Wordt Alexander Doom de opvolger van Frederik Deburghgraeve als Roeselaarse goudenmedaillewinnaar?: “Sowieso zullen we hem huldigen”

Alexander Doom begint komend weekend aan zijn olympisch avontuur. © (foto Belga)
Tom Vandenbussche

Krijgt de Rodenbachstad na Frederik Deburghgraeve opnieuw een olympische kampioen? Alle ogen zijn vanaf komend weekend gericht op Alexander Doom (27) die aan zijn tweede Olympische Spelen begint. Bij zijn atletiekclub KAVR zijn ze alvast overtuigd van wel. “Als hij een medaille behaalt, zal er zeker een feestje volgen”, klinkt het.

“Alexander heeft zonder enige twijfel de vruchten geplukt van de prima jeugdopleiding die hij heeft gekregen. Als 400 m-loper is dat best wel van nut geweest”, benadrukt Philippe Gilson, die Doom sinds 2016 onder zijn hoede heeft. Doom begon zijn atletiekcarrière bij Flanders Atletiekclub (FLAC) en sloot zich als scholier aan bij de Koninklijke Atletiek Vrienden Roeselare (KAVR), de club waar hij tot op de dag van vandaag deel van uitmaakt.

Vader Christ Doom was Alexanders eerste trainer. “Die brede vormgeving is zeker een pluspunt geweest. Sommige atleten specialiseren zich al op heel jonge leeftijd, omdat ze in een bepaald nummer goed zijn. We hebben echter al vaak kunnen vaststellen dat net die atleten vroeg afhaken, omdat ze het vlug beu geraken.”

Eerste keer 400m

Christ Doom is zelf sportief. “Ik liep enkele marathons en volgde trainerscursussen bij de Vlaamse Atletiekliga, omdat ik me in het trainingswerk wilde verdiepen. Op een bepaald moment zag ik dat Alexander wel wat talent had, dus wilde ik hem daarin zo goed mogelijk ondersteunen. Als vader-zoon sta je soms heel dicht bij elkaar, thuis en op de piste. Dat is een voordeel geweest, maar op een bepaald moment was het beter om Alexander met iemand anders te laten samenwerken, zeker toen hij op zijn achttiende in Gent ging studeren. Het was ook een pluspunt dat hij daar een goede trainingsgroep heeft gevonden. Dat zijn vrienden geworden en zo blijft het voor Alexander leuk om te trainen.”

Christ Doom herinnert zich nog goed het moment waarop hij voor de eerste het keer het 400 m-talent bij zijn zoon zag. “In zijn eerste jaar als cadet nam hij deel aan zijn eerste 400 m-wedstrijd, het BK. Alexander was tot dan vooral gefocust op het discuswerpen en mocht dan ook niet in de beste reeks lopen. Hij won zijn reeks. De speaker zei: Alexander Doom loopt een heel snelle tijd en de jongens die straks in de beste reeks lopen, zullen uit het goede hout gesneden moeten zijn om deze tijd nog te verbeteren. De speaker kreeg gelijk, want uiteindelijk had Alexander de derde tijd. Wij waren met zijn allen verbaasd. Out of the blue liep hij naar een bronzen medaille op het BK. Die dag is de klik gekomen om toch wat meer op het loopwerk te focussen. Discuswerpen was zijn eerste liefde, maar voor die discipline moet je een grote, sterke beer worden. Een 400 m-loper moet ook krachtig zijn, maar geen blok massief. Alexander was toen 14 of 15 jaar.”

Norbert Dewulf

Toenmalig AVR-voorzitter Norbert Dewulf herinnert zich nog goed de jonge Alexander Doom. “Je zag onmiddellijk dat hij een talent was. In het begin legde hij zich toe op de meerkamp. Hij was in alle disciplines redelijk goed, maar het was niet zo dat hij daarin de Belgische top kon halen. In 2013 won hij op de EJOF in Nederland de 400m. Voor de eerste keer dook hij onder de 48 seconden. Alexander was een heel gedreven jongen die duidelijk wist welke richting hij uit wilde. Hij had er veel voor over om zijn doelstellingen te bereiken.”

Christ Doom voegt er nog een anekdote aan toe. “Op die EJOF was de Deen Lobo de topfavoriet. Hij was er 100 procent van overtuigd dat hij goud zou behalen, maar in de laatste 20, 30 meter ging Alexander nog op en over hem. De Deen was aan het wenen van de ontgoocheling. Hij bouwde nog een mooie loopcarrière uit, maar is vorig jaar gestopt door te veel blessureleed. Je ziet: die sterke finish komt telkens terug in de carrière van Alexander. Het is intussen zo’n beetje zijn handelsmerk geworden.”

Het is de derde keer op rij dat KAVR een atleet naar de Spelen kan sturen

Opmerkelijk: na Veerle Dejaeghere in Rio 2016 en Alexander Doom in Tokio 2021 stuurt KAVR voor de derde opeenvolgende keer een atleet naar de Spelen. “Dat is best wel speciaal voor ons”, benadrukt Norbert Dewulf. “Vanuit de club gaan we er zeker voor kijken om er enkele wedstrijden van Alexander uit te pikken en in groep te bekijken in tennisclub Rodenbach in de Langebrugstraat. Als hij een medaille behaalt, zal er zeker een feestje volgen. Maar eerlijk? Ongeacht zijn prestatie op deze Olympische Spelen zal er dit jaar zeker hulde aan Alexander gebracht worden. Hij is in 2024 al wereldkampioen indoor en Europees kampioen outdoor geworden. Zijn jaar is nu al meer dan geslaagd.”

Vader Christ knikt. “Er wordt nu heel veel van Alexander verwacht, maar op de Spelen zullen alle wereldtoppers aanwezig zijn. Het is echt niet zo evident om in dat deelnemersveld de finale te bereiken.”

Meerkamptrainer

Nog opmerkelijker: ondanks zijn gevulde planning als topsporter geeft Alexander Doom training aan de meerkampgroep van KAVR. “Zijn vader richtte die groep indertijd op en Alexander heeft dat werk intussen overgenomen”, vertelt Dewulf. “Als Alexander beschikbaar is, leidt hij elke zaterdagvoormiddag de training op onze atletiekpiste in Roeselare. Als hij er door stages of wedstrijden niet bij kan zijn, is het vaak zijn broer Elias, ook een ex-lid, die overneemt. Weet je, op een bepaald moment heeft Philippe Gilson, Alexanders trainer, hem gevraagd om daarmee te stoppen, maar Alexander wilde dat niet. Hij wilde het contact met de andere sporters behouden. Zo zijn we tot een akkoord gekomen. Het is fantastisch dat hij dat wil doen.”

Vader Christ vindt het vooral fijn om zijn zoon zo bezig te zien. “Ik wil niet met Alexander stoefen, maar veel atleten van zijn niveau zouden dit simpelweg niet doen. Voor hem is het een vorm van ontspanning en zolang hij dit kan doen, zal hij het blijven doen. Dat coachen zit in hem.”