Bibi Heyndrickx en Philippe Schepens. © FRO
Fons Roets
Fons Roets Medewerker KW

Ex-voetballer Philippe Schepens (68) werd laat ontdekt, maar maakte meteen indruk bij AS Oostende. De verdediger promoveerde met zijn club van derde naar eerste klasse en trok later naar Cercle Brugge.

Philippe Schepens werd geboren in Oostende op 10 november 1954, als zoon van romanist Alfred Schepens en onderwijzeres Gilberte Verstraete. Zijn broer Didier is gepensioneerd tandtechnicus. Hij groeide op in het centrum van Oostende, op het kruispunt van de Langestraat en de Louisastraat, waar bakkerij De Cock gevestigd is.

Na het basisonderwijs in de Albertschool ging Philippe naar het atheneum, richting wiskunde-wetenschappen. In 1974 studeerde hij af als regent Lichamelijke Opvoeding en in september kon hij direct aan de slag in de Europaschool Bredene, waar Roland Desnerck, bekend van het Oostends Woordenboek, directeur was. Hij vervulde zijn legerdienst in Brugge, bij de Zeemacht, en deed enkele interims tot hij vast benoemd werd in Diksmuide. Na zes jaar volgde Oostende, eerst het atheneum en dan het Stedelijk Technisch Instituut, waar de topsportschool wielrennen-voetbal-volleybal werd opgericht, de voorloper van de EDU-sportschool Olympus. Hij sloot zijn carrière af op 58-jarige leeftijd, na nog eens tien jaar lesgeven in de sportschool Atlas Atheneum van Gistel.

Philippe trouwde in 1980 met sportlerares Nicky Bergé. Ze hebben twee kinderen, Julie en Nicolas, en drie sportieve kleinkinderen. Sinds twintig jaar heeft Philippe een tweede relatie, met Valérie Brunet, lesgeefster aan het Ensor Instituut en dochter van schilder William Brunet. Zijn voornaamste bezigheden zijn nu golfen en zwemmen.

“Met ASO ben ik van derde naar eerste gegaan”

Philippe is een ‘laatbloeier’. “Ik begon met zwemmen, in de thermen en dan in het stedelijk zwembad. Ik voetbalde ook veel met vrienden op het strand. In mijn jeugd heb ik nooit in clubverband gespeeld, alleen in de schoolploeg. Elk jaar maakte ik vorderingen als verdediger. Dankzij mijn vriend Marc Catrysse ben ik bij AS Oostende terechtgekomen. Onder Marcel Zonnekeyn en Cyriel Starkey mocht ik na enkele trainingen al spelen met de juniores en de beloften.”

“Van hoofdtrainer Norberto Höfling kreeg ik in 1972 op 18-jarige leeftijd het vertrouwen voor de A-kern. Ik herinner me mijn debuut, thuis tegen Antwerp: ik mocht invallen voor Walter Butseraen, als linkerflankverdediger – ik ben nooit meer uit de ploeg gegaan. Met ASO ben ik twee keer gepromoveerd, via de eindronde en met de titel. We stegen van derde naar tweede en van tweede naar eerste klasse met trainers Höfling en De Wit. Met ASO heb ik drie seizoenen in eerste klasse gespeeld, tot in 1977. Via een manager kreeg ik een transfer naar Cercle Brugge. Ik werd snel een vaste waarde in de verdediging. Jammer genoeg degradeerden we naar tweede klasse., maar na een geslaagd seizoen gingen we weer naar eerste.”

Gouden Schoen

Philippe speelde tot in 1986 centraal in de verdediging bij Cercle.

“Ik heb bij Cercle een super tijd beleefd. In februari 2023 wordt een reünie georganiseerd, bij de thuiswedstrijd tegen RC Genk. Ik kijk er al naar uit om iedereen terug te zien en herinneringen op te halen.”

“Bij Cercle was het de gewoonte om elk jaar een speler van het jaar te verkiezen. In 1981 werd ik, als kapitein, door de supporters verkozen tot de Gouden Schoen van Cercle, een prijs om trots op te zijn. Ook speciaal is onze bekerwinst in 1985. We speelden de finale tegen SK Beveren, in het stadion van Anderlecht; op de Heizel mocht en kon niet, want daar was net het Heizeldrama gebeurd. We wonnen met strafschoppen: verdediger Lambrechts schoot zijn elfmeter tegen de lat, en ik moest gelukkig geen penalty meer trappen. Ik heb die bekerzege zodanig gevierd in de Anderlechtloges, dat ik de bus naar Brugge miste. Ik ben met een taxi moeten terugkeren om nog het bekerfeest in Brugge te kunnen meevieren – ik was nog op tijd!”

“Ook in 1985 speelden we Europees, heen en terug tegen Dynamo Dresden. We werden onterecht uitgeschakeld. Toen bestond er spijtig genoeg geen VAR. Bij een doelpoging van Edi Krncevic ging de bal duidelijk over de lijn, maar het doelpunt werd afgekeurd!”

Philippe anno vandaag.
Philippe anno vandaag. © FRO

Philippe kijkt met enige trots terug op zijn voetbalcarrière. “Het feit dat ik, zonder veel jeugdopleiding en ondanks drie zware operaties aan de kruisbanden van mijn linkerknie, meer dan 300 wedstrijden in eerste klasse heb gespeeld, vind ik toch speciaal. Alleen Peter Crève – een van mijn leerlingen aan de RMS in Bredene – heeft dat ook gepresteerd. Ik speelde ook enkele geladen derby’s tegen de vrienden van Club Brugge. En waarop ik ook trots ben, is het feit dat ik tijdens mijn legerdienst kapitein was van de legerploeg die de Kentish Cup won (landentoernooi voor legerelftallen dat zijn oorsprong vindt in wedstrijden tussen landenteams achter het front van de Eerste Wereldoorlog, red.). In de finalepoule speelden we heen en terug tegen Engeland en Koeweit. Met een DC 130 vlogen we naar het verre Koeweit. Onvergetelijk!”

Philippe behaalde zijn Heizeldiploma UEFA A in 1989. Na zijn Cercleperiode was hij twee seizoenen beloftencoach bij KVO. “Na KVO volgde anderhalf seizoen Gold Star Middelkerke – na mijn ontslag hebben de spelers daar met een rouwband gespeeld. Ik eindigde in 1992, als trainer van Eendracht Aalter, in vierde nationale. Ik geef toe dat ik, met mijn directe communicatie, niet de gemakkelijkste trainer was.”

De Berggeiten

“Tot mijn vijftig jaar speelde ik jarenlang wekelijks voetbal en tennis met de vrienden van OTC. Dankzij mijn vriend Jean-Marie Demeulemeester ben ik begin de jaren 90 ook een fervent wielertoerist geworden. Met De Berggeiten trainden we twee keer per week 70, 80 kilometer. Elk jaar in de zomer maakten we een buitenlandse trip. We trokken naar de Vogezen en de Ventoux, reden de Ronde van Frankrijk en de Ronde van Italië. Elke dag koersten we 120 kilometer. In 2012 werd ik verliefd op het golfen. Ik speel nu drie keer per week in de Oostendse golfclub. Ik blijf trainen om beter te worden.”

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier